Op zoek naar goud en geluk

Een inwoner van Alaska vond in de jaren negentig een klomp goud van negen kilo in zijn tuin, die nu wordt geschat op een waarde van een miljoen dollar. Hij deed deze wonderlijke vondst 100 jaar na de goudkoorts in Klondike, Alaska. Cultuurhistoricus dr. Rutger van der Hoeven gaat in gesprek over deze geschiedenis bij het programma Spraakmakers op NPO Radio 1.

Anarchie

De Amerikaanse goudkoorts begon in 1848 toen er goud werd gevonden in Californië. Dit heeft ontzettend veel invloed gehad op de bevolking en het landschap van deze staat en de rest van het land. Toen er ook goud werd gevonden in de Klondike-regio in Canada werd Alaska de poort naar geluk voor goudzoekers die in Californië achter het net visten. Hierdoor ontstond in Alaska totale anarchie. "Er was geen eigendomsrecht dus er werd daar ter plekke iets bedacht over hoe je dat moest doen, er werd toen bedacht dat je paaltjes kon slaan om een claim te maken," vertelt van der Hoeven. Dit garandeerde echter niks: "Als je iets vond dan was je vervolgens je leven niet zeker. Zelfs die man die dus in 1998 iets vond heeft hem nog verstopt en een tijdje verborgen gehouden omdat die bang was wat er met hem zou gebeuren."

Amerikaanse identiteit

De zoektocht naar geluk werd al snel onderdeel van de Amerikaanse identiteit, als sprankelend voorbeeld van 'the American dream' waarin iedereen rijk en succesvol kon worden als ze de handen maar uit de mouwen staken. Zo was bijvoorbeeld de grootvader van voormalig president Donald Trump een van de gelukkigen die een fortuin verdiende aan de goudkoorts en dat door kon geven aan zijn nakomelingen. Deze grenzeloze mentaliteit heeft ook nu nog veel invloed, legt van der Hoeven uit: "Heel Alaska is een staat die nog erg gericht is op mensen die een fortuin zoeken, die daar naartoe gaan met het idee dat ze een paar jaar daar zullen werken en met goud terugkeren." En dat idee is zo gek nog niet, zo laat de recente vondst nogmaals zien.