‘Waardeloze’ CO2-compensaties dreigen klimaatverandering te verergeren

De kritiek dat het anti-ontbossingprogramma REDD+ veel minder opbrengt dan beloofd, snijdt wel degelijk hout. Minder ontbossing en meer CO2-reductie was het idee, maar de magere resultaten zijn zeer verontrustend, schrijft Julia Jones, houder van de Prins Bernhard Leerstoel. Het vakblad Science publiceerde onlangs haar mening over de resultaten, en in dit artikel licht ze dit verder toe.

Prof. dr. Julia Jones
Prof. dr. Julia Jones

Begin 2023 publiceerde The Guardian een artikel waarin werd gesuggereerd dat meer dan 90 procent van de CO2-compensaties voor regenwouden waardeloos is. Deze zogeheten CO2-credits zijn in feite een belofte om bossen te beschermen, en kunnen worden gekocht als een manier om elders uitstoot te ‘compenseren’. Verra, de grootste certificeerder van deze compensatiecredits, zei in een reactie dat de beweringen ‘absoluut onjuist’ waren, maar het verhaal ondermijnde toch het vertrouwen in de miljardenmarkt. Kort daarna trad de CEO van Verra af.

Ontbossing niet verminderd

De beweringen in het Guardian-artikel waren grotendeels gebaseerd op analyse die was gepubliceerd als wetenschappelijk preprint (dus vóórdat dit het proces van peer review had doorlopen). Nu is het onderzoek volledig door vakgenoten beoordeeld en gepubliceerd in het vakblad Science. Het onderzoek toont onmiskenbaar aan dat veel projecten die credits hebben verkocht van REDD+ (reducing emissions from deforestation and degradation), de ontbossing niet hebben verminderd.

Projecten van REDD+ hebben als doel ontbossing tegen te gaan, bijvoorbeeld door boeren te ondersteunen bij het veranderen van hun praktijken. Ze brengen de opgeslagen koolstof in kaart door de ontbossing te verminderen in vergelijking met wat er zou zijn gebeurd als het project niet had plaatsvinden. Deze emissiereducties verkopen ze dan als credits.

Transatlantische vlucht compenseren

Dergelijke credits van REDD+ vinden gretig aftrek om emissies van bedrijven te ‘compenseren’, ofwel neutraliseren. De bedrijven kunnen de credits gebruiken om te beweren dat hun activiteiten klimaatneutraal zijn.

Maar ook voor mensen kunnen de credits aantrekkelijk, als ze zich zorgen maken over hun eigen klimaatvoetafdruk. Boek je bijvoorbeeld een vlucht van Londen naar New York, dan kun je overwegen om credits van REDD+ te kopen die beloven het regenwoud in het Congobekken te behouden (met extra voordelen voor bosolifanten en bonobo's). Met een prijskaartje van ongeveer 20 euro is dat geen geld, als je daarmee daadwerkelijk de CO2-uitstoot van je vlucht zou kunnen compenseren.

Veel projecten van REDD+ hebben de ontbossing stukken minder tegengegaan dan werd beweerd

Echter, de belangrijkste bevinding van het nieuwe onderzoek is dat veel projecten van REDD+ de ontbossing stukken minder hebben tegengegaan dan ze beweerden. De projecten konden de beloofde klimaatcompensaties dan ook niet waarmaken. Die zorgeloze vlucht naar New York is daarmee waarschijnlijk toch niet zo klimaatneutraal.

Zeer verontrustend

De conclusie dat veel credits van REDD+ niet hebben geleid tot bosbehoud, is zeer verontrustend voor iedereen die geeft om de toekomst van tropische bossen. We spraken met Sven Wunder, een bos-econoom en medeauteur van de nieuwe studie. Hij vertelde ons: “Om klimaatverandering aan te pakken, moet de tropische ontbossing worden gestopt. Bossen zijn ook om andere redenen belangrijk: ontbossing zal leiden tot het verlies van soorten en zal van invloed zijn op regionale regenpatronen. Ondanks het bewijs dat REDD+ geen extra behoud heeft opgeleverd, kunnen we het ons niet veroorloven om het nu maar op te geven.”

Trunk of a cut down tree
Ontbossing kan ook elders verdergaan. (© Roya Ann Miller, Unsplash

Bij CO2-credits komen ook andere problemen kijken. Een van de grootste is dat er een soort waterbed-effect optreedt, en de ontbossing gewoon ergens anders verdergaat. Dit kan optreden omdat de mensen die het bos kapten eenvoudigweg naar een andere regio verhuizen. Aan de andere kant kan de vraag naar voedsel of hout die ontbossing in een gebied veroorzaakte, elders worden opgevangen. Een ander probleem is dat we de bossen eigenlijk tot in de eeuwigheid moeten beschermen, want alleen dan is de opgenomen CO2 voorgoed uit atmosfeer verwijderd.

