Werden de Wagnertroepen echt met open armen ontvangen tijdens hun ‘mars voor gerechtigheid’?

Iva Vukušić in Nieuwsuur

De Wagnergroep rijdt de Russische stad Rostov aan de Don binnen. Foto: via Wikimedia Commons, publiek domein
De Wagnergroep rijdt de Russische stad Rostov aan de Don binnen.

Op zaterdag 24 juni stak het Wagnerleger onder leiding van Jevgeni Prigozjin de grens met Rusland over en bezette het de stad Rostov aan de Don. Prigozjins ambitie: een “mars voor gerechtigheid” om “kwaadaardige” Russische militaire top aan te pakken. Op beelden leek de Russische bevolking enthousiast over de komst van Wagner, maar was dat wel zo? Universitair docent Internationale geschiedenis Iva Vukušić analyseert de opmars in Nieuwsuur.

‘Mars voor gerechtigheid’

Prigozjin eiste het vertrek van minister Sjojgoe van Defensie en de Russische stafchef Gerasimov. De Wagnerbaas verweet Sjojgoe en Gerasimov al langer dat ze te weinig zouden doen om zijn eenheden te onderhouden. De druppel was echter het besluit om alle huurlingenlegers contractueel onder het toezicht van de door Prigozjin zo gehate Sjojgoe te plaatsen.

Dr. Iva Vukusic
Dr. Iva Vukušić

Mogelijk waren Wagner en Prigozjin zelfstandiger en machtiger geworden dan de Russische top veilig acht, denkt Vukušić. “Het zijn nu misschien wel 25.000 mensen die zich sterk verbonden voelen met Prigozjin en zelf geniet hij grote bekendheid. Hij is voortdurend op Telegram te zien. De angst bestond waarschijnlijk dat Wagner te sterk werd.”

Steun aan Wagner?

In Rostov aan de Don trokken de Wagnermanschappen veel bekijks met hun opmars. Maar om direct te concluderen dat al deze Russen Wagner steunen, vindt Vukušić te kort door de bocht. “Als je in een stad woont en er gebeurt iets bijzonders, dan zullen veel mensen een foto nemen, ongeacht wat er aan de hand is. Mensen denken: iemand in uniform of kijk, een tank – even een foto maken.”

“We kunnen niet zeker weten welke mensen het regime of Wagner steunen. Het is al lastig om te bepalen wat je in Rusland onder ‘steunen’ kunt verstaan. Mensen voelen zich niet vrij genoeg om eerlijk antwoord te geven.”