Van varkens tot termieten, ze moesten allemaal voor de rechtbank verschijnen

Rob Meens in KIJK Magazine

Het proces tegen Billy Burns. Zijn slachtoffer: een ezel. Schilderij door P. Mathews (1838), via Wikimedia Commons (publiek domein)
Dieren verschenen ook voor de rechter als slachtoffer, zoals in 1822 de ezel van de Brit Billy Burns.

Verschillende diersoorten zijn door de geschiedenis heen voor de rechtbank verschenen. In de zeventiende eeuw werden bijvoorbeeld rupsen aangeklaagd wanneer gewassen vernield waren en recent werd er nog een beer gearresteerd in Italië voor het doden van een jogger. De studenten van Rob Meens moeten soms lachen om deze dierenprocessen, maar dat is volgens de docent middeleeuwse geschiedenis niet helemaal terecht. Hij vertelt in KIJK Magazine meer over het fenomeen.

De eerste dieren voor de rechter

“We weten dat het vroegste Europese proces halverwege de dertiende eeuw plaatsvond”, vertelt Meens. Ze gingen door tot ver na de middeleeuwen, tot ongeveer 1750 ongeveer, en vonden plaats in veel Europese landen, zoals Duitsland, Frankrijk, Nederland en Zwitserland.

Hoe deze processen precies ontstaan zijn, is niet bekend. Vanaf de dertiende eeuw werden er in Europa steeds meer huisdieren gehouden, wat mogelijk een rol heeft gespeeld. “Wat ook meespeelde, was de juridisering van de samenleving”, zegt Meens. Rechtspraak kreeg een steeds grotere rol en men stapte sneller naar de rechtbank, of de dader nou een mens of een dier was.

Processen tegen dieren

De processen zagen er niet altijd hetzelfde uit. Kleine dieren, zoals rupsen of termieten, werden vaak als groep aangeklaagd, terwijl grotere dieren in hun eentje voor de rechter moesten komen. Een dier dat veel voor de rechtbank moest komen was het varken. “Varkens liepen vaker rond het huis dan ander groot vee”, vertelt Meens. Kinderen werden ook regelmatig door varkens gedood. “Het dier aanklagen, was een manier om daarmee om te gaan.”

Onbekend

Er is nauwelijks grondig onderzoek gedaan naar dierenprocessen, waardoor er nog veel onbekend is. “Daarom blijven we steken op het niveau van ‘kijk eens wat grappig’”, zegt Meens. Hij vindt het onterecht dat er zo gelachen wordt om de processen, want zo anders zijn wij niet. “Als een hond een kind doodbijt, voeren we nog steeds rechtszaken over de juridische vraag wie er verantwoordelijk is.”