De blinde vlekken en missers van de Grote Indonesië-tentoonstelling
Remco Raben in Trouw
Universitair hoofddocent in de Geschiedenis van de internationale betrekkingen Remco Raben is gematigd enthousiast over de nieuwe Grote Indonesië-tentoonstelling van de Amsterdamse Nieuwe Kerk. Het is een goede eerste kennismaking met het land, zegt hij in Trouw, “maar de tentoonstelling geeft het perspectief van een buitenstaander, niet die van een Indonesiër.”
Mooiste historische objecten
Volgens de Nieuwe Kerk onderzoekt de Grote Indonesië-tentoonstelling onder andere hoe Nederland zich als voormalig kolonisator tot Indonesië verhoudt. Raben, die ook bijzonder hoogleraar Koloniale en postkoloniale literatuur is aan de Universiteit van Amsterdam, ziet dit echter niet terug.
Slechts twee van de musea waarvan de Nieuwe Kerk historische objecten leent zijn gevestigd in Indonesië, merkt hij op. De andere vijftien zijn Nederlands. “Je moet toch reflecteren op het feit dat de mooiste spullen in Nederland liggen? En dat als Indonesiërs over hun eigen kunstgeschiedenis willen leren, ze naar Nederland moeten komen?” Dat het misschien geen roofkunst is, vindt Raben niet belangrijk. “Misschien zijn de objecten gekocht, maar onder welke omstandigheden?”
Zwarte bladzijde
In de tentoonstelling mist Raben een van de belangrijkste zwarte bladzijden van de Indonesische geschiedenis: de moord op 500.000 tot 1 miljoen vermeende communisten in 1965. Hij wijst ook op een aantal fouten. “Een priesterstaf heet ‘toverstaf’. Een aan de profeet Mohammed toegeschreven jas wordt een ‘goddelijke’ herkomst toegedicht.”
De tentoonstelling geeft een beeld van Indonesië gezien door de ogen van een buitenstaander, vindt Raben. Zo zijn ook termen als ‘overweldigende natuur’ en ‘mysterieuze voorouderverering’ typische koloniale clichés. “Voor iemand die daar leeft is die natuur niet overweldigend, maar gewoon de natuur. Of de voorouderverering: voor ons is dat mysterieus, in Indonesië niet.”
Eerste kennismaking
“Deze tentoonstelling is Indonesië door de oogharen, een eerste kennismaking”, zegt Raben. “Je ziet de contouren, je ziet de kleuren, wat problemen en wat kritiek, zoals op het koloniale geweld en slavernij.” De echte gevoelige kwesties van het actuele debat, zoals het geweld tijdens de onafhankelijkheidsoorlog, mist hij echter. “Je ziet dat een poging is gedaan om consciëntieus met de geschiedenis om te gaan, maar met duidelijke blinde vlekken en een paar missers.”