Corona-communicatie: gedragsverandering in crisistijd

© iStockphoto.com

Overal ter wereld worden maatregelen genomen om de gevolgen van het coronavirus beheersbaar te houden, zoals het sluiten van universiteiten, scholen en cafés en grenzen. Inmiddels zijn in Nederland zelfs de centrale schoolexamens afgeblazen. En wat moet de burger? De overheid probeert te zorgen dat het virus zich niet té snel verspreidt – zodat de druk op de zorg beheersbaar blijft – en probeert te voorkomen dat ouderen en kwetsbaren ziek worden. Dit kunnen we bereiken door geen of minder onderling contact te hebben. Maar hoe communiceert de overheid dat naar de burger?

Dr. Bregje Holleman
Dr. Bregje Holleman

Vrijwillige gedragsverandering

De overheid kan een gedragsverandering afdwingen via noodwetten en handhaving daarvan. Voor een overheid die (nog) niet wil afdwingen, zoals de Nederlandse, is communicatie echter het centrale instrument. Het doel is het publiek te overtuigen, zodat een vrijwillige gedragsverandering ontstaat. Die gedragsverandering zal voor een groot deel gebaseerd zijn op (veranderde) kennis over de aard van het probleem, de nagestreefde oplossing(en), en op inschattingen van de mate waarin bepaald gedrag die oplossingen dichterbij brengt.

Tussen 15 en 23 maart was de insteek van de overheid om vooral op de twee eerdergenoemde gedragingen in te zetten. Op Rijksoverheid.nl stond: was uw handen regelmatig, hoest of nies in de binnenkant van uw elleboog, gebruik papieren zakdoekjes, schud geen handen. Op de site van RIVM stond meer informatie, zoals het advies om thuis te werken en anderhalve meter afstand te houden. Toch was deze communicatie nog niet duidelijk genoeg: groot was de publieke verontwaardiging toen in het weekend van 20/21 maart hordes mensen strand, bos en bouwmarkt opzochten en vaak niet de anderhalve meter afstand in acht namen.

"Het doel is het publiek te overtuigen, zodat een vrijwillige gedragsverandering ontstaat."

Maar was dat werkelijk zo verwijtbaar? Ten eerste was hier sprake van groepsgedrag: geen individu had waarschijnlijk voorzien dat het eigen plan om naar de bouwmarkt te gaan door zovelen gedeeld zou worden. Maar een belangrijker oorzaak is dat de overheidscommunicatie op dat moment nog veel te wensen overliet. De gedragsvoorschriften werden teveel geformuleerd als vrijblijvende tips en niet als instructies. Ook was er veel ambiguïteit in de adviezen, die niet goed kon worden opgelost doordat de algemene redenering áchter de adviezen onvoldoende helder werd gemaakt. In tijden als deze gaat men in reactie daarop de angst (en daarmee het waaróm van de gedragsverandering) bagatelliseren: de kans dat ik het krijg is toch heel klein, de kans dat ík op de IC kom is marginaal, enzovoort.

Op de goede weg

Wat moet een goed communicerende overheid dus doen om een gedragsverandering te bereiken? Ten eerste moet zij duidelijk zijn over de doelen van de gedragsverandering. Dit ontneemt mensen de kans om de ernst van de gevolgen of de waarschijnlijkheid ervan te bagatelliseren. Daarnaast moet de overheid overgaan tot het geven van duidelijke richtlijnen, procedures en waarschuwingen. Geef bij voorkeur één duidelijke hoofdregel (blijf thuis) en beschrijf vervolgens hoe te handelen in afwijkingen van die hoofdregel (verlaat uw huis alleen voor x/y en houdt anderhalve meter afstand). In de persconferentie van 23 maart werd dit goed in de praktijk gebracht. Een week later werden de maatregelen verlengd tot 28 april en werd het dwingende karakter ervan nog eens benadrukt.

Helaas is daarmee nog steeds niet helemaal duidelijk wat de burger moet doen en laten. Er was na 23 maart dagenlang verwarring over welke evenementen tot 1 juni verboden zijn. Ook in de nadere uitwerking van wat nu precies het vereiste gedrag is, vallen nog wat grijze gebieden te ontdekken. In de eerste weken leek bijvoorbeeld het RIVM de aangroeiende informatiestroom over corona beter up-to-date te houden dan rijksoverheid.nl. Sinds kort ziet het ernaar uit dat overheid en RIVM de informatiestroom beter hebben verdeeld. De maatregelen staan bij rijksoverheid.nl en de achtergronden bij het advies vanuit RIVM dat tot die maatregelen geleid heeft bij rivm.nl.

Geef bij voorkeur één duidelijke hoofdregel (blijf thuis) en beschrijf vervolgens hoe te handelen in afwijkingen van die hoofdregel (verlaat uw huis alleen voor x/y en houdt anderhalve meter afstand).

Kortom: het duurde even, maar de overheidscommunicatie is nu op de goede weg. Er is een duidelijke(r) set handvatten voor gedrag, met een koppeling naar de positieve gevolgen van dat gedrag voor het beperken van de verspreiding van corona. Niet alleen om het zelf niet te krijgen, maar vooral ook voor “samen”, om ouderen en zwakkeren te beschermen en de zorg te ontlasten. Nu moeten we ook gaan vólhouden om ons aan de maatregelen te houden. Een overheid die niet wil dwingen, zoals de Nederlandse, moet blijven communiceren, moet ons helpen onthouden welk gedrag gewenst is, en blijven uitleggen waarom dat (nog steeds) nodig is.

 

Utrecht, 1 april 2020

Bregje Holleman – hoofddocent Taal en Communicatie, Geesteswetenschappen, Universiteit Utrecht