In memoriam Hans van Ginkel (1940 - 2023)
Ons bereikte het droevige nieuws dat op 27 juli jl. Hans van Ginkel is overleden. Hans van Ginkel was van 1986 tot 1997 rector magnificus van de Universiteit Utrecht en daarmee de langst zittende rector die Utrecht gekend heeft. Zijn collega-geograaf Pieter Hooimeijer kenschetste hem in 2001 in een liber amicorum bij gelegenheid van zijn afscheid van de faculteit als “teamspeler bij uitstek.” Hij “heeft de rol van aanvoerder altijd met verve gespeeld om het team bij elkaar te houden en samen beter te presteren.” Dat deed hij niet alleen als decaan maar ook als rector in Utrecht en in Tokio.
Zijn Utrechtse rectoraat vond plaats in een, voor het hoger onderwijs, woelige periode. De jaren tachtig en negentig kenmerkten zich door veelvuldig overheidsingrijpen. Nieuwigheden als de voorwaardelijke onderzoeksfinanciering, het zwaartepuntenbeleid, landelijke onderzoekscholen, de planning- & controlcycli of de bestuurlijke vernieuwing deden hun intrede. Met als dieptepunt de bezuinigingsoperatie Taakverdeling en Concentratie – ten gevolge waarvan Utrecht onder meer Tandheelkunde en Klassieke Talen moest afstoten. Van Ginkel reageerde hierop door te trachten de universiteit juist tot nieuw elan te verleiden – bondig samengevat in zijn toekomstvisie dat Utrecht ‘het Berkeley van Europa’ zou moeten worden.
Van Ginkel werd in 1940 geboren op Sumatra. Tijdens de Japanse bezetting werden hij en zijn moeder en broertje geïnterneerd in een Japans gevangenenkamp. Zijn moeder overleefde het kamp niet. Zijn vader, een beroepsmilitair, was dwangarbeider bij de beruchte Birma-spoorweg. Na terugkomst naar Nederland volgde Van Ginkel de HBS in Roermond, waarna hij zich als student inschreef aan de Drift bij het Geografisch Instituut. Hij studeerde hij cum laude af, en ging werken als docent aardrijkskunde op een middelbare school. Een jaar later bood zijn leermeester A.C. de Vooys hem een positie aan, onder meer om te promoveren. Vanaf eind jaren zestig kwamen er echter zoveel studenten naar Utrecht, dat het onderzoek erbij inschoot en zijn tijd vrijwel volledig opging aan onderwijs. De studenten waren daar niet rouwig om; Van Ginkel was een uitstekende en geliefde docent. Niet voor niets benoemde de Vereniging van Utrechtse Geografiestudenten (V.U.G.S.), waarvan hijzelf gedurende zijn studie vicevoorzitter was, hem tot erelid.
Niettemin promoveerde hij in 1979 – wederom cum laude - op een onderwerp dat aansloot bij een opdracht van de Rijksplanologische Dienst omtrent wonen in de Randstad. Van Ginkel was vanaf 1980 aan de Utrechtse universiteit achtereenvolgens hoogleraar Algemene Sociale Geografie, decaan van de voormalige Interfaculteit Aardrijkskunde & Prehistorie (die later opgegaan is in de faculteit Ruimtelijke Wetenschappen) en vanaf 1986 rector magnificus. In 1997 benoemde secretaris-generaal Kofi Annan van de Verenigde Naties hem tot rector van de United Nations University (UNU) in Tokio, waar hij een decennium lang ‘in charge’ bleef. Aan de Universiteit Utrecht was hij nog tot 2001 verbonden als deeltijdhoogleraar. Na zijn terugkeer uit Tokio aanvaardde hij in 2008 aan de faculteit Geowetenschappen een gasthoogleraarschap ‘Sustainable urban futures’.
Van Ginkel hield zich in zijn wetenschappelijk werk met een breed scala aan thema’s en regio’s bezig. Hij deed onderzoek onder meer op gebied van stads- en bevolkingsgeografie, regionale geografie van de DDR en van Zuidoost-Azië en naar het schoolvak Aardrijkskunde. Hij was adviseur van het Koninklijk Nederlands Aardrijkskundig Genootschap en als auteur of mede-auteur verantwoordelijk voor ruim zestig wetenschappelijke publicaties, waaronder de geografie-handboeken ‘Algemene Sociale Geografie’ (1984) en ‘Nederland in delen’ (1989).
De UNU richt zich op wereldwijde thema’s, zoals vrede en veiligheid, verstedelijking, natuurrampen en duurzaamheid. Van Ginkels verdienste was vooral het feit dat hij netwerken van universiteiten over de hele wereld vormde om zich met deze thema’s bezig te houden. Voor zijn bijdragen aan de UNU ontving hij in 2007 een hoge onderscheiding uit handen van de Japanse keizer. Volgens het Ublad – de papieren voorloper van DUB - zou Van Ginkel “naar verluidt op het internationale politieke toneel meer invloed hebben gehad dan Lubbers, Balkenende en Pronk bij elkaar.” Hij werd tevens geëerd met diverse eredoctoraten, zoals van de universiteiten in California, Slowakije, Canada en Ghana. In 1994 was hij al benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw.
De Universiteit Utrecht zal Hans van Ginkel in grote dankbaarheid blijven herinneren.