Vernatten Groene Hart kan bodemdaling en uitstoot van broeikasgassen stoppen

Onderzoekers aan de Universiteit Utrecht verkenden met verschillende experts en stakeholders de toekomst van het Groene Hart. In twee workshops ontwikkelden zij gezamenlijk een toekomstvisie voor het jaar 2100. Deze visie, recent gepubliceerd in twee wetenschappelijke artikelen, kan helpen bodemdaling en uitstoot van broeikasgassen te stoppen. Tijdens de workshop vinden we elkaar op weg naar een duurzame toekomst.

Het Groene Hart wordt momenteel voornamelijk gebruikt door de melkveehouderij, waardoor laagveenbodem ontwaterd moet worden. Dat leidt tot afbraak van het veen, waarbij het inklinkt en er bodemdaling optreedt. Ook komen er bij die afbraak broeikasgassen vrij.

Vernatting staat centraal

In de ontwikkelde visie staat vernatting van het gebied dan ook centraal om bodemdaling en aanhoudende uitstoot van broeikasgassen tegen te gaan. Volgens het plan kan op bepaalde plekken de melkveehouderij worden voortgezet. Op andere plekken ontstaan kansen voor de teelt van natte gewassen, zoals cranberry en lisdodde. De kleinere natuurgebieden in het Groene Hart kunnen worden uitgebreid tot één groot aaneengesloten natuurgebied. Daar kan veengroei plaatsvinden, waarmee bodemdaling wordt tegengegaan én koolstof wordt opgeslagen.

Het Groene Hart wordt er beslist mooier en duurzamer van.

Effectief en realistisch

“Het Groene Hart wordt er beslist mooier en duurzamer van,” vertelt Martin Wassen, hoogleraar aan de Universiteit Utrecht en initiatiefnemer van de workshops. “Deelnemers hebben rekening gehouden met de lokale kenmerken van de West-Nederlandse open veenweidelandschappen om effectief en realistisch te vernatten. Tijdens de workshop vinden we elkaar op weg naar een duurzame toekomst.”

Hoopgevende resultaten

De onderzoekers laten zien dat het mogelijk is om in 2050 de bodemdaling in grote delen van het gebied te stoppen. Ook kan in 2075 de uitstoot van broeikasgassen met 91% zijn afgenomen, wat bijdraagt aan de landelijke klimaatdoelstellingen. De resultaten zijn daarmee hoopgevend.

We hopen te laten zien dat er echt iets moet veranderen om het Groene Hart leefbaar te houden voor de toekomst.

Maximaal aanpassingsvermogen

Michelle van Mulken, universitair docent aan de Universiteit Utrecht en eerste auteur van de wetenschappelijke artikelen, benadrukt dat alhoewel het ontwikkelde plan realistisch is, het wel maximaal aanpassingsvermogen vraagt van de inwoners. “Veel boeren worden misschien afgeschrikt door dit scenario, maar we hopen te laten zien dat er echt iets moet veranderen om het Groene Hart leefbaar te houden voor de toekomst. Wij pleiten daarom voor een snelle ontwikkeling van alternatieve verdienmodellen, waarbij duurzame veehouderij gepaard gaat met landschapsbeheer, biodiversiteit en koolstofvastlegging.”