EXCITE ontvangt 5 miljoen euro H2020-subsidie
De Universiteit Utrecht leidt een consortium van vijftien Europese faciliteiten gespecialiseerd in elektronen- en X-ray microscopie. Het EXCITE project ontving een Horizon 2020 INFRAIA-subsidie van 5 miljoen euro. Dit zal worden gebruikt om een Europese onderzoeksinfrastructuur op te zetten met de focus op onderzoek en technologische ontwikkeling omtrent aardse materialen.
Een team van de Universiteit Utrecht, onder wie Veerle Cnudde, Oliver Plümper, Richard Wessels en Geertje ter Maat, heeft het voorstel ontwikkeld en de subsidie binnengehaald voor het EXCITE-project (Electron and X-ray microscopy Community for structural and chemical Imaging Techniques for Earth materials). Het driejarige project, bestaande uit vijftien partners uit negen Europese landen, gaat op 1 mei 2021 van start.
Het collectieve doel van het EXCITE project is om toegang te bieden tot hoogwaardige microscopiefaciliteiten en om de kennis en ervaring van de verschillende instellingen te bundelen. Hierdoor ontwikkelt EXCITE door de gemeenschap aangestuurde technologische vooruitgang op het gebied van beeldvorming, die de huidige implementatie van geavanceerde microscopie voor onderzoek naar geologische materialen zal versterken en uitbreiden.
De EXCITE-strategie is om gezamenlijke onderzoeksprogramma's te integreren met netwerken, training en transnationale toegangsactiviteiten, om zowel de academische wereld als de industrie in staat te stellen kritische vragen op het gebied van aardwetenschappen en technologie te beantwoorden. Als zodanig bouwt EXCITE een gemeenschap van hooggekwalificeerde aardwetenschappers op, ontwikkelt het correlatieve microscopietechnieken en biedt het toegang tot faciliteiten van wereldklasse.
“EXCITE is een echte teamprestatie. Het begon al tijdens de planning van het voorstel toen mensen uit verschillende disciplines en carrière-status bij elkaar kwamen. Het is echt spannend om dit teamwerk uit te breiden naar heel Europa, om de meest geavanceerde wetenschap en technologie naar het Europese geowetenschappelijke landschap te brengen,” zegt Oliver Plümper.