‘Ik wil een DNA-databank voor alle honden en katten in Nederland’

Interview | Dr. Hille Fieten, universitair docent en onderzoeker bij Diergeneeskunde

Erfelijke ziektes en schadelijke uiterlijke kenmerken bij honden en katten uit de wereld helpen. Dat is de missie van onderzoeker en specialist Dr. Hille Fieten, tevens coördinator van het Expertisecentrum Genetica Diergeneeskunde in Utrecht. Volgens haar kan meer dan de helft van de aandoeningen bij deze dieren, worden voorkomen door een beter fokbeleid.

Dr. Hille Fieten, coördinator van het Expertisecentrum Genetica Diergeneeskunde

De interesse in erfelijke ziekten ontstond bij Fieten tijdens haar promotieonderzoek. Dat was gericht op de genetische oorsprong van koperstapeling, een erfelijke stofwisselingsziekte bij Labrador-retrievers. ‘Gaandeweg werd ik meer en meer door mijn onderzoek gegrepen’, vertelt Fieten. ‘Ik ontdekte dat je met onderzoek ook echt impact in de maatschappij kunt hebben. Dat werd mijn voornaamste doel.’ Die impact reikt verder dan honden alleen: koperstapeling komt namelijk ook voor bij mensen.

Een verschil maken, voor dier én mens 

‘Ik presenteerde mijn onderzoek op een congres in Baltimore’, vertelt Fieten. ‘Daar raakte ik in gesprek met patiënten die vertelden over psychiatrische aandoeningen en levercirrose als gevolg van koperstapeling. Er waren ook mensen van wie het kindje was overleden door een koperstofwisselingsziekte. Dat maakte veel indruk op me.’ Fieten legt uit dat rashonden en mensen dezelfde ziekteveroorzakende genen hebben. ‘Maar omdat mensen genetisch heel divers zijn, is het lastig om bij hen dit soort genen op te sporen. Bij rashonden is dat veel makkelijker. Dat komt omdat zij sterk zijn ingeteeld en voor het merendeel dezelfde genen hebben. Dat maakt het veel makkelijker om erachter te komen welke genen bij honden erfelijke ziekten veroorzaken.’ Zo kon Fieten het ziektegen voor koperstapeling identificeren en ontstond een waardevolle genetische dataset van ingeteelde honden. ‘Zo’n dataset is een schatkamer voor veterinaire én humane onderzoekers. Tegelijkertijd is het ontzettend wrang dat die hoge mate van inteelt de oorzaak is van een hoop vermijdbaar dierenleed.’ 

DNA-databank voor honden en katten

De opleiding tot specialist kwam er na de promotie alsnog. Fieten werkt naast haar onderzoek als specialist in het Universitair Dierenziekenhuis. ‘Op de poli zie ik dagelijks dieren met erfelijke ziekten en schadelijke uiterlijke kenmerken, zoals korte snuiten. Problemen die moeilijk te behandelen zijn en met verantwoorde fokkerij voorkomen hadden kunnen worden. Daarom doen we bij het Expertisecentrum Genetica niet alleen onderzoek, maar ontwikkelen we ook praktische tools voor dierenartsen en fokkers. Denk aan PET-scan voor het monitoren van aandoeningen en Fit2Breed voor het maken van gezonde fokcombinaties op basis van genetische gegevens.’ Wat Fieten betreft blijft het daar niet bij. ‘Ik wil uiteindelijk een DNA-databank voor alle honden en katten in Nederland. Dieren worden al gechipt en krijgen een paspoort. Zo’n grote stap is het dus niet om ook DNA-gegevens te verzamelen.’

Concrete foknormen

Gezonde en sociale dieren Het is aan de overheid om zo’n databank in het leven te roepen. Fieten is optimistisch over de maatschappelijke betrokkenheid bij dierenwelzijn en gezonde fokkerij: ‘Ik heb er bewondering voor dat toenmalig landbouwminister Carola Schouten de stap heeft gezet om ons concrete foknormen te laten opstellen waarmee handhaving van bestaande wetgeving mogelijk werd. Verder stoppen steeds meer dierenartsen met fertiliteitsbegeleiding van ongezonde dieren. Toen we net startten met het Expertisecentrum Genetica, was het niet altijd makkelijk om uit te leggen waarom ons werk nodig was. Inmiddels is het samen met een groeiende groep collega’s gelukt om partijen buiten de universiteit bereid te vinden ons te steunen. Dankzij onderzoeksbeurzen, waaronder een Veni-beurs, overheidssubsidies en donaties van maatschappelijke partners via het fonds Vrienden Diergeneeskunde is het Expertisecentrum Genetica nu uitgegroeid tot een solide team met fantastische mensen met één gedeelde missie: gezonde en sociale dieren.’

Altijd door anderen gestimuleerd 

Geen slecht resultaat voor iemand die vroeger niet geloofde dat ze dierenarts zou kunnen worden. ‘Bij een beroepskeuzetest op het vwo vulde ik in dat ik dierenartsassistent wilde worden. Toen kwam de vraag: waarom geen dierenarts? Ik dacht: dat kan ik toch helemaal niet?’ Ze kon het wel. Ook later in haar academische loopbaan waren er altijd mensen die Fieten aanmoedigden. Bijvoorbeeld om zich op te geven voor het Leadership Program bij Cornell. Of om tijdens haar promotie ook nog een master Genetische Epidemiologie te gaan volgen in Rotterdam. Zonder al die kennis had ze nooit het gen kunnen vinden dat koperstapeling bij Labrador-retrievers veroorzaakt. Nu spoort Fieten zelf graag jonge mensen aan. ‘Er zijn zoveel getalenteerde mensen hier op de faculteit. Ik geef hun het advies dat ik ook zo vaak kreeg: je kunt meer dan je denkt, grijp je kans en ga ervoor!’

Dit is een verhaal uit:

Vetscience international issue 4