Studie van DNA uit de Bronstijd toont grootschalige migratie naar Groot-Brittannië aan

Recent onderzoek van tandglazuurisotopen op lichamen die in graven uit de vroege bronstijd rond Stonehenge zijn gevonden, wijst erop dat ten minste een deel van de migranten uit het gebied van het huidige Zwitserland afkomstig was © iStockphoto.com/Onfokus
Recent onderzoek van tandglazuurisotopen op lichamen die in graven uit de vroege bronstijd rond Stonehenge zijn gevonden, wijst erop dat ten minste een deel van de migranten uit het gebied van het huidige Zwitserland afkomstig was© iStockphoto.com/Onfokus

Een groot onderzoek naar menselijk DNA uit de Bronstijd, ca. 1300-800 v. Chr., laat zien dat migratie vanuit Europa naar het zuiden van Groot-Brittannië veel gebruikelijker was dan tot nu toe werd aangenomen. Ook zijn er aanwijzingen dat de Keltische talen eerder voet aan de grond kregen in Groot-Brittannië dan gedacht. Een van de co-auteurs van de studie is Kadir Toykan Özdoğan, die recent is begonnen als promovendus bij Geschiedenis en Kunstgeschiedenis in het project Constructing the Limes. Hij werkte mee aan de DNA-extractie in een gespecialiseerd lab. De studie is gepubliceerd in Nature.

Niet eerder werd zo’n omvangrijk DNA-onderzoek uitgevoerd: wetenschappers onderzochten voor deze studie het DNA van bijna 800 individuen uit de Bronstijd uit Zuid-Engeland. Het onderzoek werd geleid door de universiteit van York, Harvard Medical School, en de universiteit van Wenen. Het DNA-materiaal wijst uit dat het niet slechts enkelingen waren die zich over lange afstanden bewogen, zoals handelaren of soldaten, maar dat de mobiliteit in alle lagen van de bevolking groot was.

Langdurige contacten

Het DNA van de Zuid-Engelse bevolking veranderde niet door een gewelddadige invasie of een eenmalige periode van migratie, zo laat het onderzoek zien, maar door langdurige contacten tussen Groot-Brittannië en Europa gedurende meerdere eeuwen. Die contacten vonden onder meer plaats via handel, huwelijken en verhuizingen. De nieuwe migranten die naar het zuiden van Groot-Brittannië trokken raakten tussen 1000 en 875 v. Chr. innig verweven met de plaatselijke bevolking. De onderzoekers vermoeden dat deze migranten voor een belangrijk deel uit het huidige Frankrijk en omstreken kwamen.

Vroegere komst van Keltische talen in Groot-Brittannië?

Het nieuwe DNA-bewijs werpt ook een ander licht op de prangende vraag wanneer er voor het eerst Keltische talen in Groot-Brittannië gesproken werden. Omdat grootschalige verplaatsingen vaak taalveranderingen met zich meebrengen, maakt dit nieuwe bewijsmateriaal het waarschijnlijker dat de Keltische talen al in de Bronstijd in Groot-Brittannië werden geïntroduceerd en niet, zoals wel is verondersteld, pas tijdens de IJzertijd.  Volksverhuizingen naar Groot-Brittannië lijken tijdens de IJzertijd juist minder vaak te hebben plaatsgevonden.

Botten en tanden

Kadir Toykan Özdoğan werkte mee aan het onderzoek als masterstudent aan het departement voor evolutionaire antropologie aan de universiteit van Wenen, waar hij ook als labtechnicus werkte. In het lab prepareerde hij menselijke DNA-monsters van met name gefossiliseerde botten en tanden door deze tot poeder te vermalen.

Kadir T. Özdoğan legt uit hoe dit type laboratoriumonderzoek wordt uitgevoerd:

“Delen van menselijke skeletten die zijn gevonden bij archeologische opgravingen worden naar een speciaal lab gebracht waar historisch DNA wordt bestudeerd. Zulke labs zijn ultra-hygiënisch zodat het DNA niet vervuild raakt met andere monsters of modern DNA. De stukjes bot worden geprepareerd, verwerkt en dan opgestuurd voor DNA-sequencing (het bepalen van de volgorde van de onderdeeltjes waaruit het DNA bestaat) volgens vastgestelde protocollen. De ruwe sequentie-data worden vervolgens geanalyseerd met technieken uit de bio-informatica. Zo kunnen onderzoekers op basis van grote hoeveelheden data relaties vaststellen tussen bevolkingsgroepen uit het verleden of het heden, en ook familieverbanden: op basis van DNA kunnen ze dus een individu uit het verleden of het heden in een grotere menselijke ‘stamboom’ plaatsen.”

De DNA-monsters waaraan Özdoğan voor deze studie werkte waren afkomstig uit het midden en zuiden van Europa, de gebieden van hedendaags Italië, Frankrijk, Oostenrijk, Slowakije, Hongarije, Servië, Kroatië en Tsjechië.

Historisch DNA-onderzoek aan de Universiteit Utrecht

Replica Romeins Ruitermasker in Nijmegen. Bron Wikimedia/Roger Veringmeier
Replica Romeins Ruitermasker in Nijmegen. Bron Wikimedia/Roger Veringmeier

Aan de Universiteit Utrecht doen Kadir T. Özdoğan en dr. Gertjan Plets onderzoek naar historisch DNA gedaan in het kader van het innovatieve, interdisciplinaire project Constructing the Limes. Dit project onderzoekt hoe de limes, de grens van het Romeinse rijk, het leven bepaalde van mensen die in de grenszone woonden. Het project combineert bekende en vernieuwende methoden uit de geesteswetenschappen, exacte wetenschappen en archeologie en betrekt ook het brede publiek bij de uitvoering van het onderzoek. Een vernieuwend aspect is de bestudering van ecologisch DNA, oftewel genetische sporen in de bodem die inzicht bieden in bijvoorbeeld voedselpatronen en ziekten.