Het is van cruciaal belang om deze uitdagingen aan te pakken, al was het maar omdat de verkoop van klimaatcredits een belangrijke inkomstenbron is voor bosbehoud. We kunnen gerust stellen dat onbetrouwbare credits van REDD een grote bedreiging voor bossen is.

We kunnen gerust stellen dat onbetrouwbare credits van REDD een grote bedreiging voor bossen is.

Daarbij moeten we wel opmerken dat dit onderzoeksgebied volop in beweging is, en ook steeds meer nieuwe aanpakken het licht zien. Een voorbeeld is Andrew Balmford, hoogleraar natuurbeschermingswetenschap aan de Universiteit van Cambridge Hij ontwikkelt methoden om de geloofwaardigheid van CO2-markten voor bossen te verbeteren. Hij zegt dat de nieuwe studie belangrijke zorgen oproept, maar dat er inmiddels ook robuustere en transparantere methoden zijn ontwikkeld. Deze nieuwe methoden inzetten verdient “de hoogste prioriteit”, vertelde hij ons.

Ook de manier waarop certificering werkt zou moeten veranderen. Controleurs die schatten hoeveel ontbossing zonder het project zou hebben plaatsgevonden, hebben er baat bij om die getallen te overdrijven. Want hoe groter de impact van een anti-ontbossingproject zou zijn, hoe hoger het aantal credits dat kan worden uitgegeven. Sven Wunder legt uit: “We moeten verder kijken dan eigenbelang. We moeten streven naar onafhankelijk bestuur met wetenschappelijk onderbouwde, geavanceerde methoden.”

Laatste redmiddel

Zelfs als al deze problemen kunnen worden opgelost, dan nog moeten we kritisch blijven kijken naar de rol van CO2-compensaties bij het tegengaan van klimaatverandering. Ten eerste is er het risico dat compensatie juist leidt tot meer uitstoot. Mensen en bedrijven kunnen geneigd zijn om gewoon CO2 te blijven uitstoten (of zelfs nog meer) als ze geloven dat ze eventuele schade simpelweg kunnen compenseren door wat klimaatcredits te kopen. Om die reden betogen sommigen dat we compensaties alleen als laatste redmiddel moeten gebruiken, pas nadat alle niet-essentiële emissies zijn verminderd. Bovendien: wie beslist welke emissies essentieel zijn?

De belofte van CO2-compensatie kan juist leiden tot meer uitstoot

Ten tweede moeten we gewoonweg de meeste ontbossing stoppen en CO2-emissies aanzienlijk verminderen als we opwarming van de aarde willen beperken tot 2°C. Er is een grens aan hoeveel het ene kan worden gebruikt om het andere in evenwicht te brengen.

Ten slotte kun je je afvragen hoe rechtvaardig het is ontbossing tegen te gaan als middel om CO2-uitstoot te compenseren. Projecten als REDD+ kunnen namelijk armoede verergeren, als bosbehoud betekent dat boeren in armere regio’s moeten stoppen met het ontginnen. Zij betalen in feite de rekening van uw langeafstandsvlucht, terwijl ze hun gezinnen moeten onderhouden.

Aanzienlijk duurder

We weten niet hoeveel het zou kosten om compensaties te ontwikkelen die écht werken, rechtvaardig zijn en niet leiden tot een waterbed-effect. Maar het zal waarschijnlijk aanzienlijk duurder zijn dan de huidige prijs van CO2-credits à la REDD+. Een hogere prijs kan helpen tegen de mythe dat compensatie een eenvoudige optie is. Het kan er ook voor zorgen dat we meer gaan focussen op het verminderen van uitstoot, in plaats van ervoor te compenseren.

Als je echt wilt bijdragen aan het tegengaan van klimaatverandering, dan is de enige echte optie wellicht om de vlucht gewoon niet te boeken.

Dus, moet je die goedkope CO2-compensaties kopen als je gaat vliegen? Helaas is er nu weinig bewijs dat dit daadwerkelijk je reis klimaatneutraal maakt. Als je echt wilt bijdragen aan het tegengaan van klimaatverandering, dan is de enige echte optie wellicht om de vlucht gewoon niet te boeken.

Auteurs

Julia P.G. Jones
Hoogleraar van de Prins Bernhard Leerstoel voor Internationale Natuurbescherming aan de Universiteit Utrecht
Hoogleraar Conservation Science, Bangor University

Neal Hockley
Hoofddocent Environmental Economics & Policy, Bangor University

Dit artikel is gepubliceerd door The Conversation, en beschikbaar onder een Creative Commons-licentie.