“Onze ontdekking is een eerste stap naar een nieuwe DNA-test voor deze aandoening”

Onderzoekers Expertisecentrum Genetica ontdekken risicofactor voor erfelijke hartspierziekte bij Dobermanns

Meer dan de helft van de Dobermanns krijgt een ziekte aan de hartspier die tot hartfalen kan leiden. Het Expertisecentrum Genetica bij de faculteit Diergeneeskunde boekt mooie resultaten met onderzoek naar deze erfelijke aandoening bij honden, ook bekend als dilaterende cardiomyopathie. Onderzoekers werken nauw samen met collega’s van het UMC Utrecht die deze ziekte bij mensen onderzoeken. Hondeneigenaren kunnen hun Dobermann hierop laten screenen bij de afdeling Cardiologie van het Universitair dierenziekenhuis.

De familie Mollema en hun hond Shanti brengen een bezoek aan het Universitair Dierenziekenhuis. Mirte de Vries; coassistent Diergeneeskunde ontvangt hen op de polikamer van de afdeling Cardiologie.
De familie Mollema en hun hond Shanti brengen een bezoek aan het Universitair Dierenziekenhuis. Mirte de Vries; coassistent Diergeneeskunde ontvangt hen op de polikamer van de afdeling Cardiologie.

“Kom maar, meis,” moedigt Jolanda Mollema haar hond Shanti aan op weg naar de onderzoekskamer. Shanti heeft veel meegemaakt, legt zij uit. “Vanwege een maagkanteling en een lek in een lymfevat moest ze vaak worden geopereerd. Ik heb weken op de bank geslapen met Shanti naast me op een kussen op de grond. Af en toe ging haar kop omhoog en als ze dan zag dat ik er was, sliep ze weer verder.”
In de Universiteitskliniek is Shanti goed geholpen en met een echo is te zien hoe het nu met de Dobermann gaat. Na een laatste blik op haar baasje besluit Shanti om haar te vertrouwen. Ze laat zich de kamer in leiden waar de specialist en -assistenten geduldig wachten tot hond en eigenaar er klaar voor zijn.

Verhalen berucht

Bij Dobermanns komt de erfelijke hartspierziekte ‘dilaterende cardiomyopathie’ (DCM) voor bij meer dan de helft van de honden. Bij deze ziekte aan de hartspier kunnen de spiercellen minder goed samenknijpen, waardoor de druk in de linkerkamer oploopt en de spierwand verwijdt. Onder Dobermann-liefhebbers zijn de verhalen berucht van honden die tijdens het uitlaten plotseling dood neervallen. Hopelijk blijft dat Shanti bespaard, want bij haar worden geen aanwijzingen gevonden voor DCM.

Het Expertisecentrum Genetica doet al jarenlang onderzoek om de DNA-varianten die de hartspierziekte veroorzaken op te sporen. Samples van gezonde honden zijn belangrijk in het onderzoek naar deze aandoening. Terwijl Shanti een echo krijgt, is moleculair geneticus Frank van Steenbeek aan het werk in het gebouw naast de kliniek. De ‘Zoo keeper’ noemen zijn collega’s bij Diergeneeskunde hem grappend, omdat hij in het laboratorium plakjes hart bewaart van de meest uiteenlopende diersoorten. Van een giraf en een olifant, tot een orka die aanspoelde op het strand van Cadzand. Via buizenpost komen de bloedsamples van Dobermanns hier binnen. In een apparaat, de MagCore, wordt het DNA geïsoleerd uit het bloed en gezuiverd. Van het DNA worden ‘markerprofielen’ gemaakt die worden geanalyseerd met geavanceerde software. Onderzoeker Van Steenbeek: “We willen weten waar het DNA van een hond met deze hartspierziekte anders is dan dat van een gezonde hond. We werken samen met onderzoekers vanuit heel Europa en hebben een belangrijke ontdekking gedaan: een stukje in het DNA dat afwijkt bij honden met DCM. Deze ontdekking was een moment van euforie, vooral omdat we ook bij menselijke patiënten veranderingen zagen in dat ene gen.”

