‘Het is een misvatting dat we tijd genoeg hebben’

Poolonderzoekers over smeltende ijskappen

Onderzoekers aan het werk op Groenland

Vier Utrechtse onderzoekers, elk met net een ander expertisegebied en op een ander punt in hun loopbaan. Maar met één urgente overkoepelende zorg: het klimaat verandert, de ijskappen smelten en de zeespiegel stijgt. Die zorg is kraakhelder. Maar het complexe onderzoek erachter is voor de meeste mensen geen eenvoudige kost. Daarom (of desondanks) acht vragen aan vier gedreven ‘poolonderzoekers’.

1. Waar doe je onderzoek naar?

Roderik van de Wal, hoogleraar: “Naar zeespiegelstijging. Maar op 11 mei heb ik in Den Haag tijdens het jaarlijkse nationale Poolsymposium gesproken over een project met als doel de langste CO2-reconstructie (1.5 miljoen jaar) te maken door het oudste ijs op aarde op te boren.”

Cecile Hilgen, (net gestarte) promovendus: “In mijn master heb ik onderzoek gedaan naar de natuurlijke en antropogene klimaatschommelingen die zijn opgeslagen in meren in Oost-Svalbard. Samen met supervisor Wim Hoek reconstrueer ik het klimaat vanaf de vorming van de meren na de laatste ijstijd.”

Willem Jan van de Berg, universitair docent: “Naar de wisselwerking tussen de atmosfeer en de ijskappen. Maar ook tussen de ijskappen en de oceaan en naar de stabiliteit van de Antarctische ijskap.”

Maurice van Tiggelen, promovendus (promotie op 17-05-2023): “Naar de uitwisseling van warmte tussen ijs en de atmosfeer. En de invloed van ruwer ijs op het afsmelten van de Groenlandse ijskap.”

2. Wat moeten mensen écht weten?

Willem Jan: “Dat zeespiegelstijging op termijn echt een groot probleem voor Nederland gaat worden.”

Cecile: “Dat we in alle meren die we hebben bemonsterd een toename van organisch materiaal vinden. Naarmate temperaturen stijgen en het groeiseizoen langer wordt, komen er meer algen in en rond meren. Het laat zien hoe ver de opwarming van (zo'n afgelegen deel van) de aarde al is.”

Maurice: “Dat de Groenlandse ijskap elk jaar enorm veel massa verliest en dat het heel veel meer tijd kan kosten om dit massaverlies terug te draaien in de toekomst.”

Roderik: “Adapt and mitigate NOW!”

3. Wat is de hardnekkigste misvatting onder mensen als het gaat om jouw vakgebied?

Roderik: “Dat we tijd genoeg hebben om ons aan te passen aan de veranderende omstandigheden. Mensen verliezen uit het oog dat er wellicht voor kleine klimaatveranderingen al tipping-points overschreden worden die op lange termijn tot onomkeerbare schade kunnen leiden.”

Cecile: “Dat de bodem van meertjes uit onbruikbare, stinkende modder bestaat. Maar lokaal afgezet sediment van meertjes is juist heel waardevol voor onderzoek. We gebruiken het om wereldwijde patronen in het klimaatsysteem te reconstrueren.”

Willem Jan: “Dat onzekerheden in de klimaatwetenschap nog ruimte geven om andere  conclusies te trekken. Maar het is zeer duidelijk: door mensen uitgestoten CO2 (en methaan) veroorzaakt de huidige klimaatverandering.”

Maurice: “Dat ijs en sneeuw alleen kunnen smelten als de lucht warmer is dan nul graden. En dat het ijs er overal in Groenland hetzelfde uitziet.”

Cecile Hilgen taking samples

4. In hoeverre speelt de Universiteit Utrecht een significante rol in dit onderzoeksgebied?

Maurice: “De Universiteit Utrecht doet al sinds de jaren negentig metingen van het klimaat en  het massaverlies op de Groenlandse ijskap. Deze uniek lange datareeks is van groot belang voor het verbeteren van klimaatsimulaties en voor het kalibreren van satellietmetingen. Veel onderzoekers over de hele wereld gebruiken deze metingen voor hun werk. Ze worden ook gebuikt in het IPCC-rapport.”

