Vrouwen ondervertegenwoordigd in Nederlandse filmindustrie

Gezamenlijke inzet is nodig voor fundamentele verandering

Een filmset buiten in de stad New York © iStockphoto.com/LeoPatrizi

Afgelopen jaar namen stichting Vrouwen in Beeld en dr. Willemien Sanders van de Universiteit Utrecht het initiatief voor een grootschalig onderzoek naar de vertegenwoordiging van vrouwen in de film- en televisiesector in Nederland. De resultaten van het onderzoek, getiteld Beter is nog niet goed, wijzen een structurele ongelijkheid uit tussen vrouwen en mannen in leidinggevende functies en hoofd- en bijrollen in de periode 2011-2020. Deze resultaten maken duidelijk dat voor een fundamentele verbetering van de positie van vrouwen binnen deze sector een gezamenlijk inzet van de sector nodig is.

Analyses wijzen ongelijkheid uit op bijna alle vlakken

Voor het onderzoek is over een periode van tien jaar (2011-2020) van bijna 2500 fictie- en documentaireproducties geteld hoeveel vrouwen en hoeveel mannen betrokken waren in leidinggevende functies (head of department) en in hoofd- en bijrollen. Daarnaast zijn, waar mogelijk, gegevens verzameld over lengte, budgetten en type productie.

Voor de meeste onderzochte functies geldt: hoe duurder en langer een productie, hoe minder vrouwen erbij betrokken zijn en hoe meer mannen.

Er is in de afgelopen tien jaar een hele lichte verschuiving waar te nemen richting meer gelijkheid, maar over het geheel genomen hebben mannen (69,6%) een dominante positie in leidinggevende functies en in hoofd- en bijrollen ten opzichte van vrouwen (30,4%). Vrouwen zijn in alle functies, behalve research (voor documentaire), ondervertegenwoordigd. Ook hebben de cijfers daarbij een terugkerend patroon blootgelegd; bij een toename van het aantal producties neemt ook de ongelijkheid tussen vrouwen en mannen toe, en vrouwen profiteren minder en/of later van een toename van het productievolume dan mannen.

Analyse van de cijfers laat ook zien dat vrouwen een kleiner aandeel in hebben in fictieproducties dan in documentaireproducties, en dat vrouwen een kleiner aandeel hebben in langere en duurdere producties, zoals speelfilms en series, dan in de kortere en minder dure producties, zoals korte film en documentaires. Voor de meeste onderzochte functies geldt: hoe duurder en langer een productie, hoe minder vrouwen erbij betrokken zijn en hoe meer mannen.

“Sector moet zich gezamenlijk inzetten”

"Voor een fundamentele verbetering is een gezamenlijke inzet van de sector nodig" licht Esther Schmidt van Vrouwen in Beeld toe. "Met de resultaten van dit onderzoek kunnen we het gesprek aanjagen over welke stappen in de sector moeten worden genomen om meer gelijkheid te bewerkstelligen en de positie van vrouwen in de Nederlandse film- en televisiesector te verbeteren.”

Continuering, aanvulling en verdieping van onderzoek is van groot belang. Ook is onderzoek nodig om te begrijpen wat de omstandigheden zijn waarbinnen vrouwen in de film- en televisiesector werken en hoe de carrière van vrouwelijke professionals zich vanaf hun opleiding ontwikkelt. Zo kunnen we gericht aan verbetering werken.