Cardioloog Giorgia Santarelli maakt een hartfilmpje bij de hond shanti van de familie Mollema. V.l.n.r: Mevrouw mollema; eigenaar, Martine de Ruijter Korver; poli assistent, Giorgia Santarelli, Cardioloog, Mirte de Vries; coassistent Diergeneeskunde, Bas van Nimwegen; Oncologisch Chirurg en Frank van Steenbeek, onderzoeker Expertise Centrum Genetica.
Cardioloog Giorgia Santarelli maakt een hartfilmpje bij de hond shanti van de familie Mollema. Met o.a. Mevrouw Mollema en aan de voorkant Cardioloog Giorgia Santarelli en Frank van Steenbeek, onderzoeker Expertise Centrum Genetica.

Vergelijkbare ziektebeelden

Ook mensen kunnen de hartspierziekte krijgen, al komt het bij hen minder vaak voor dan bij Dobermanns: één op de vijfhonderd mensen treft het. En ook voor mensen is er net als voor honden geen genezing. Wel is bij mensen een harttransplantatie een optie. Voor het onderzoek naar DCM trekt de faculteit Diergeneeskunde samen op met het UMC Utrecht. Omdat veel ziektebeelden van dieren en mensen vergelijkbaar zijn, weten veterinaire en humane onderzoekers elkaar steeds beter te vinden. Zo ook de faculteit Diergeneeskunde en het UMC Utrecht. “Wij zitten pal naast elkaar op het Utrecht Science Park, dat helpt,” denkt Van Steenbeek. “Het scheelt ook dat ik collega Magdalena Harakalova van het UMC Utrecht al kende, omdat wij samen ons promotieonderzoek deden. In de Universiteitskliniek behandelen onze veterinair specialisten dagelijks honden en katten met uiteenlopende ziektes. Vrijwel elke ziekte die we zien bij onze veterinaire patiënten, kent een vergelijkbare variant bij de mens. Wij hopen met onze kennis over honden-patiënten onze collega’s in het UMC Utrecht te helpen. Dankzij de samenwerking kunnen we - met toestemming van de menselijke patiënten - ook kijken naar het DNA van mensen met DCM. We vonden bij hen mutaties in hetzelfde gen als bij Dobermanns.”

Het is uniek dat humane en veterinaire deskundigen samen één onderzoeksteam vormen.

Van elkaar leren

Amper een kilometer van Van Steenbeeks lab is Harakalova aan het werk bij het UMC Utrecht. Zij is onderzoeker humane cardiogenetica en vertelt dat Van Steenbeek en zij een soort ‘wetenschappelijke telepathie’ hebben. “Dat komt doordat we hetzelfde getraind zijn. We hoeven geen aantekeningen te maken of elkaar te mailen, we weten hoe we het aanpakken.” Harakalova benadrukt dat zij niet alleen kan leren van wat haar collega bij Diergeneeskunde vindt bij Dobermanns, het werkt ook andersom. “We leren van elkaar en de een staat niet boven de ander. Dat veterinair en humaan onderzoekers niet vaker samenwerken op het gebied van de cardiologie, verbaast me. Zelfs wereldwijd is het uniek dat wij één onderzoeksteam vormen in cardiogenetica. En we boeken resultaat. Zo kunnen we dankzij de ontdekking van het gen bij Dobermanns mensen met deze erfelijke hartspierziekte specifiek onderzoeken op dat gen. Deze patienten kunnen dan misschien meer duidelijkheid krijgen over de oorzaak van hun ziekte. Dat laatste kan bijdragen aan betere diagnoses, een betere behandeling of therapie voor mensen met DCM.”

Cardioloog Giorgia Santarelli maakt een hartfilmpje bij de hond shanti van de familie Mollema.
Cardioloog Giorgia Santarelli maakt een hartfilmpje bij de hond shanti van de familie Mollema.

