Met de waterwolf valt niet te spotten

kayak op de Waal bij hoogwater, foto: Jos Zwaan op Unsplash
Een man in kajak op de Waal bij Nijmegen, tijdens hoogwater. Foto: Jos Zwaan.

De grootste evacuatie ooit in Nederland vanwege hoogwater is deze winter 25 jaar geleden. Zo’n 250.000 mensen moesten hun huizen in het rivierengebied verlaten, vanwege de gevaarlijke hoge waterstand van de Rijn, Maas en Waal. Sommige waterwetenschappers van de Universiteit Utrecht hebben hier persoonlijke herinneringen aan. Ze blikken terug én vooruit. Want hoe staan we er anno 2020 voor? 

“Buitengewoon hectische dagen, je kunt het je nu nauwelijks nog voorstellen zonder mobieltjes en internet, het modernste communicatiemiddel was de fax”, vertelt Herman Havekes, bijzonder hoogleraar Publieke organisatie van het (decentrale) waterbeheer aan de Universiteit Utrecht. Op 31 januari bereikte het water bij Lobith een recordhoogte van 16,63 meter boven NAP. Havekes werkte toen (en nu nog) bij de Unie van Waterschappen.

Inzet militairen bij hoogwater 1995

Video van het Nederlands Instituut voor Militaire Historie.

“Ik verlang er wel eens naar terug omdat er in relatief korte tijd heel veel werk is verricht. De Deltawet grote rivieren - een noodwet die geen noodwet mocht heten -  is toen binnen enkele weken door Tweede en Eerste Kamer gejaagd. Er is heel veel geld uitgetrokken voor versterking van dijken en andere maatregelen. Procedures zijn versneld.”

Klimaatvluchtelingen avant la lettre

Het was een penibele situatie eind januari, begin februari 1995. Onder het oog van vele verslaggevers en camera’s werden bij Ochten aan de Waal honderden militairen ingezet om met zandzakken de dijk te verzwaren. Militairen hielpen ook met evacuatie van de klimaatvluchtelingen avant la lettre. In grote gebieden in het rivierenland moesten honderdduizenden mensen en ook heel veel vee huis en haard verlaten. Kinderen moesten tijdelijk in andere dorpen naar school. 

windsufer ondergelopen snelweg A2 bij hoogwater 1995
Still uit een video van windsurfer op de A2 bij den Bosch.

“Ik herinner me de randverschijnselen”, vertelt Havekes. “Een foto van een surfer op de ondergelopen A2 bij Den Bosch ging de hele wereld over. Bij eigenaren van dijkhuisjes, niet zelden Amsterdamse kunstschilders die er alleen in zomerse weekends woonden en dijkversterking tegenhielden, werden de ruiten ingegooid. De Gelderse gedeputeerde Van Dijkhuizen moest bijna aftreden omdat hij gewaagd had aan de uitvoeringscapaciteit van de waterschappen te twijfelen.”

Frank Groothuijse, universitair hoofddocent Omgevingsrecht aan de Universiteit Utrecht vertelt: “Ik was scholier in Den Bosch, in “bedreigd” gebied en herinner me dat het kantje boord was. Voor de awareness is het goed als het zo nu en dan bijna mis gaat, want dan zijn politiek draagvlak en financiële middelen makkelijker te verwerven. Het gebed van een dijkgraaf is niet voor niets: Geef ons heden ons dagelijks brood en zo nu en dan een watersnood.”

Still uit video van NOS over het hoogwater van 1995
Still uit video van NOS over het hoogwater van 1995.

Herman Kasper Gilissen was ook scholier, in Arnhem. Hij herinnert zich dat hij met een vriendje als kattekwaad over de Rijnkade ging fietsen en ze bijna tot hun oksels in het gevaarlijke water terechtkwamen. “Ik woonde in een gebied waarbij we sowieso vaak over een smalle dijk reden. Ik herinner me nog dat ik met mijn moeder in de auto zat en we allebei uit het raam keken, diep onder de indruk van hoe hoog het water toen stond. Ik denk dat daar de kiem is gelegd voor mijn fascinatie voor waterbeheer en het feit dat ik me ben gaan specialiseren in waterrecht.” Momenteel is Gilissen docent rechtsgeleerheid en onderzoeker bij het Utrecht Centre for Oceans, Water en Sustainability Law. 

Toen is de kiem gelegd voor mijn fascinatie voor waterbeheer en het feit dat ik me ben gaan specialiseren in waterrecht.

Herman Kasper Gilissen
Universitair docent en onderzoeker bij het Utrecht Centre for Water, Oceans and Sustainability Law

Denken over waterveiligheid drastisch herzien

Nederland hield de adem in, in 1995. Gelukkig hielden de dijken stand. De bijna-overstroming heeft ertoe geleid dat het denken over veiligheid langs de rivieren drastisch werd herzien. In het kader van het programma Ruimte voor de Rivier, zou het dijken- en uiterwaardenlandschap enorm gaan veranderen. Ruimte voor de Rivier is in opdracht van de overheid door de Universiteit Utrecht bestuurlijk-juridisch geëvalueerd met veel positieve bevindingen, onder meer over de aandacht voor ruimtelijke kwaliteit in het rivierengebied en dat die doelstelling ook onderdeel uitmaakte van het project. Daarmee had regio ook belang bij de maatregelen en is de weerstand relatief beperkt gebleven.

