“Je moet de persoonsdossiers in het Nationaal Archief in historische context zien”

Eleni Braat in Historiek

Dozen met persoonsdossiers in een stellingkast van het Nationaal Archief.
Dozen met persoonsdossiers in het Nationaal Archief. Foto: Nationaal Archief.

De Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) heeft in 2022 ruim 71.000 persoonsdossiers (1945-1998) van haar voorloper, de Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD), overgedragen aan het Nationaal Archief. In onder meer verschillende kranten werd het functioneren van de BVD getoetst aan de strenge wettelijke en morele criteria die nu gehanteerd worden. In Historiek pleit universitair hoofddocent Politieke geschiedenis Eleni Braat samen met onderzoeker Ben de Jong (Universiteit Leiden) voor een ander soort onderzoek naar de dossiers van de BVD, waarin de historische context een grotere rol krijgt.

Gebrek aan regelgeving

De persoonsdossiers zijn alleen goed te interpreteren als ze worden gezien in hun historische context, stellen Braat en De Jong. In de tijd van de Koude Oorlog (ca. 1945-1991) was de wetgeving en het toezicht op inlichtingen- en veiligheidsdiensten erg verschillend met de huidige situatie. “Destijds was er weinig aandacht voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer – de term ‘privacy’ was praktisch onbekend – en de BVD opereerde vrijwel in een juridisch vacuüm met flinterdun extern toezicht.”

“Het gebrek aan regelgeving waarbinnen de BVD vroeger functioneerde heeft ongetwijfeld geleid tot operaties die naar de maatstaven van tegenwoordig aanvechtbaar zijn”, schrijven Braat en De Jong. Als voorbeeld noemen ze de leider van de Communistische Partije Nederland (CPN), die ongeveer vijfentwintig jaar werd afgeluisterd met microfoons in zijn woning. “Een meer indringende vorm van schending van de privacy is nauwelijks denkbaar,” leggen ze uit, “en vele jaren na het einde van de Koude Oorlog komt vanzelfsprekend de vraag op of dit al die tijd echt nodig was.”

Historische context

Braat en De Jong zien dat er zeker dingen zijn aan te merken op het handelen van de BVD. Maar, schrijven ze, “men moet de persoonsdossiers in het Nationaal Archief echter vooral in hun historische context bezien en niet primair vanuit het perspectief van de strengere wettelijke en morele criteria van tegenwoordig.”

Zo zitten de dossiers vol informatie over de keuzes die de dienst destijds moest maken, bijvoorbeeld wanneer iemands telefoon afgeluisterd moest worden, en is daarmee een belangrijke bron voor geschiedschrijving. “De antwoorden op dergelijke vragen zijn interessanter dan vele jaren later vaststellen dat allerlei zaken niet door de beugel konden”, concluderen Braat en De Jong. “Over dat laatste is vrijwel iedereen het anno 2023 wel eens.”

Meer informatie
Lees meer in Historiek