Galapogoseilanden zijn slechts het begin

Computertool van Utrechtse onderzoekers helpt bij het efficiënt opruimen van plastic afval

Dit is een interview uit het Jaarverslag 2020 van het Utrechts Universiteitsfonds

Van de Galapagos-eilanden het eerste ecosysteem maken dat weer plasticvrij is. Dat is het doel van het grote project waarin de Utrechtse wetenschappers Erik van Sebille en Stefanie Ypma samenwerken met internationale ecologen. Het in kaart brengen van de oceaanstromingen speelt daarin een cruciale rol. Hun computertool, die voorspelt waar en wanneer plastic aanspoelt, wordt nu ingezet om de Galapagoseilanden weer schoon te krijgen. En dat is nog maar het begin.

Van Sebille vertelt: “De Galapagos zijn misschien wel de beste plek ter wereld om als eerste weer plasticvrij te maken. Waarom het de beste plek is? Het is natuurlijk een iconisch gebied. Daarnaast is er op de Galapagos een kleine bevolking, en bijna al het toerisme is er duurzaam. Maar het belangrijkste is dat de oceaanstromingen rond de Galapagos relatief schoon water uit de diepzee omhoog brengen. Daardoor spoelt het plastic als het ware weg. We hoeven de oceaan hier alleen maar een handje te helpen. Door daar efficiënt het plastic op te ruimen dat al door zee aan land wordt gebracht, voorkomen we dat het plastic een lange reis aflegt door de oceanen.”

We weten nog maar weinig van de stromingen rondom de Galapagos-eilanden

Hoe helpt de computertool hier dan bij? Van Sebille: “Met deze voorspellende tool weten parkwachters wanneer ze naar welk eiland moeten gaan om plastic op te ruimen voordat het terug in zee spoelt. Het opruimen van grote stukken plastic op het land, zoals flessen, plastic zakken en vistuig, is eenvoudiger dan het opruimen van microplastic in zee, en het effect is ook veel groter. Elke keer dat plastic tegen een rots aan klapt of over zand schuurt, breekt het uiteen in kleinere stukken. Als je het macroplastic niet snel opruimt, krijg je dus duizenden stukjes microplastic. Door het afval al op land aan te pakken, beperk je de tijd dat plastic schade kan aanrichten in zee.”

Onderzoekers Erik van Sebille en Steffi Ypma wandelen op een pad, waar een plastic flesje op de voorgrond ligt
Erik van Sebille en Stefanie Ypma

Drifters

Voor de ontwikkeling van de ‘plasticvoorspeller’ bouwen de onderzoekers software die allerlei gegevens van wind en water combineert. Oceaanstromingen zijn hierbij cruciaal. Om die stromingen goed in kaart te brengen worden speciale kleine, drijvende boeien uitgezet. Met gps-signalen is de exacte route van deze drifters te volgen. “Drifters worden al veel gebruikt in oceaanonderzoek. Maar doordat de grote oceaanstromingen ze juist wegvoeren van de Galapagos weten we nog maar weinig van de stromingen rondom de eilanden. We moeten ze dus op heel specifieke plekken uitzetten”, vertelt onderzoeker Ypma.  “Bovendien hebben we hiervoor een nieuw soort drifters nodig, want de huidige drifters drijven doorgaans op zo’n vijftien meter diepte. Dat is ideaal voor onderzoek naar temperatuur en voedingsstoffen in de oceaan. Maar plastic drijft juist aan de oppervlakte en is veel meer onderhevig aan golven en wind. Dit nieuwe type drifters ontwikkelen we nu.”

Door het afval al op land aan te pakken, beperk je de tijd dat plastic schade kan aanrichten in zee.

Wereldwijde inzet

En het blijft niet bij de Galapagos alleen. Het onderzoek van Van Sebille en zijn team vormt een startpunt voor het wereldwijd aanpakken van het probleem van plastic in zee. Ze willen de methode toepassen in meer gebieden, zoals Spitsbergen, Indonesië en de Waddenzee. Bovendien is de software achter de plasticvoorspeller openbaar, zodat anderen er ook gebruik van kunnen maken. Van Sebille: “We kijken niet alleen als wetenschappers naar een probleem, maar ook naar hoe dat probleem opgelost kan worden.”

Dankzij donaties

De bijdragen van donateurs van het Utrechts Universiteitsfonds, onder meer via de jaarlijkse Doorgeven-campagne, hebben enorm bijgedragen aan het kunnen ontwikkelen van de voorspellende computertool. En ook voor de volgende stap in het onderzoek roept het fonds de hulp in van alumni en donateurs. Het is nu mogelijk om zelf een (deel van een) drifter van het nieuwe type te doneren.

‘Doorgeven’ is de naam van de jaarlijkse wervingscampagne van het Utrechts Universiteitsfonds. Dankzij de gulle giften van alumni, Vrienden, medewerkers en studenten kon het fonds in 2020 het prachtige bedrag van bijna 145.000 euro verdelen over vier mooie projecten. Naast het Plasticvrij-project steunde het Utrechts Universiteitsfonds het universitaire beurzenprogramma, vluchtelingstudenten via Incluusion en onderzoek naar het vinden van een vaccin en behandeling voor het EEHV-virus, een voor olifanten dodelijk virus. In het voorjaar van 2020 voegden we als vijfde project het toen nét opgerichte noodfonds voor studenten toe aan de geefdoelen voor de Doorgeven-campagne. Alumni van het University College Utrecht tenslotte, konden hun bijdrage ook toekennen aan het UCU Scholarship Fund.

Ook nu vraagt het Utrechts Universiteitsfonds uw steun voor wederom vier mooie Doorgeven-projecten: uu.nl/doorgeven