Grote subsidie voor onderzoek naar relatie armoede en geestelijke gezondheid jongeren

Carlijn Kamphuis en Gonneke Stevens, beiden onderzoekers aan de afdeling Interdisciplinaire Sociale Wetenschap van de Universiteit Utrecht, hebben een NWO-subsidie vanuit de Nationale Wetenschapsagenda van 1 miljoen euro verworven. Met deze subsidie gaan de twee wetenschappers in nauwe samenwerking met een breed consortium de relatie tussen armoede en de mentale gezondheid van jongeren onderzoeken.

Jongeren die opgroeien in armoede hebben een verhoogd risico op mentale problemen. De risicofactoren zijn uiteenlopend, maar niet zelden extern. Kamphuis: “Denk aan sociale uitsluiting, onveiligheid in de buurt, en stress in het gezin.” De meeste interventies die de mentale gezondheid van deze jongeren willen verbeteren richten zich evenwel vaak op de jongere zelf. Dat willen Kamphuis en Stevens anders aan gaan pakken.

We hebben twee buurten geselecteerd: één in Utrecht en één in Amersfoort.

Kernteam in buurten

Met hun project richten de Utrechtse jeugdonderzoekers zich juist op het complexe systeem van risicofactoren dat onderliggend is aan mentale problemen. Stevens: “We hebben twee buurten geselecteerd: één in Utrecht en één in Amersfoort. In elk van deze buurten vormen we een kernteam, bestaande uit jongeren, hun ouders, professionals, beleidsmakers en onderzoekers.” Deze kernteams gaan aan de slag om zicht te krijgen op het complexe systeem van interacterende factoren in de relaties tussen armoede en mentale gezondheid van jongeren in die specifieke buurt. Stevens: “Op basis hiervan ontwikkelen we een systeemgerichte, integrale aanpak voor het verbeteren van de mentale gezondheid van jongeren, waarbij we onderzoek doen naar werkzame principes en de beste manier van implementeren.”

Als onderzoeker is het wel spannend dat je veel los moet laten en minder controle hebt.

Betrokken

De onderzoekers kijken uit naar de samenwerking met jongeren en hun ouders. Kamphuis: “In ons actieonderzoek wordt de doelgroep in elke stap betrokken: van het bepalen van het te onderzoeken probleem, tot de selectie van interventies en het begeleidende onderzoek. We denken dat dit de maatschappelijke relevantie en impact zeer ten goede gaat komen. Als onderzoeker is het wel spannend dat je veel los moet laten en minder controle hebt. Voor iedereen een leerproces.”

Super blij

Beide onderzoekers waren vanzelfsprekend verheugd toen ze vernamen dat hun project de subsidie kreeg. Stevens: “Ja, we waren super blij toen we de verlossende mail ontvingen. We gaan dit project samen doen met onder meer Amsterdam UMC, Pharos, het Trimbos-instituut, de gemeentes Utrecht en Amersfoort, Mind en verschillende GGD’en. De reacties van deze partners op de toekenning waren ook heel enthousiast. We hebben allemaal enorm veel zin om aan de slag te gaan met dit mooie project.”