“Meer landen gaan over tot harde regels rond topvrouwen”

Linda Senden, hoogleraar Internationaal en Europees Recht

Linda Senden, hoogleraar Europees Recht.
Prof. mr. Linda Senden, hoogleraar Europees Recht. Foto van Ed van Rijswijk.

De Brexit en de nieuwe Duitse regering kunnen heel goed uitpakken voor het aantal vrouwen in de top van bedrijven. Dat denkt Linda Senden, hoogleraar Europees Recht en expert op het gebied van gender equality law.

‘Het is om te huilen’ zei minister Ingrid van Engelshoven bij het in ontvangst nemen van de Bedrijvenmonitor Topvrouwen 2017. Het gaat blijkbaar slecht in Nederland?

“Nederland wil het aantal vrouwen aan de top zelf regelen, maar het gaat inderdaad slecht. Het streven is een aandeel van 30 procent vrouwen in de raden van bestuur en raden van commissarissen van grote bedrijven in 2019. Maar dat gaan we bij lange na niet halen met die 11,7 procent in de raden van bestuur en 16,2 procent in de raden van commissarissen. Als dát de cijfers zijn in 2017 dan moet er in 2018 verschrikkelijk veel veranderen. Ik zie het niet gebeuren.”

De overheid geeft niet het goede voorbeeld in Nederland.

U heeft dit tot vorige maand op EU-niveau onderzocht. Wat zijn belangrijke conclusies?

“Dat steeds landen overgaan naar harde regels voor vrouwenquota. In bijna alle landen in de Europese Unie zien we dat dit de enige manier is waarop je meer vrouwen aan de top krijgt. Er zijn drie landen waar een zachtere aanpak het goed doet: het Verenigd Koninkrijk, Zweden en Finland, maar in die landen zie je dat ze andere regels hebben die zorgen dat vrouwen makkelijker aan de macht komen.

Minister Ingrid van Engelshoven.
Ingrid van Engelshoven heeft als minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap het dossier 'emancipatie' in haar portefeuille. Foto van Frank Jansen.

“Bedrijven stellen daar zelf duidelijke regels en de overheid geeft bijvoorbeeld het goede voorbeeld, dat ontbreekt in Nederland. De wettelijke regeling van dertig procent geldt alleen voor het bedrijfsleven. Dat is best raar. De rol van de media speelt in die drie landen een positieve rol en in het Verenigd Koninkrijk bijvoorbeeld is het beleid bij headhunters er extra op gericht om vrouwen te zoeken." 

Waarom eigenlijk die 30 procent?

“Uit onderzoek blijkt dat de kritische massa die je nodig hebt voor invloed op de beslissingen rond de 30 procent is. Dán ga je de invloed van vrouwen in het bestuur voelen. In Nederland heeft men 30 procent afgesproken, maar de EU-richtlijn is 40 procent vrouwen in bestuursraden van bedrijven en 33 procent als de wetgeving ook wordt gericht op de raden van commissarissen. Alleen… Zowel de Nederlandse Tweede Kamer, als de Eerste Kamer heeft negatief gereageerd op die EU-richtlijn. Nederland wil deze niet omdat het dit probleem zelf wil regelen.”

Dit sterft een zachte dood in Brussel? Ik denk het niet!

Onder het mom van: Brussel moet ons geen quotum opleggen?

“Ja. Onterecht, want zo verplichtend is dat quotum niet. En als landen kunnen aantonen dat ze zelf al effectieve wetgeving hebben, voldoen ze al aan de richtlijn. En gek genoeg heeft zelfs premier Rutte in zijn recente toespraak bij de Bertelsmann Stiftung in Berlijn benadrukt dat één van de fundamentele waarden en principes van de EU is: ‘vrouwen en mannen zijn gelijk’ en dat de EU zijn beloftes moet nakomen; ‘Geen woorden maar daden.’ De Nederlandse aanpak leidt echter tot weinig daadkracht bij bedrijven tor nog toe."

Wat is er controversieel aan?

“De ‘priority rule’ zoals hij in het Engels heet. Bij gelijke geschiktheid voor een topfunctie moet de voorkeur naar een vrouw uitgaan. Dat wil er bij tegenstanders niet in.”

U heeft goede hoop dat Nederland toch wel ‘om’ gaat en die richtlijn aanneemt?

Angela Merkel, bondskanselier van Duitsland.
Leidt Merkels nieuwe regering tot vrouwenemancipatie in Nederland? Foto van Kleinschmidt / MSC.

Ja, met de Brexit stapt één van de grote tegenstanders uit de Unie. En als de nieuwe Duitse regering, waarin de SPD op emancipatiezaken zit, “om” gaat, dan zijn de meeste grote landen vóór. Dan zal Nederland de richtlijn niet meer tegen kunnen houden. Sommigen dachten hier: ‘Dat sterft een zachte dood in Brussel’, maar ik denk het niet.”

De oppositie in Nederland kwam eerder deze week met een wetsvoorstel voor gelijke beloning van mannen en vrouwen. Organisaties met meer dan vijftig werknemers zouden verplicht moeten aantonen dat voor gelijk werk gelijk loon wordt betaald. Wat vindt u daarvan?

“Heel goed. Mijn collega Albertine Veldman kwam vorig jaar al met een EU-rapport over transparantie van lonen. Dat kan een trigger zijn voor vrouwen om ongelijkheid in salaris aan te kaarten. De Europese plicht tot transparantie over beloningssystemen bestaat al 30 jaar. En de omkering van bewijslast (de werkgever moet bewijzen dat hij niet discrimineert) bestaat ook al lang. 

Hoe bestudeert u zelf momenteel de gelijkheid tussen mannen en vrouwen? 

“Samen met collega’s van Economie, Sociale Wetenschappen, Gender Studies en Rechtsgeleerdheid bestuderen wij het ‘Pas toe, leg uit’-principe. We analyseren de jaarverslagen van grote bedrijven waarin diegenen die het streefcijfer van 30 procent niet halen, beschrijven welke acties ze hebben ondernomen om wel aan die norm te voldoen en waarom dit niet heeft gewerkt. Daar kunnen we lessen uit trekken.”

Annetje Ottow, College van Bestuur
Prof. mr. Annetje Ottow is vice-voorzitter van het College van Bestuur van de Universiteit Utrecht.

Geeft de Universiteit Utrecht wel het goede voorbeeld?

“In ons driekoppig bestuur (De rector magnificus, de voorzitter en de vice-voorzitter van het College van Bestuur, red.) zit één vrouw. Dus wij halen daar die dertig procent. Maar bijvoorbeeld in de faculteitsbesturen is dat nog niet het geval. Er is dus nog genoeg werk te doen, intern op het gebied van gelijkheid tussen man en vrouw.”