“De Mona Lisa was geen schilderij zoals wij het zien, althans niet voor Leonardo da Vinci”

Michael Kwakkelstein bij De Nieuws BV

Leonardo da Vinci's Vitruvian Man.
De Vitruviusman, misschien wel Leonardo da Vinci’s beroemdste studietekening.

Als je een tijdcapsule zou maken, vraagt radioprogramma De Nieuws BV haar gasten, wat moet er dan in? Voor Michael Kwakkelstein, hoogleraar Beeldende kunst van de renaissance in Italië, is deze vraag snel beantwoord: de aantekeningenboekjes van Leonardo da Vinci (1452-1519), en als het even kan ook de Mona Lisa. “Als je die boekjes inkijkt kom je in de geest van Da Vinci terecht.”

30.000 bladen met aantekeningen

Leonardo da Vinci heeft zijn leven lang al zijn observaties opgeschreven in boekjes die hij veelal meedroeg aan zijn riem, vertelt Kwakkelstein. In totaal moet hij wel 30.000 bladen met aantekeningen en tekeningen hebben nagelaten. Over de jaren hebben verzamelaars de boekjes en bladen herschikt en tekeningen uitgesneden, waardoor er nu nog maar een stuk of twintig boekjes zijn overgebleven.

“Als je zo’n aantekeningenboekje opendoet, kun je van alles aantreffen”, zegt Kwakkelstein. Ze staan vol technologische en natuurwetenschappelijke tekeningen en aantekeningen. “Van tekst over het menselijk lichaam, van uitbeeldingen van vogels, omdat hij een vliegmachine wilde ontwerpen en gefascineerd was door vlucht.” Als een waar homo universalis, observeerde Da Vinci de natuur, van geologie tot anatomie en het dierenrijk. “Dat deed hij puur voor zijn eigen genoegen, om de natuur te kennen zoals God hem had geschapen.”

Mona Lisa

Al zijn onderzoek kwam samen in Da Vinci’s wereldberoemde schilderij de Mona Lisa. “Leonardo schilderde in de Mona Lisa niet een schilderij”, legt Kwakkelstein uit. Da Vinci zag het niet als een schilderij zoals wij dat zien, maar als een objectieve weergave van de natuur. “Hij wil een andere vorm van realiteit weergeven, die hij kan scheppen doordat hij zoveel weet van optica, van hoe wij zien, natuur, anatomie. Het schilderij is voor hem een belichaming van alle natuurwetenschappelijke kennis.”