Ann Rigney formeel geïnstalleerd als Honorary Member van de Royal Irish Academy

Vorige week vond de Admittance Day van de Royal Irish Academy plaats. Op die dag warden 24 van de 29 nieuwe leden formeel tot de Academy toegelaten. De nieuwe leden worden geprezen om hun exceptionele bijdragen aan zowel de (geestes)wetenschappen, als aan de samenleving. Een van de nieuwe leden is hoogleraar Algemene Literatuurwetenschap Ann Rigney. Nieuwe leden worden verkozen en lidmaatschap wordt beschouwd als de hoogste academische onderscheiding in Ierland.

Het erelidmaatschap is voor vooraanstaande wetenschappers die niet aan een universiteit in Ierland werkzaam zijn, maar wel een band met Ierland hebben. Rigney is geboren en getogen in Dublin en heeft gestudeerd aan University College Dublin, onderdeel van de National University of Ireland. Ook heeft ze in haar onderzoek naar herinneringspraktijken en herinneringspolitiek aandacht besteed aan (Noord-)Ierland.

Admittance Day

Vorige week vond de formele toelating plaats in Dublin. Voorzitter van de Royal Irish Academy Mary Canning zei: “Wij zijn enorm trots op deze 29 nieuwe leden die wij vandaag erkennen voor hun wetenschappelijke prestaties, hun onderzoek en internationale onderscheiding of voor hun belangrijke bijdragen aan de Ierse samenleving. Als nieuwe leden van de Academy zullen zij bijdragen aan en deskundig advies geven over het beleid inzake hoger onderwijs en onderzoek.”

Als onderdeel van de ceremonie schreef Riney zich in in het zogenoemde Roll Book of Members, een namenlijst van leden die al sinds 1802 wordt bijgehouden. In dit boek bevindt ze zich dan in de aanwezigheid van onder meer alle Ierse presidenten, de dichter W.B. Yeats (ingeschreven 1924) en natuurkundige Sheila Tinney (1949).

Ik ervaar deze erkenning als een grote eer, en vooral ook als een thuiskomst.

Ann Rigney

De Royal Irish Academy omschrijft Rigney als “een vooraanstaand literatuurhistoricus en criticus, [die] vooral bekend is om haar baanbrekende boeken op het gebied van de studie van het cultureel geheugen.”

Rigney heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van de ‘cultural memory studies’. Ze heeft het Utrecht Forum for Memory Studies opgericht, is coördinator van het Network in Transnational Memory Studies en verbonden aan Institutions for Open Societies, een interdisciplinair onderzoeksgebied gericht op de ontwikkeling en uitbouw van gezonde open samenlevingen, waar dan ook ter wereld.

Haar onderzoek richt zich op het samenspel tussen verhaal, collectieve identiteit en debatten over de betekenis van het verleden voor het heden.

Momenteel leidt ze het grote Remembering Activism: The Cultural Memory of Protest in Europe-project (ReACT), over hoe burgerdemonstraties doorwerken in de collectieve herinnering: hoe worden protesten herinnerd nadat ze uit het nieuws zijn verdwenen? Rigney ontving hiervoor een ERC Advanced Grant van de European Research Council (2019 t/m 2023). Ook is ze lid van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) en de Academia Europea.

Royal Irish Academy

De Royal Irish Academy, opgericht in 1785, erkent buitengewone prestaties op het gebied van onderzoek en wetenschap van onderzoekers die een band hebben met Ierland. De Academy bevordert naar eigen zeggen het bewustzijn van hoe (geestes)wetenschappen ons leven verrijken en de maatschappij ten goede komen.

Op dit moment telt de Academy ruim zeshonderd leden, waarvan bijna negentig ereleden. Kandidaten voor het erelidmaatschap worden voorgedragen en gekozen door wetenschappers die al lid zijn van de Academy. De KNAW kan worden beschouwd als het Nederlandse equivalent van de Academy.