Waarom kan niet elke boer natuur-inclusieve landbouw bedrijven?
"Stimuleren van natuur-inclusieve landbouw vraagt om veranderingen van binnenuit"
Ondanks de voordelige effecten op biodiversiteit, klimaat en bodem, boert op dit moment slechts tien procent van de Nederlandse melkveehouders natuur-inclusief. Een team onderzoekers van het Copernicus Instituut voor Duurzame Ontwikkeling aan de Universiteit Utrecht wijst vijf belangrijke barrières aan voor de overgang naar natuur-inclusieve landbouwpraktijken. Wat blijkt: de boeren zijn best bereid, maar er is een aantal belangrijke systematische veranderingen nodig in de Nederlandse zuivelsector om van natuur-inclusieve landbouw een levensvatbaar en wijdverbreid bedrijfsmodel te maken.
De belangrijkste problemen lijken te liggen in een gebrek aan beleidssturing (wat is natuur-inclusief precies, en wat zijn de concrete ambities?), problemen met de ontwikkeling en overdracht van kennis met betrekking tot natuur-inclusieve landbouw, lastige marktomstandigheden voor natuur-inclusieve boeren, en een gebrek aan personele en financiële middelen.
Ongelijk speelveld
“Qua onderzoeksfinanciering ligt de overweldigende focus op conventionele landbouwpraktijken, en dat belemmert kennisontwikkeling over innovatieve landbouw,” legt Dorith Vermunt, promovendus aan de Universiteit Utrecht en medeauteur van het onderzoek, uit. “De overheid promoot nog steeds het ‘high input, high output’-landbouwmodel als een levensvatbare optie, maar de negatieve effecten van dit model komen niet tot uitdrukking in de uiteindelijke productprijs. Positieve effecten op klimaat, bodem en ecosysteem worden niet beloond.” Dit leidt volgens de onderzoekers tot een ongelijk speelveld tussen conventionele landbouw en natuur-inclusieve landbouw.
Ook krijgen natuur-inclusieve boeren moeilijker financiering, omdat banken niet gewend zijn aan hun bedrijfsmodellen en daarom geneigd zijn aan hen geen leningen te verstrekken. Ook is het landbouwonderwijs nog steeds sterk gericht op conventionele landbouw. “Dit komt deels doordat studenten vaak het bedrijfsmodel willen voortzetten waarin ze zijn opgegroeid,” zegt co-auteur en Universiteit Utrecht promovendus Niko Wojtynia.
De status quo opnieuw uitvinden
Er is in het huidige regime een sterk innovatiesysteem nodig om de blokkades tegen natuur-inclusieve landbouw te doorbreken, aldus het onderzoeksteam. In dit geval zijn dat regime en de innovatie echter onlosmakelijk verbonden: de boeren, voedingsbedrijven en overheidsinstanties hebben een groot belang bij het behoud van de status quo. “Dit stelt ons voor een interessant dilemma en biedt mogelijkheden voor verder onderzoek: hoe kunnen we verandering van binnenuit bevorderen – met andere woorden, hoe kunnen we machtige actoren in het regime aanmoedigen om zichzelf opnieuw uit te vinden?”
Publicatie
D.A. Vermunt, N. Wojtynia, M.P. Hekkert, J. Van Dijk, R. Verburg, P.A. Verweij, M. Wassen, H. Runhaar, Five mechanisms blocking the transition towards ‘nature-inclusive’ agriculture: A systemic analysis of Dutch dairy farming, Agricultural Systems, Volume 195, 2022, 103280, ISSN 0308-521X, https://doi.org/10.1016/j.agsy.2021.103280.