Meer ruimte voor creativiteit in onderwijs

Een koe, een schaap, een kip en een olifant. Welk dier hoort niet in het rijtje thuis? De olifant, de andere drie zijn boerderijdieren. Maar er zijn andere antwoorden mogelijk. Het schaap bijvoorbeeld, omdat het een heel andere vacht heeft. Of de kip: heeft als enige vleugels. Of toch de olifant, maar nu omdat olifant als enige drie lettergrepen telt. Allemaal goede antwoorden, het verschil zit in de creativiteit van de argumenten. Kiene Brillenburg Wurth, hoogleraar literatuur en vergelijkende mediawetenschappen: “Om kleine en grote problemen op te lossen is creativiteit onmisbaar. Maar binnen het onderwijs is er niet of nauwelijks aandacht voor de creativiteit van de leerling. Dat moet anders.”

Psychologen, kunsthistorici, literatuurwetenschappers, pedagogen, kunstenaars: ze komen 29 januari 2016 bijeen in de Boothzaal van de Utrechtse Universiteitsbibiliotheek, tijdens de ELS-conferentie Empowering Creativity in Education, om samen te verkennen of en hoe creativiteit het onderwijs kan verrijken. Brillenburg Wurth: “Die groep bij elkaar in een ruimte, dat is wel uniek ja. We brengen al die verschillende stromingen voor het eerst samen om een interdisciplinaire weg te openen naar creativiteit in het onderwijs.”

Andere invalshoeken

Medeorganisator Evelyn Kroesbergen (Universitair Hoofddocent Orthopedagogiek) onderstreept het belang van creativiteit: “Met creativiteit kun je informatie of ervaringen uit verschillende situaties combineren, en originele invalshoeken gebruiken om iets op te lossen.” Onontbeerlijk om antwoord te vinden op kleine en grote maatschappelijke vragen. “Neem zoiets groots als de opwarming van de aarde: om tot een oplossing te komen heb je ook creatieve geesten nodig.”

Creativiteit is te leren

Zijn die creatieve geesten dan te vormen, is creativiteit aan te leren? Kroesbergen: “Vroeger dachten we inderdaad: je hebt het, of je hebt het niet. Nu weten we dat je het kunt leren.” Ze geeft wel aan dat de een het van nature meer kan hebben dan de ander. “Kinderen met ADHD, maar ook met dyslexie, en hoogbegaafden, lijken vaak creatiever te zijn. Daar moet nader onderzoek meer duidelijkheid over geven.” Het zou voor deze leerlingen in elk geval zeker geen kwaad kunnen als er binnen het onderwijs, naast het gebruik van  standaardtoetsen, meer aandacht is voor creatieve cognitie. Kroesbergen: “Als een kind vindt dat de kip niet in het rijtje thuishoort, en daar een goed argument voor geeft, moet dat niet meteen fout gerekend worden.” Meer waardering voor creatieve cognitie zou de hogere onderwijsuitval binnen deze groep kunnen tegengaan.

Meer dan 100 oplossingen

Brillenburg Wurth benadrukt dat leerlingen natuurlijk ook vooral moeten blijven leren wat de som van 6 en 8 is, en hoe je het werkwoord ‘worden’ vervoegt. “Maar leer ze tegelijkertijd dat een probleem niet één, maar soms wel meer dan honderd oplossingen kan hebben. Laat ze ook vooral nieuwe, creatieve ideeën genereren. Daarvoor is op het moment binnen het onderwijs nog te vaak te weinig ruimte.” 

Hoe die ruimte kan worden ingevuld staat centraal tijdens de conferentie Empowering Creativity in Education, georganiseerd door universitair focusgebied Education for Learning Societies. Het programma van de bijeenkomst op 29 januari is bekend, aanmelden kan door te mailen naar creativity2016@uu.nl.