Roderik: “De ijs- en klimaatgroep van het Instituut voor Marien en Atmosferisch Onderzoek Utrecht (IMAU) behoort in Europa tot de grotere groepen. We hebben een hoge output en zijn betrokken bij veel internationale initiatieven.”

5. Wat is het belang van samenwerking in jullie onderzoek?

Cecile: “Onderzoek op de Noordpool kost veel energie, CO2 en geld. Het is daarom van groot belang dat het zo efficiënt mogelijk gebeurt met een multidisciplinair en internationaal team. Ook samenwerken met burgers en toeristen kan een duurzame oplossing zijn; zij kunnen  materiaal uit afgelegen gebieden meenemen voor verder onderzoek.”

Willem Jan: “Zonder samenwerking zijn we nergens. Het klimaatsysteem en de middelen waarmee we onderzoek doen (modellen, waarnemingen) zijn complex en je kunt niet expert zijn op elk onderdeel. Dus door samenwerking tussen wetenschappers komt klimaatonderzoek verder.”

6. Noem één ding dat je aan het eind van je loopbaan hoopt te hebben bereikt?

Roderik: “Dat we in Nederland vol inzetten op de doelstellingen van het Parijsakkoord.”

Maurice: “Dat klimaatsimulaties zo goed mogelijk overeenkomen met metingen – en dat we  begrijpen hoe we simulaties verder kunnen verbeteren.”

Cecile: “Ik ben nu een promotietraject gestart en hoop aan het eind waardevolle kennis te kunnen leveren aan verschillende doelgroepen (bijvoorbeeld: wetenschappers, scholieren, politici) en ze te  enthousiasmeren om het systeem aarde beter te willen begrijpen. En ik wil dat beleidsmakers de urgentie inzien van de omvang waarmee de huidige manier van leven bepaalde ecosystemen aantast. Verder voel ik een grote motivatie om de nieuwe generatie te vertegenwoordigen.”

7. In hoeverre kunnen ‘gewone burgers’ een bijdrage leveren?

Willem Jan: “Net zo min als klimaatverandering door één individu is veroorzaakt, kan het door één individu worden gestopt. Met z'n allen moeten we zo gaan leven dat klimaat & milieu er minder onder lijden, en beleid (onder)steunen dat dit mogelijk maakt.”

Cecile: “We kunnen allemaal nieuwsgierig blijven naar de impact die we als burgers zelf op de aarde hebben en liefde houden voor medemens en natuur!”

Roderik: “Gedragsverandering!”

Maurice: “Zich bewust zijn van de enorme complexiteit en kwetsbaarheid van ons klimaat.”

8. Hoe optimistisch ben je over de toekomst?

Roderik: “Ik ben ambivalent.”

Cecile: “Optimistisch en dat wil ik uitstralen. Ik denk dat positieve hoop, geloof in elkaar en actiegerichtheid belangrijk zijn om een duurzame toekomst op te bouwen.”

Willem Jan: “Ik ben helaas niet zo optimistisch. Het noodzakelijke mondiale klimaatbeleid - dat voor iedereen op korte termijn kosten met zich meebrengt - kan alleen succesvol worden als alle bepalende landen en wereldleiders het belangrijker laten zijn dan hun geopolitieke belangen of hun aanstaande (her)verkiezing. De oorlog in Oekraïne en de reacties daarop laten voor mij zien dat landen geopolitieke belangen makkelijk laten prevaleren.”

Maurice: “Mensen voelen denk ik wel de noodzaak om dingen om zich heen te willen begrijpen en te kunnen verklaren. Ik ben er dan ook van overtuigd dat verandering mogelijk is als de nood hoog is.”

Ice caps seen from a ship with researchers