Google in het basisonderwijs

Vijftig tot zeventig procent van de hard- en software in het basisonderwijs is van Google. Na Amerika veroverd te hebben, is het bedrijf nu ook hard op weg om in Nederland de markt over te nemen. Niels Kerssens (Media- en Cultuurwetenschappen) was bij BNR Nieuwsradio te gast om te praten over de groeiende invloed van Google, die hij als een probleem ziet.

Aanwinst

Kerssens plaatst vooral vraagtekens bij de invloed die een private onderneming kan hebben in een publiek domein, dat ook door publieke waarden wordt vormgegeven. Moeten we daarom de producten van Google wantrouwen? Dat ook niet, zegt Kerssens: de producten van Google zijn een aanwinst voor het basisonderwijs, dat onder grote druk staat. Zo helpen ze bijvoorbeeld om de werkdruk van docenten te verlagen en het onderwijs aan te passen aan het individuele kind.

Een kritische houding

Toch is het belangrijk om rekening te houden met de beweegredenen van Google. "Een van de beweegredenen is natuurlijk dat op het moment dat je bij de allerjongste kinderen start en hen in een Google-omgeving laat wennen, je ze later ook mee zou kunnen nemen als consument en als klant van Google," zegt Kerssens. Ook het verzamelen van data speelt een belangrijke rol. Het is dus belangrijk om verder te kijken dan de producten alleen. Kerssens: "Ik denk dat we een kritische houding aan moeten nemen naar de steeds dominantere rol van Google in het onderwijs".