ERC-beurs voor criminoloog Daan van Uhm: onderzoek naar 'green laundering'

Illegale handel in natuurlijke rijkdommen verbindt onder- en bovenwereld

Criminelen rommelen met de herkomst van (onder meer) hout, neushoorn-hoorn en goud

Op 22 november is bekend gemaakt dat Daan van Uhm, verbonden aan het Willem Pompe Instituut van de Universiteit Utrecht, een ERC Starting Grant ontvangt voor zijn onderzoekvoorstel inzake 'green laundering' van natuurlijke rijkdommen. In toenemende mate verleggen criminele organisaties hun werkterrein naar het lucratieve 'witwassen' van illegaal verkregen tropisch hardhout, beschermde diersoorten, metalen en mineralen. Als deze uiteindelijk op de internationale markt terechtkomen, beschikken ze over de juiste papieren om voor legale handelswaar door te gaan. "Om het witwassen te vergemakkelijken, werken misdaadgroepen samen met reguliere bedrijven en met corrupte overheidsambtenaren. Mijn onderzoek heeft als doel te begrijpen hoe en waarom deze criminele samenwerkingsverbanden, waarin onderwereld en bovenwereld vervlochten zijn, natuurlijke rijkdommen witwassen, en wat de gevolgen voor het milieu zijn", licht Van Uhm zijn onderzoeksplannen toe.

Met dit project wil ik de interacties tussen de actoren die 'green laundering' faciliteren – criminele organisaties, bedrijven en corrupte overheidsambtenaren – in kaart brengen, om te kijken waar regelgeving en handhaving tekort schieten.

Voor criminele organisaties kan het aantrekkelijk zijn om hun traditionele werkterrein (bijvoorbeeld de productie en smokkel van cocaïne of opium) in te ruilen voor handelswaar die niet per definitie illegaal is, maar waar de exacte herkomst bepalend is of wet- en regelgeving wordt overtreden. Vervolgens koopt de consument een gouden trouwring, een hardhouten vloer of beschermde diersoort als ‘legaal’ op de internationale markt en wordt men onbewust onderdeel van een handel met verwoestende gevolgen voor het milieu. "Er is een continuüm tussen legaliteit en illegaliteit, een grijs gebied waarin de herkomst van producten onduidelijk is. Hierin ontstaan economische en politieke interacties tussen actoren – criminele organisaties, bedrijven en corrupte overheidsambtenaren – die green laundering faciliteren. Met dit project wil ik de interacties tussen die actoren en de hierbij optredende milieuschade in kaart brengen vanuit een 'groen criminologisch'-perspectief, om te kijken waar regelgeving en handhaving tekort schieten."

Terwijl regenwouden in rap tempo verdwijnen, diersoorten met uitsterven bedreigd raken en vervuiling een groeiend probleem vormt, ziet Van Uhm dat handhaving van groene criminaliteit vaak geen prioriteit heeft en bovendien ingewikkeld is. "Vaak ziet een transactie er op papier goed uit, maar bestaat een vermoeden dat de documenten onjuist of vervalst zijn." Nederland kan dan een rechtshulpverzoek indienen bij het herkomstland, voor nader onderzoek naar een verdachte zending of transactie, maar dit ligt natuurlijk uiterst gevoelig als er sprake is van corrupt overheidshandelen.

Green laundering 'hot spots'

Het onderzoeksproject bestaat uit drie onderdelen, legt Van Uhm uit. In de eerste plaats een analyse van meer dan honderd gevallen van green laundering, teneinde patronen en trends te identificeren. Naast deze kwantitatieve analyse, zullen drie promovendi, via veldwerk bestaande uit interviews en observaties, heel nauw in kaart gaan brengen hoe green laundering in drie ‘hot spots’ in de praktijk gestalte krijgt. "Eén case study is op Borneo, waar illegale ontbossing al decennia een groot probleem vormt. Daar wordt bijvoorbeeld illegaal gekapt hout ondergebracht in bestaande concessies, om vervolgens legaal te worden doorverkocht. De tweede case study draait om de handel in neushoorn-hoorns vanuit Zuidelijk Afrika. Hoewel de handel in hoorn doorgaans verboden is, zijn er uitzonderingen voor antieke hoorns. Dit heeft geleid tot een maas in de wet voor het witwassen van illegale hoorns. De derde case study richt zich op het Surinaamse deel van de Amazone, waar veel goud wordt gewonnen. Hier zie je dat illegaal goud ook uit buurlanden via Suriname wordt witgewassen."

Crime script analysis

In de laatste onderzoeksfase worden de kwantitatieve en kwalitatieve analyses middels crime script analysis samengebracht. In dergelijke 'misdaadscripts' wordt het proces van green laundering stap-voor-stap in kaart gebracht. Het zijn analytische samenvattingen van het bedrijfsmodel achter deze vorm van georganiseerde misdaad, met daarin ook alle vertakkingen naar medeplichtigen in de bovenwereld die onmisbaar zijn voor het slagen ervan. "Hoe gaat het hele proces achter green laundering in zijn werk? Waar zitten de mazen in regelgeving en handhaving waar misbruik van wordt gemaakt? Het is een systematische criminologische analyse", zegt Van Uhm. Deze inzichten kunnen cruciaal zijn voor beleidsmakers, bedrijven, NGO's en de handhaving, om inventieve oplossingen te ontwikkelen om het witwassen van natuurlijke rijkdommen te voorkomen en aan te pakken.

Naar een ecocentrische aanpak

Inspiratie voor deze nieuwe onderzoekslijn ontleende Van Uhm aan zijn eerdere onderzoek naar 'groene criminaliteit', toen hem de verwevenheid met bedrijven en beambten in de bovenwereld duidelijk werd. Als voorbeeld noemt hij georganiseerde misdaad die nauw samenwerkt met corrupte ambtenaren in het regenwoud om de handel in illegaal hout, goud en beschermde diersoorten te faciliteren. Toch is hij ervan overtuigd dat de meeste bedrijven én consumenten meer transparantie en duurzaamheid in de natuurlijke grondstoffenketen zouden verwelkomen. Inzicht in de interactie achter het witwassen van natuurlijke rijkdommen vanuit een groen criminologisch perspectief is volgens Van Uhm dringend nodig om de hiaten in de huidige (antropocentrische) regelgeving, beleid en handhaving aan te pakken en ecocentrische perspectieven te introduceren. 

Daan van Uhm onderzocht eerder hoe de georganiseerde misdaad zijn activiteiten verlegt naar de illegale handel in natuurlijke rijkdommen: The diversification of organized crime into the illegal trade in natural resources. Hiervoor ontving hij een NWO Veni-beurs. Dit onderzoek bracht hem naar Colombia (waar drugskartels nu de groene criminaliteit 'ontdekken'), Oost-Congo, en de 'gouden driehoek' in Zuidoost-Azië.

De ERC (European Research Council) Starting Grants, bedoeld voor wetenschappers met twee tot zeven jaar ervaring na hun promotie, is onderdeel van het Horizon Europe programma. Van de ruim vierhonderd beurzen werden er dit jaar veertig toegekend aan onderzoekers in Nederland, waaronder zes verbonden aan de Universiteit Utrecht