“Stilte is niet de afwezigheid van taal, maar is eigenlijk een taal op zich”

Sterre Leufkens in Nieuwe Feiten

Een ansichtkaart waarop een pianist een toehoorder om stilte vraagt
Afbeelding: Newberry Library

In elk gesprek vallen kleine stiltes, legt universitair docent Sterre Leufkens uit. Ze vertelt in Nieuwe Feiten op VRT Radio 1 hoe het zit met deze kleine pauzes in het gesprek, die soms erg kunnen verschillen per land.

Wisselpauze

Leufkens legt uit dat gesprekspartners in een gesprek continu aan het opletten zijn dat er niet door elkaar gepraat wordt, maar ook dat er geen grote stiltes vallen. “We zijn eigenlijk de hele tijd aan het controleren dat we netjes onze gespreksbeurt op elkaar laten aansluiten.” Er zit echter altijd een kleine pauze van een paar milliseconden tussen deze spraakbeurten, vertelt ze, wat een wisselpauze heet.

Verschillende lengtes

De gemiddelde lengte van zo’n wisselpauze kan erg verschillen per taal. “In het Japans is die wisselpauze maar heel kort”, zegt Leufkens, “soms zelfs zo kort dat er helemaal geen pauze is en dat er daadwerkelijk door elkaar heen gepraat wordt.” Aan de andere kant van het spectrum staat het Deens, waar een wisselpauze gemiddeld bijna een halve seconde kan duren.

“In het Nederlands zitten we rond de 108 milliseconden gemiddeld,” vertelt Leufkens, “dus dat is wel gemiddeld vergeleken met andere talen.” Hoewel deze pauze slechts een tiende van een seconde is, merken we het volgens haar meteen op wanneer de stilte te lang duurt. “We willen geen stiltes laten vallen want misschien gaat er dan iets mis, dus we zijn heel netjes in het aanhouden van die wisselpauze.”

Betekenis

Een langere stilte kan een logische oorzaak hebben, bijvoorbeeld dat iemand even niet op een woord kan komen, en dan valt het volgens Leufkens wel mee. “Maar het kan ook dat er iets anders aan de hand is en dat er bijvoorbeeld een pijnlijk antwoord gegeven moet worden.” Zo’n stilte wordt vrij snel geïnterpreteerd en kan echt betekenis hebben. “Het is niet de afwezigheid van taal,” stelt ze, “maar het is eigenlijk taal op zich, een stilte”.