Omgaan met wat we horen en lezen in een wereld vol AI-teksten

Stef Spronck in Eos Wetenschap

Robot typt op een laptop © iStockphoto.com/demaerre
© iStockphoto.com/demaerre

De vraag of machines slimmer zullen worden dan mensen is een veelgestelde vraag, maar docent Taal en communicatie Stef Spronck houdt zich liever bezig met een andere discussie rondom kunstmatige intelligentie (AI). In Eos Wetenschap schrijft hij over de invloed die computergegenereerde taal heeft op onze omgang met wat we horen en lezen.

Voorspellingen

“Lang lag de nadruk in taalkundige studies over taalgebruik via de computer op de vorm van die taal zelf”, zegt Spronck. Er zijn voorspellingen gemaakt van pictografische taal, zinnen waar de grammatica ten koste gaat aan overmatig gebruik van emoji’s of stemsturing als vervanger van geschreven taal.

De opkomst van de ‘grote taalmodellen’ (LLMs) zorgt voor nieuwe mogelijkheden. “Geen plaatje en geen menselijk ingesproken bericht, maar een enorme lap zeer correct geschreven of gesproken tekst waarvoor een mens alleen een handvol instructies heeft moeten intypen”, licht Spronck toe.

Empathie

Door instructies toe te voegen over bijvoorbeeld de doelgroep of de gewenste toon van het bericht kan er zelfs rekening gehouden worden met de gevoelens van de lezer. “De teksten die het programma uitspuugt kunnen heel goed empathie veinzen”, zegt Spronck. “Willen wij echt een maatschappij inrichten waarin we empathie uitbesteden aan een algoritme?”

Nieuwe ontwikkelingen

In de nieuwe wereld vol AI-teksten en -spraak zal het een en ander veranderen in de omgang tot wat we horen en lezen. De sprekers achter de tekst, die belangrijk zijn om de betrouwbaarheid van een tekst in te schatten, zullen lastiger te vinden zijn. “Er zullen meerdere type sprekers zijn en meerdere manieren om ons tot die spreker te verhouden door middel van taal”, stelt Spronck. “Maar ook als de spreker een geest in de machine is zullen we die weten te vinden.”