Update -- Naar een diversere instroom
In de Telegraaf staat woensdag 6 februari een artikel over een projectplan om te zorgen voor een diversere instroom onder de noemer ‘Universiteit te wit’. Het artikel mist de kern van wat wij voorstaan en de aanpak die we hanteren. Wil je weten hoe het zit? Dat lees je in het projectplan.
Het klopt dat de Universiteit Utrecht gaat voor meer diversiteit, ook bij de instroom van studenten. Op dit moment zien we dat onze studenten veel minder divers zijn dan de populatie die zich in Nederland kwalificeert voor een academische studie (met name 6-vwo’ers en hbo-studenten). Denk hierbij aan het aantal studenten met een migratieachtergrond, studenten met een maatschappelijke/sociale achterstand, eerste generatie hoger onderwijsstudenten of de genderverdeling die scheef kan zijn bij sommige opleidingen.
Verscheidenheid aan perspectieven
Een divers samengestelde gemeenschap van studenten en docenten draagt bij aan een inspirerende en uitdagende leeromgeving. Het onderwijs wordt beter van een verscheidenheid aan perspectieven, waarbij studenten van elkaar kunnen leren. Bovendien is het een goede voorbereiding op het werken in een pluriforme samenleving. De Universiteit Utrecht vindt het belangrijk om een bijdrage te leveren aan het overbruggen van tegenstellingen en aan het creëren van gelijke kansen voor iedereen, in lijn met onze missie: we werken aan een betere toekomst voor iedereen.
We maken de komende twee jaar uitgebreid werk van een diversere instroom, waarbij we allereerst per opleiding exact in kaart brengen hoe de studentsamenstelling nu is, wat wenselijk zou zijn en welke aanpak daarvoor nodig is. Studieverenigingen krijgen een belangrijke rol. Er is nadrukkelijk niet gekozen voor een top-down voorstel om instroom en selectie aan te pakken. Opleidingen en programma’s worden in staat gesteld en ondersteund om zélf plannen te ontwikkelen voor een diversere instroom. Er is een stappenplan gemaakt om opleidingen te kunnen voorzien van goede informatie en concreet instrumentarium voor een open, transparante matchings- en selectieprocedure. Lees voor meer informatie over dit onderwerp het ‘Projectplan diversiteit: instroom en selectie’ of bekijk wat de Universiteit Utrecht doet om diversiteit te stimuleren.
------------------------------------------------------
Update: Cijfers niet eenduidig
In het projectplan staat de volgende passage in een bijlage met ‘misverstanden’:
“Er zijn niet voldoende studenten met een migratieachtergrond of 1e generatiestudent op het VWO. Wat er niet is kunnen we ook niet binnenhalen.
Niet waar. Hoe kan het dan dat de EUR en de VU en zelfs UL meer studenten met een migratieachtergrond hebben? Het percentage VWO-leerlingen met een migratie-achtergrond ligt rond de 20%. VU: 30,5%, EUR: 44%, UL: 30,5%. UU: 10%”
We hebben woensdag signalen gekregen, dat de cijfers niet eenduidig zijn. Het AD schreef er ook over. We hebben ernaar gekeken en het blijkt inderdaad dat dit klopt. Het percentage studenten met een niet-westerse achtergrond aan de UU is circa 10 procent. De andere percentages hebben betrekking op leerlingen met een migratie-achtergrond (westers en niet-westers). Het vergt nader onderzoek om meer duidelijkheid te krijgen over exacte cijfers aan de UU (en in hoeverre hierbij bijvoorbeeld ook internationale studenten zijn meegerekend).
Wat is vervolgens gebeurd?
Een medewerker heeft de passage in het rapport geschrapt. Dat was met de goede bedoelingen (geen foutieve informatie verspreiden), maar natuurlijk was dat niet goed. Het geeft de indruk dat we iets willen verbergen, en het zorgt voor verwarring. We betreuren dit en hebben het hersteld. De link verwijst nu weer naar de originele versie. Natuurlijk gaan we de cijfers beter onderzoeken en zal over de cijfers ook in de Universiteitsraad gesproken worden.
Wat zijn de consequenties voor het projectplan?
Het project ‘diversere instroom’ gaat gewoon door. We kijken per opleiding hoe de samenstelling is en of meer diversiteit wenselijk is vanwege de onderwijskwaliteit en gelijke kansen. De maatstaf is altijd: competenties en kwaliteit van studenten. Het gaat hierbij nadrukkelijk om vier doelgroepen. Studenten met een migratieachtergrond, studenten met een maatschappelijke/sociale achterstand, eerste generatie hoger onderwijsstudenten of de genderverdeling die scheef kan zijn bij sommige opleidingen.