Zo klonk (de vergeten muziek van) revolutionair Nederland

Spotprent van stadhouder Willem V uit 1796. Willem V als een zwaargebouwde Cupido rust op een zak met 24 miljoen Dukaten, omringd door zwangere vrouwen. Bron: Rijksmuseum Amsterdam (publiek domein)
Naast protestliederen waren ook spotprenten een geliefd ‘wapen’. Op deze staat stadhouder Willem V afgebeeld als Cupido.

Rond 1800 waarde politieke en sociale onrust door West-Europa. Ook Nederland, of meer correct, de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, was het toneel van burgeroorlog en staatsgrepen. Muziek speelde hierbij een belangrijke rol, vertelt universitair docent Immaterieel erfgoed Renée Vulto, die de revolutionaire muziek van toen weer tot leven bracht, samen met het ensemble Camerata Trajectina. Wat hadden die achttiende-eeuwers met muziek? Hoe klonk die? En hoe zit dat eigenlijk vandaag de dag?

Het ‘vuur van de revolutie’ in de muziek

De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, de Bataafse Republiek en het Franse Keizerrijk. Rond 1800 volgden de machtswisselingen elkaar in een rap tempo op en vierden de haat en nijd en het geweld die daarmee gepaard gingen hoogtij. “Zang- en liedcultuur was toen al diep in het dagelijks leven van de mensen verankerd”, zegt Vulto, die onderzoek deed naar de muziek uit dit revolutietijdperk (1780-1815). “Het gaf een mogelijkheid om deel te worden van een gemeenschap, een collectief.”

Dr. Renée Vulto
Dr. Renée Vulto

“De liederen moesten het ‘vuur van de revolutie’ in hun zangers aanwakkeren, hun toehoorders ‘electrificeeren’ en alle harten doen branden voor het vaderland. Politiek bedrijven was een emotionele zaak. Patriotten en prinsgezinden, Bataven en Fransen, een stadhouder, een keizer en een koning – ze betraden allemaal het politieke toneel en probeerden de gevoelens van de mensen aan te spreken. In spotliederen scholden ze elkaar de huid vol en uiteindelijk leidde dat tot wederzijdse haat en zelfs gewapend conflict.”

Muziek en verbeeldingskracht

In haar onderzoek zag Vulto dat één ingrediënt onmisbaar was voor een effectieve liedcultuur: verbeeldingskracht. “In de liederen konden mensen hun idealen verbeelden”, legt ze uit. “Een Nederlandse republiek zonder despotische stadhouder bijvoorbeeld, of juist een nieuw koninkrijk met een sterke Oranjevorst.”

“En een herinnering aan een echte samenkomst, waar samen werd gezongen, is concreter dan een voorstelling van een mogelijke gemeenschap. Op basis van zulke herinneringen konden uit elkaar gedreven gemeenschappen ook op afstand, in de verbeelding, worden voortgezet”, zegt Vulto, wijzend op bijvoorbeeld de patriotten die tussen 1787 en 1795 in ballingschap leefden.

De revoluties van rond 1800: hoe zat het ook alweer?

“In het Nederlandse revolutietijdvak is grotendeels de basis gelegd voor het Nederland zoals we dat nu kennen”, vertelt Renée Vulto. De jaren rond 1800, ongeveer 1780 tot 1815, vormden een periode van grote politieke en sociale instabiliteit. “In de Republiek laaiden oude twisten tussen staatsgezinden en prinsgezinden weer op, zo erg, dat het in 1787 zelfs kwam tot een heuse burgeroorlog.”

“De stadhouder riep de hulp van Pruisen in en veel patriotten moesten vluchten. Een deel van hen ging naar Frankrijk en kwam in 1795 terug met de hulp van de Fransen. Ze noemden zich ondertussen ‘Bataven’ en de Bataafse Republiek werd uitgeroepen. Napoleon slokte de nieuwe republiek echter al snel op. Maar ook de macht van de keizer was geen lang leven beschoren en in 1813 keerde de zoon van de verdreven stadhouder weer terug, als koning Willem I der Nederlanden.”

Ook hielp de verbeelding een nieuw regime te bevestigen na wéér een politieke verschuiving. Vulto noemt de vele feestzangen van de Bataafse Revolutie na 1795 en de welkomstliederen aan koning Willem I in 1813. “Muziek werd dus niet alleen ingezet om te schelden en te polariseren. Uiteindelijk zongen de Nederlanders ook liederen die de geschillen van het revolutietijdvak moesten uitwissen.”

Het protestlied van vandaag de dag

“Van straatliedjes tot lofzangen – in het lied konden mensen hun gevoelens verwoorden, beleven en delen”, zegt Vulto. En tot op zekere hoogte is dat vandaag de dag nog steeds zo. Ze wijst op het onderzoek van haar collega Laurens Ham. Ham laat zien dat waar het in de jaren negentig en de vroege jaren van de 21ste eeuw even in het slop zat, het protestlied nu terug is van weggeweest.

De verschillen tussen toen en nu zijn echter groot. “Het gebruik van politieke of protestliederen is vandaag de dag een veel kleiner onderdeel van het publieke debat”, zegt Vulto. “Nu wordt veel discussie gevoerd via online media als Twitter. De achttiende-eeuwse revolutieliederen kunnen gezien worden als het sociale medium van die tijd. Via liederen verkondigden mensen hun meningen, probeerden ze steun te krijgen voor hun standpunten en gingen ze met elkaar in discussie.”

Het album ‘Revolutie!’: zo klinkt de muziek van de geschiedenis

Op ‘Revolutie!’, het album dat Renée Vulto met Camerata Trajectina heeft gemaakt, zijn alle verschillende stemmen uit het revolutietijdvak (1780-1815) te horen. “Samen hebben we een selectie gemaakt van liederen die niet alleen het Nederlandse verhaal van toen vertellen, maar ook muzikaal heel interessant zijn. Het album is daarmee een heel mooie audiodocumentaire van die turbulente tijd geworden.”

‘Revolutie!’ komt voort uit Vulto’s promotieonderzoek naar de politieke liedcultuur van het Nederlandse revolutietijdvak. “Ik wilde weten welk effect de liederen hadden op de gevoelens van de zangers en toehoorders, daarom ben ik ze gaan zingen en heb ik de expertise van Camerata Trajectina ingeroepen. Zij zijn al bijna vijftig jaar het toonaangevende ensemble dat zich bezighoudt met Nederlandse liedcultuur.”

Beluister het album ‘Revolutie!’