Mecenaat in de popsector is mogelijk, maar een mentaliteitsverandering is nodig

Gitarist speelt in een band © iStockphoto.com/recep-bg
© iStockphoto.com/recep-bg

Zijn muziekliefhebbers bereid hun favoriete bands en muzikanten rechtstreeks te ondersteunen, buiten het kopen van een kaartje voor een concert of plaat om? Deze steun (in financiële vorm of anders) noemen we mecenaat en is binnen de wereld van klassieke muziek, theater en literatuur vertrouwd maar in de popmuziek nog vrij onbekend. Kan zoiets ook tot bloei komen in de popmuziek? Wat zijn daarbij kansen en obstakels en welke rol spelen fans en de overheid?

Prof. dr. Helleke van den Braber. Foto: Emil Cobussen
Prof. dr. Helleke van den Braber. Foto: Emil Cobussen

Over deze vragen bogen popmakers, wetenschappers, beleidsmakers, cultuurfondsen, podia en festivals zich op 13 oktober 2021 tijdens de Popmuziek en Mecenaat-werksessie, georganiseerd door hoogleraar Mecenaatstudies Helleke van den Braber, de Boekmanstichting en platform Leve het Geven. De sessie liet zien dat er veel kansen zijn, maar dat er ook een mentaliteitsverandering nodig is.

Kan mecenaat bloeien in de pop?

“De sessie was bedoeld voor iedereen die na wilde denken over de vraag of mecenaat kan bloeien in de pop. Tijdens de sessie kwamen zo’n 35 popmakers, wetenschappers, beleidsmakers, cultuurfondsen, podia en festivals bij elkaar. Wat is er nodig om ook in de popmuziek een model tot bloei te brengen dat makers in ándere kunstvormen al heel veel heeft gebracht?” licht Van den Braber toe.

Misverstanden rondom mecenaat

De hoogleraar ruimde samen met muzikant en cultuurwetenschapper Rocco Hueting aan het begin van de bijeenkomst enkele misverstanden over mecenaat uit de weg. Zij benadrukken dat mecenaat niet gaat over rijke mensen die de ‘hoge’ kunsten ondersteunen, in de pop zijn het juist vaak groepen fans. Het draait niet alleen maar om geld, steun komt ook in niet-tastbare vorm, bijvoorbeeld in de vorm van erkenning, draagvlak, toegang tot netwerk, hulp in de vorm van werkruimte of werktijd, of in de vorm van co creatie. En anders dan bij reguliere verdienmodellen is de verhouding tussen gever en ontvanger gericht op een gebalanceerde uitwisseling en ruil. Dit betekent dat het belangrijk is dat popmakers nadenken over de tegengiften die ze hun privé-ondersteuners te bieden hebben.

Mecenaat als ‘derde weg’

Van den Braber signaleert dat de positie van makers onder druk staat: “de coronacrisis heeft de sector en de overheid bewuster gemaakt van hun precaire positie: veel makers komen moeilijk rond en missen de armslag en het draagvlak om goed te kunnen investeren in hun artistieke groei en ontwikkeling. Zonder makers geen muziek, en zonder hun muziek geen festivals en geen podia – en toch valt op dat festivals en podia hun financiering en maatschappelijke inbedding en legitimering vaak veel beter op orde hebben dan de individuele muzikanten en bands zélf. Voor hen is het een hele zoektocht om de materiële en immateriële middelen te vinden die hen helpen muziek te maken. Tijdens de werksessie dachten we na over mecenaat als ‘derde weg’: als bron waaruit ze zouden kunnen putten naast de steun die ze van de overheid krijgen, en naast wat ze aan inkomsten uit de markt kunnen halen.”

Om een mecenaat te laten slagen is er een mentaliteitsverandering nodig.

Wat is er nodig voor geslaagd mecenaat?