Still uit video van Militair Instituut over het hoogwater van 1995
Still uit video Militair Instituut over hoogwater 1995.

Havekes: “Wat we kunnen leren uit 1995 is dat met de waterwolf niet te spotten valt, dat er voldoende geld voor waterveiligheid moet zijn. De omvang daarvan valt overigens reuze mee, uit onderzoek van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat blijkt dat waterveiligheid de Nederlandse burger sinds 1953 ongeveer 35 euro per persoon per jaar heeft gekost.”

Waterveiligheid heeft ons sinds 1953 ongeveer 35 euro per jaar per persoon gekost, dat valt toch wel mee?

Herman Havekes
Hoogleraar Publieke organisatie van het (decentrale) waterbeheer, Universiteit Utrecht

De Universiteit Utrecht heeft een leidende positie of het gebied van waterrecht. Marleen van Rijswick, hoogleraar Europees en nationaal waterrecht is programmaleider van het Utrecht Centre for Oceans, Water en Sustainability Law en staat aan de wieg van veel vooruitstrevend onderzoek. Zijzelf en haar team hebben een lange traditie in Nederland en werken met collega's van over de hele wereld samen. Ze zijn ook nauw betrokken bij nieuwe benaderingen van waterveiligheid, door middel van onderzoek en adviezen aan de overheid en andere organisaties. Bijvoorbeeld in het huidige project ALLRISK dat het huidige Hoogwaterbeschermingsprogramma van de overheid wetenschappelijk ondersteunt. Eerder deden ze mee aan het het EU project STARFLOOD, over overstromingsrisico's in stedelijke gebieden met rivieren. "Daar verkenden we verschillende beleidskeuzes. Wat kies je als strategie bij een (dreigende) overstroming en hoe werken overheden en private partners samen?", vertelt Herman Kasper Gilissen die meewerkte aan STARFLOOD.

Bingley 2015 overstroming
Overstroming in het Britse stadje Bingley, in 2015.

"Je kan dijken versterken, maar je kan je bijvoorbeeld ook voornemen om in risicogebieden niet meer te gaan wonen. Dus ook niet meer te bouwen, maar de grond anders te gebruiken. Of toe te staan dat een gebied toch deels onderloopt en daar de gebouwen met schotten en hoge drempels beveiligen. Of je gaat je meer specialiseren in evacuatie, vaker oefenen. Ook belangrijk: plannen maken voor wat je doet met het gebied ná potentiële waterschade: bouw je het weer op zoals voorheen? Of niet? Met sommige strategieën hebben ze in andere landen - bijvoorbeeld Frankrijk - meer ervaring dan in Nederland.”

Delen van Nederland onder water

Nederlands deels onder water, WUR
Nederland in 2120, Wageningen University & Research

Zijn collega Groothuijse sluit zich hierbij aan: “De vraag is nog wel of we de strijd de komende eeuw nog op dezelfde manier kunnen blijven voeren of dat we toch delen van Nederland moeten gaan prijsgeven, vanwege klimaatverandering, zeespiegelstijging, bodemdaling. Kijk bijvoorbeeld naar de de recent gepresenteerde schetsen van Nederland van Wageningen University & Research."

Het is de vraag of we toch delen van Nederland moeten gaan prijsgeven, de komende eeuw.

Frank Groothuijse
Universitair hoofddocent en onderzoeker Milieurecht, Universiteit Utrecht

Met het multidisciplinaire Safelanding-onderzoeksvoorstel wil de Universiteit Utrecht samen met andere universiteiten de uitwerking van dergelijke toekomstschetsen voor Nederland in kaart brengen. Welke beleidskeuzes kunnen we nu al maken voor de lange termijn? Wie is verantwoordelijk voor wat?”

Hoogleraar Havekes is behoorlijk positief gestemd: “Met de nieuwe waterveiligheidsnormen (van kracht sinds januari 2017) is een stap gemaakt richting verdere ontwikkeling van het waterveiligheidsbeleid. We hebben het idee dat we nu (eindelijk) ons lesje geleerd hebben: er is voldoende geld en een heldere verdeelsleutel, de procedure is geoptimaliseerd, er wordt binnen Hoogwaterbeschermingsprogramma goed interbestuurlijk samengewerkt en via de Deltacommissaris hebben we een krachtige functionaris en waakhond, die zo nodig bij de politiek gezaghebbend aan de bel kan trekken."

De Universiteit Utrecht werkt mee aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelen (SDG's). Dit artikel valt binnen de SDG van Februari: Bouw veerkrachtige infrastructuur, stimuleer innovatie. In de maandelijkse e-zine van de VSNU lichten wij onderzoek en beleid uit, dat aansluit op de ontwikkelingsdoelen. Klik hier voor meer informatie over de SDGs en de e-zine van de VSNU