Verbetering waterkwaliteit Drentsche Aa is urgent: drinkwatervoorziening Groningen hangt ervan af

Adviescommissie Uitvoeringsprogramma Drentsche Aa

Het Gastersche Diep maakt deel uit van het stroomgebied van de Drentsche Aa (foto: Sander Schuil, Wikimedia)

De afgelopen jaren hebben provincie, gemeenten, en waterschap – samen met natuurorganisaties en ook (op vrijwillige basis) met boeren en bedrijven –  geprobeerd om de uitspoeling van gewasbeschermingsmiddelen in de Drentsche Aa te reduceren, maar het blijkt niet voldoende. Een adviescommissie met daarin prof. Jasper Griffioen (waterkwaliteitsbeheer) en prof. Frank Groothuijse (Europees en nationaal omgevingsrecht), beide verbonden aan de Universiteit Utrecht, heeft bekeken welke vervolgstappen nodig zijn om de drinkwatervoorziening alsnog veilig te stellen. 

Het doel van het Uitvoeringsprogramma oppervlaktewaterwinning Drentsche Aa (UPDA) was om in 2023 het aantal normoverschrijdingen van gewasbeschermingsmiddelen bij het innamepunt voor de drinkwaterbereiding van Waterbedrijf Groningen met 95 procent te verminderen. Het gaat om landbouwgif dat bijvoorbeeld gebruikt word in de bollenteelt, bietenteelt en vollegrondsgroenten. Met name de bollen- en lelieteelt staat bekend om de negatieve impact op de leefomgeving en waterkwaliteit. Maar ook van landbouwakkers kan er uit- en afspoeling van landbouwgif en mest in de waterlopen van de Drentsche Aa plaatsvinden, zeker als akkerbouw tot aan de beekranden plaatsvindt (wat nog te vaak het geval is).

In het rapport van de adviescommissie UPDA  brengen Griffioen en Groothuijse in kaart hoe de verontreiniging tot stand komt en welke (juridische en bestuurlijke) instrumenten er zijn om de vervuiling met gewasbeschermingsmiddelen (GBM's) terug te dringen. Zo is er overtuigend bewijs dat GBM's uit- en afspoelen naar het oppervlaktewater tijdens hevige regenbuien in de zomerperiode. Verder blijkt uit de meetgegevens dat (voor een aantal GBM's) de waterkwaliteit niet zal voldoen aan de eisen van de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) voor 2027. Er kan dan ook niet gewacht worden met maatregelen om GBM's te reduceren, concluderen de onderzoekers.

Ook hebben beide onderzoekers gekeken welke instrumenten Rijk, provincie, waterschap en gemeenten hebben voor het reguleren van GBM-emissies op oppervlaktewateren die voor de drinkwaterwinning worden gebruikt. Zij concluderen dat het bestaande instrumentarium slechts deels wordt benut en deels ontoereikend is. Op pagina 37 stellen de zij vast: “De zorgplicht die op grond van de Drinkwaterwet voor alle bestuursorganen geldt om de duurzame veiligstelling van de openbare drinkwatervoorziening als een dwingende reden van groot openbaar belang aan te merken, wordt niet, of onvoldoende, door bestuursorganen als leidend principe gehanteerd.”

Hoewel het ingrijpend beperken van bestaand, legaal grondgebruik moeilijk zal zijn, is het wél goed mogelijk om in bestemmings- en omgevingsplannen nu al beperkingen te stellen aan toekomstig gebruik, om zo bijvoorbeeld verdere uitbreiding van de lelieteelt te kunnen verbieden. Ook achten zij een juridische beperking van bestaand en legaal (maar ongewenst) landgebruik wél haalbaar als dit wordt meegenomen in het Provinciaal Programma Landelijk Gebied (PPLG). In het PPLG komen namelijk meerdere aspecten – de algehele waterkwaliteit, klimaat én stikstof – integraal aan bod: “Het belang van de bescherming van de Drentsche Aa tegen verontreiniging van GBM, kan daarbij worden meegenomen. De commissie pleit daar ook uitdrukkelijk voor.

Meer over het adviesrapport Drentsche Aa

Het advies van de Commissie Uitvoeringsprogramma Drentsche Aa (UPDA) – met als titel: Wie Aa zegt... Aanbevelingen voor duurzame verbetering van de waterkwaliteit van de Drentsche Aa ten behoeve van de openbare drinkwatervoorziening – is uitgebracht aan Gedeputeerde Staten van de provincie Drenthe op 27 oktober 2023.

Verschillende media hebben aandacht besteed aan het verschijnen van het adviesrapport, waaronder:

Over de onderzoekers

Frank Groothuijse is hoogleraar Europees en nationaal omgevingsrecht, verbonden aan het Utrecht Centre for Water, Oceans and Sustainability Law (onderdeel van het departement Rechtsgeleerdheid van de Faculteit Recht, Economie, Bestuur en Organisatie) en aan het universiteitsbrede onderzoeksprogramma Water, Climate and Future Deltas.

Jasper Griffioen is hoogleraar Waterkwaliteitsbeheer bij het departement Duurzame Ontwikkeling (sectie Milieunatuurwetenschappen) van de Faculteit Geowetenschappen van de Universiteit Utrecht en verbonden aan het Copernicus Institute of Sustainable Development.