Om een mecenaat te laten slagen is er een mentaliteitsverandering nodig. “Als maker moet je laten weten dat je steun kan gebruiken”, stellen Van den Braber en Hueting. Daarnaast heb je bewonderaars nodig die zich “intens met makers identificeren, loyaal zijn en zich ‘eigenaar’ voelen van hun makerschap of oeuvre.” Wat ook belangrijk is zijn momenten van contact en uitwisseling tussen fans en makers. En, makers en fans moeten bereid zijn om hun vraagschaamte en geefgêne te overwinnen. Van den Braber: “Als je om hulp vraagt, doe je dat vanuit een behoefte aan meer draagvlak voor je werk en grotere autonomie. Tegelijk roept het schaamte op: wat als ik m’n onafhankelijkheid verlies, op een bedelaar lijk, of te weinig terug kan geven aan al die genereuze en loyale fans? Hoe met opgeheven hoofd te vragen, hoe onbezwaard te geven? Deze schaamte moet je overwinnen.”

Leerstoel Mecenaatstudies

Aan de sessie deden ook een flink aantal studenten van de Universiteit Utrecht en de Radboud Universiteit mee, de twee universiteiten waaraan Van den Braber verbonden is. “Het thema spreekt masterstudenten erg aan - alleen al in 2021 studeerden vijf studenten bij mij af op popmuziek en mecenaat. De Staat-toetsenist en cultuurwetenschapper Rocco Hueting, met wie ik de werksessie organiseerde en inleidde, was in 2015 de eerste.  Hij studeerde af op een pionierende scriptie over mecenaat in de metal. Die scriptie was ook de start van mijn eigen fascinatie. De leerstoel Mecenaatstudies die ik sinds 2020 aan de Universiteit Utrecht bekleed richt zich inmiddels expliciet op onderzoek naar geefrelaties in de populaire cultuur.”

Popmecenassen en fanfunding

© iStockphoto.com/PongsakornJun
© iStockphoto.com/PongsakornJun

Dat van den Braber zich richt op geefrelaties in de popmuziek is een bewuste keuze: “het geeft mij de kans om te ontdekken wat mecenaat in de 21e eeuw is, of kan zijn. Omslagen in het geven aan kunstenaars doen zich van oudsher vaak voor op momenten dat culturele hiërarchieën op drift raken, of in periodes waarin de maatschappelijke positie van kunstenaars, hun idee van ‘waar makerschap’ of hun inkomenssituatie onder druk komen te staan. Het is voor mij als wetenschapper een fascinerende vraag wat er gebeurde toen in de jaren ‘60 de popmuziek opkwam. Onmiddellijk stonden toen ook de eerste private popmecenassen op. Het popmecenaat raakte in een nieuwe stroomversnelling toen vanaf 2010 de ‘fanfunding’ in de popmuziek een vlucht nam, en groepen fans zich via eenmalige of maandelijkse donaties over de carrières van makers gingen ontfermen.

Overheidssubsidie voor De Staat

Tegelijk begonnen ook de grote private fondsen (zoals het Prins Bernhard Cultuurfonds) na te denken over schenken aan de pop, en kwam ook de overheid in beweging. Er zijn sinds 2015 flinke bedragen aan overheidssubsidie naar bands gevloeid – met name naar De Staat, de eerste band die grootschalig en meerjarig door de overheid wordt ondersteund. En de coronacrisis heeft het nadenken over steun aan popmakers nog verder aangejaagd. Het is, zo leert de geschiedenis, in dit soort dynamiek dat het mecenaat gedijt.

Juist in turbulente tijden voelen makers en bewonderaars de urgentie om te verkennen wat ze kunnen doen om er samen voor te zorgen dat muziek kan blijven klinken.

Leve het Geven

Uit de sessie bleek dat er nog genoeg kansen en mogelijkheden zijn voor de popsector op het gebied van het mecenaat. De uitkomsten van de sessie geven richting aan de vervolgstappen die binnen het programma Leve het Geven gezet gaan worden om het geven aan de kunst en cultuursector, zowel makers als instellingen, verder te stimuleren. Het programma zoekt onder leiding van Voordekunst en gesteund door het Ministerie van OCW uit hoe het geven aan individuele makers door de overheid kan worden bevorderd.

Popconcert © iStockphoto.com/PeopleImages
© iStockphoto.com/PeopleImages