Dobermanns screenen

In de Universiteitskliniek zit Shanti op de behandeltafel voor de echo. “Spannend hè, meis?” Zachtjes aait eigenaar Mollema de Dobermann over haar neus. “Ze is een knuffelkont, wil altijd op schoot. Als ik naar het toilet ga, duwt zij met haar poot de deur open, omdat ze erbij wil. Mijn schaduw, noem ik haar wel eens.” Het is belangrijk om Dobermanns te screenen op dilaterende cardiomyopathie. Dat gebeurt met behulp van echografisch onderzoek en een hartfilmpje. De European Society of Veterinary Cardiology adviseert om dat regelmatig te doen, zodra een hond drie jaar oud is. Van Steenbeek legt uit waarom hondeneigenaren en hun dieren daar baat bij hebben. “Als je weet dat een hond DCM heeft, kunnen we het dier beter in de gaten houden en medicijnen geven. Genezen kan nog niet, maar het leven makkelijker maken of verlengen soms wel.”

De onderzoekers denken dat zij in de toekomst nog meer kunnen doen voor Dobermanns met DCM. Het afwijkende gen vinden is een belangrijke eerste stap. Van Steenbeek: “De volgende stap is het ontwikkelen van een genetische test. Dat zou betekenen dat je wat bloed of wangslijmvlies afneemt en weet of een hond de ziektevariant heeft. Je kunt dan zeggen: met deze twee honden gaan we niet fokken, want dat geeft een hoog risico op nageslacht met een verwijde hartspier. Als elke fokker in Nederland de test straks gebruikt, kunnen we DCM misschien helemaal uitbannen.” Een genetische test ontwikkelen hoeft niet lang te duren, denkt Van Steenbeek. “We weten immers waar we moeten zijn in het DNA. Mogelijk is die test er al in 2023.”

Een belangrijk doel van ons team is dat DNA het lot van je hart niet meer bepaalt.

Tinderen met een DNA-paspoort

Voor mensen is een genetische test als oplossing een ander verhaal. Bij mensen zijn veel meer mutaties bekend die DCM veroorzaken. Mensen zijn immers minder homogeen dan rashonden zoals Dobermanns. Daarnaast zijn er ethische dilemma’s. Harakalova van UMC Utrecht: “Gaan mensen ooit Tinderen met een DNA-paspoort? Willen we bewust selecteren met wie het genetisch handig is om kinderen te krijgen? Zoiets is ethisch ingewikkeld. Misschien kun je op die manier bereiken dat er geen mensen meer zijn met genetische ziektes, maar willen we wel zulke ‘super-mensen’ creëren? En kiezen we niet liever om verliefd te worden op wie we verliefd worden? Genetica meenemen bij voortplanting is gelukkig niet de enige optie om iets aan zulke ziektes te doen. Misschien helpt ons gezamenlijke onderzoek wel om uiteindelijk een medicijn voor deze hartspierziekte bij mensen te ontwikkelen. Een belangrijk doel van ons team is dat DNA het lot van je hart niet meer bepaalt. We dromen van een manier om DCM in een vroegtijdig stadium uit te schakelen. Als je weet dat een mens of dier deze mutatie heeft, kun je bijvoorbeeld meer energie aan het hart geven om de schade te bestrijden. Dan is er een oplossing zonder dat je de mutatie zelf hoeft uit te bannen.”

Goed bericht over Shanti
Shanti draaft vrolijk de onderzoeksruimte uit en spreekkamer in. Haar eigenaar ziet het vertederd aan, maar kijkt gespannen op als de dierenarts binnenkomt. Die brengt meteen een geruststellend bericht: “Het ziet er goed uit”. De opluchting is van Mollema’s gezicht te lezen. Shanti blijkt goed te herstellen. En haar eigenaar wist al dat de Dobermann geen DCM heeft. Het is niet gezegd dat Shanti nooit DCM krijgt, maar als de ziekte zich ontwikkelt, kan een vroege diagnose door regelmatig screenen misschien zorgen voor een langer en fijner leven. Dankzij het Expertisecentrum Genetica is in de toekomst waarschijnlijk nog meer mogelijk om Dobermanns met DCM te helpen. Eigenaar Mollema kan voorlopig van haar hond genieten. Vrolijk huppelt Shanti de Universiteitskliniek uit.

Meer informatie over het onderzoek en de verschillende screenings van het Universitair Dierenziekenhuis vindt u op: www.diergeneeskunde.nl/onderzoek

Dit is een verhaal uit:

VETSCIENCE NR. 15