Luistertaal levert positieve bijdrage in de bouw, gezondheidszorg en onderwijs

Illustratie: emdé

In opdracht van de Taalunie onderzocht de Universiteit Utrecht het gebruik van Luistertaal in de sectoren bouw, gezondheidszorg en onderwijs in Nederland en Vlaanderen. Luistertaal houdt in dat gesprekspartners allebei een andere taal spreken, maar elkaar verstaan omdat ze de taal van de ander voldoende begrijpen.

Uit het onderzoek blijkt dat Luistertaal in de bouw positief kan bijdragen aan veiligheid en kwaliteitszorg, in de gezondheidszorg aan begrijpelijkheid en gezondheidsvaardigheden en in het onderwijs aan welbevinden en leren.

Hulpmiddel bij overleg

Bij het onderzoek zijn ook andere communicatiemiddelen in kaart gebracht die samen met Luistertaal worden gebruikt, waaronder tolken, schriftelijke vertalingen en pictogrammen. Bovendien keken de onderzoekers (prof. dr. Jan ten Thije, Emmy Gulikers en Karen Schoutsen MA), naar taalwetgeving en taalbeleid in de drie sectoren en of Luistertaal daar onderdeel van uitmaakt of zou kunnen uitmaken.

In de bouw wordt Luistertaal voornamelijk in formele overleggen gebruikt, in combinatie met gebarentaal. In de zorg blijkt Luistertaal goed te werken in formele overleggen tussen personeelsleden in ziekenhuizen. In gesprekken met patiënten wordt Luistertaal gecombineerd met een tolk of met een zogeheten intercultureel bemiddelaar. In het onderwijs helpt Luistertaal om een tweede of vreemde taal te leren.

Spreekangst en emoties

In zowel het onderwijs als in de zorg is het gebruik van Luistertaal een belangrijk middel om gevoelens en emoties te kunnen uiten. Ook kan het gebruik van Luistertaal de spreekangst in een andere taal verminderen. In organisaties en instellingen zijn niet altijd concrete afspraken over taalgebruik, waardoor Luistertaal vooral ad hoc wordt toegepast. Het zou kunnen helpen om meer over Luistertaal en andere communicatiemogelijkheden vast te leggen in taalbeleid.