Digitalisering van het onderwijs versterkt kansenongelijkheid tussen leerlingen

José van Dijck bij Data&Privacyweb

Meisje heeft online les

Tijdens de coronapandemie is de digitalisering op basis- en middelbare scholen sterk versneld. Daarmee is echter ook de kansenongelijkheid tussen leerlingen snel toegenomen, zegt hoogleraar Media en digitale samenleving José van Dijck. Op het platform Data&Privacyweb bespreekt ze de gevolgen van de digitalisering.

Geletterdheidskloof

Dat de kansenongelijkheid tijdens de pandemie alleen maar is gegroeid staat volgens Van Dijck vast. "Verschillen die toch al behoorlijk waren, werden door die digitale kloof, zowel door de materialiteit, dus de technologie die je thuis hebt, maar juist ook door die ondersteuning door ouders, zichtbaarder."

De digitale ongelijkheid komt ook voort uit de al bestaande geletterdheidskloof. "Als je niet geletterd bent kun je ook niet goed je digitale geletterdheid ontwikkelen, want dat is echt de basis voor wat daarna komt", legt Van Dijck uit. 

Eigen keuzes

Het is dus niet zo dat digitalisering een simpele oplossing is voor de bestaande problemen in de klas. "Er wordt vaak gedacht dat we technologie kunnen inzetten om leerlingen die achterblijven een duwtje in de goede richting te geven", zegt Van Dijck. "Maar dan vergeten we vaak dat die kinderen juist behoefte hebben aan persoonlijke ondersteuning van een docent of ouder."

Wat haar betreft is de basis van het onderwijs fysiek, maar moeten technologische middelen na de pandemie zeker niet direct de deur uit worden gedaan, benadrukt Van Dijck. "Daarbij moeten we niet alleen letten op wat wij doen met technologie, maar ook naar wat technologie doet met ons en welke (neven)effecten het heeft op de leerling."