Onze hersengolven laten zien hoe leuk we elkaar vinden

Hersenen

Een team neurowetenschappers heeft scholieren in een klaslokaal, die EEG-headsets droegen, onderzocht. Wat blijkt? Aan de synchronisatie van de hersengolven van deze leerlingen is te zien hoe leuk ze het vak vinden en hoe leuk ze elkaar vinden. Suzanne Dikker, verbonden aan de Universiteit Utrecht en New York University, maakt deel uit van het team. “Wanneer de hersengolven van de één synchroniseren met een ander, dan lijkt dit een goede voorspeller over hoe goed we het met elkaar kunnen vinden.” Dikker is eerste auteur van het artikel in Current Biology waarin de resultaten van het onderzoek staan.

De wetenschappers hebben gebruik gemaakt van een nieuwe methode om hersenactiviteit te meten. Hersenonderzoek wordt vooral in het laboratorium gedaan, meestal met één of maximaal twee personen tegelijk. Dit team voerde groepsmetingen uit in een natuurlijke omgeving: een klas op een middelbare school. In elf sessies werd de hersenactiviteit van een groep van twaalf scholieren en hun docent gemeten, verspreid over één semester. De metingen zijn uitgevoerd tijdens de biologieles, waarbij de leerlingen EEG-headsets droegen.

De onderzoekers vergeleken de EEG-metingen van leerlingen met elkaar en keken vervolgens naar de factoren die wellicht een rol kunnen spelen om gesynchroniseerde hersenactiviteit te verklaren. Naast de EEG-meting kregen de leerlingen vragenlijsten waarin onder meer gevraagd is wat ze van verschillende onderwijsstijlen vinden en hoe geconcentreerd ze van dag tot dag zijn.

Classroom EEG Study (New York City High School)

Op dezelfde golflengte

De resultaten laten een positieve correlatie zien tussen de beoordelingen van het schoolvak en de docent en de hersensynchroniteit met klasgenoten. Met andere woorden: het schoolvak en de onderwijsstijl van de docent worden positiever beoordeeld wanneer leerlingen meer op dezelfde golflengte zitten.

Daarnaast is onderzocht of hogere hersensynchroniteit iets zegt over de waardering van de scholieren voor elkaar. Leerlingen moesten aangeven in hoeverre ze een persoonlijke band voelden met hun klasgenoten. Het blijkt dat leerlingen die een betere onderlinge band hebben meer synchrone hersenactiviteit vertonen, maar alleen wanneer ze voor aanvang van de les persoonlijk contact hebben gehad. Tevens blijkt dat een hogere waardering voor groepsactiviteiten leidt tot meer synchroniteit met klasgenoten.

Dit onderzoek is gefinancierd door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO)en de Amerikaanse National Science Foudation.

Over Suzanne Dikker

Dr. Suzanne Dikker combineert als linguïst cognitieve neurowetenschap, educatie en performancekunst om de neurologische basis van menselijke sociale interactie te onderzoeken. Voor haar onderzoeksproject (NWO VENI beurs) meet Dikker hersengolven met draagbare EEG-headsets om erachter te komen welke hersenmechanismen cruciaal zijn voor succesvolle communicatie. Dikker is als onderzoeker verbonden aan de Universiteit Utrecht en New York University. Daarnaast is ze curator van the Annual Art & Science: Insights Into Consciousness Workshop en ontwikkelt ze samen met Matthias Oostrik interactieve kunst/herseninstallaties.