“Er zijn kwaliteiten verbonden aan dyslexie die mensen vaak onderschatten.”
Door Inclusiecorrespondent Myra-Lot Perrenet
Op 18 juni is het Neurodiversity Pride Day, een wereldwijde dag waarop gevierd wordt dat ieder brein uniek is. Ook de Universiteit Utrecht staat vandaag stil bij Neurodiversity Pride Day om acceptatie, inclusie en waardering te vragen voor medewerkers en studenten met bijvoorbeeld autisme, ADD, ADHD en dyscalculie. In dat kader sprak Inclusiecorrespondent Myra-Lot Perrenet met twee studenten over studeren met dyslexie.
Renate Bosman studeert Interdisciplinaire Sociale Wetenschappen en is buddy coördinator bij het Platform Onbeperkt Studeren. Laura Ruiters is tweedejaars Diergeneeskunde student. Ze werken sinds een half jaar samen. Als buddy en ervaringsdeskundige begeleidt Renate Laura bij het studeren met dyslexie.
Laura, waarom zocht jij een buddy?
“Sinds mijn start aan de universiteit heb ik best geworsteld. Op de middelbare school kon ik nog compenseren voor mijn dyslexie, maar op de universiteit was er zoveel te leren dat ik mijn dyslexie niet met extra tijd kon compenseren. Ik ben bij de studieadviseur geweest, ik heb cursussen gedaan, maar de meeste aangebonden tips and tricks kende ik al. Na een zoektocht kwam ik uit bij Platform Onbeperkt Studeren en bij Renate. De bevestiging dat mijn moeilijkheden tijdens het studeren inderdaad door mijn dyslexie komen, is prettig. Die herkenning die ik bij Renate ervaar, is mentaal fijn, want mensen kunnen uitleggen hoe je je studie aan moet pakken, maar als je dat al aan het proberen bent en het helpt niet, dan is dat frustrerend.”
Renate, wat vind je het leuk aan je werk als buddy coördinator?
“Ik vind de dankbaarheid het leukste. Niet alleen vanuit de studenten, maar ook vanuit de buddy’s. Je merkt dat studenten het waardevol vinden om met iemand te kunnen praten. Dat ze zonder oordeel geholpen worden door hun buddy. Op sommige functiebeperkingen rust nog best een stigma. Er zijn bijvoorbeeld veel stereotyperingen over autisme. Als iemand niet weet wat je meemaakt, dan ervaar je soms minder begrip van diegene. Het kan dan fijn zijn om te praten met iemand die hetzelfde heeft meegemaakt.”
Wat zijn de struikelblokken als je studeert met dyslexie?
Laura: “Lezen gaat heel langzaam en je moet veel lezen voor je studie. Sinds corona ben je nog meer op jezelf aangewezen. Je hebt veel minder werkcolleges waarin je goed met de docent kunt praten. Dat zijn normaal momenten waarop ik veel leer en onthoud. Met tentamens interpreteer ik vaak een vraag helemaal verkeerd. Dan geef ik een antwoord, vervolgens lees ik achteraf het antwoord dat ze wilden hebben en dan denk ik: ‘Maar dat was de vraag helemaal niet. Als ik had geweten dat dit de vraag was, dan had ik het goede antwoord gegeven.’”
Hoe ziet de begeleiding van een buddy eruit?
Renate: “Dat verschilt heel erg. Op dit moment begeleid ik twee studenten, waaronder Laura. De begeleiding hangt af van wat de student wil. Sommige studenten willen een uurtje studeren met z’n tweeën, zodat ze een stok achter de deur hebben. Die behoefte zien we vooral bij studenten met bijvoorbeeld ADHD. Er zijn ook studenten met ADD die willen leren plannen, dan maak je samen een weekplanning. Met Laura praat ik eens per week over wat ze is tegengekomen tijdens het studeren, of er iets tegenviel en hoe ze daar mee om kan gaan.
Lopen jullie wel eens tegen vooroordelen aan die mensen hebben over functiebeperkingen?
Renate: “Ik lees vooral veel terug over vooroordelen in de aanmeldingen van studenten voor het buddy-programma. Zelf loop ik op dit moment niet tegen vooroordelen aan. Op mijn middelbare school had ik er wel mee te maken. Niet alle docenten hadden verwacht dat ik een voldoende zou halen voor mijn Nederlands eindexamen, dit werkte demotiverend. Eerder op de basisschool werd opgemerkt dat ik wel heel goed kon rekenen en leraren konden dat niet altijd plaatsen. Toen werd er tegen mijn ouders gezegd: ‘Ze moet gewoon beter haar best doen.’ Er is nooit gedacht: ‘Misschien heeft ze dyslexie.’ Dat besef was er niet. Ik weet niet of dit vooroordelen zijn. Ik denk dat die onderliggende functiebeperking bij veel studenten pas eind middelbare school eruit komt, omdat ze zo lang bijvoorbeeld hun dyslexie kunnen compenseren.”
Laura: “Ik heb het gevoel dat er op de universiteit eigenlijk te weinig aandacht is voor dyslexie, terwijl op mijn middelbare school iedereen je ‘label’ wist en dus ook wist dat ik dyslexie heb. Het fijne van dit label op de middelbare school was dat je extra hulp kreeg. Het nadeel was dat iedereen je label wist en daardoor al een mening had gevormd over je kunnen. Op de basisschool was ik niet goed in spelling. Ik kon wel net als Renate heel goed rekenen, maar daar werd geen aandacht aan besteed. Het ging er alleen over wat ik niet kon, dat ik niet slim genoeg was en dat ik harder mijn best moest doen. Ik denk dat daardoor ook het stukje overcompenseren is ontwikkeld.”
18 juni is het Neurodiversity Pride day. Hebben jullie daar iets mee?
Renate: “Ik heb er nog nooit van gehoord, maar ik denk dat aandacht daarvoor belangrijk is. Naast dyslexie zijn er ook mensen met autisme, ADD, ADHD of dyscalculie. Er zijn zo veel mensen die neurodivers zijn en kwaliteiten hebben die mensen vaak onderschatten. Er zijn zat onderzoeken geweest die aangetoond hebben dat mensen met dyslexie gemiddeld meer empathie hebben, maar ook dat ze in grote datasets goed afwijkingen kunnen zien omdat ze op details focussen. Op LinkedIn zag ik laatst een bedrijf waarbij dyslexie hebben een pré is. Bij een functiebeperking ben je op het ene moment beperkt, maar op een ander moment kun je iets misschien net wel beter.”
Laura: “Een paar jaar geleden las ik dat ze bij de Engelse geheime dienst graag mensen met dyslexie hadden omdat zij heel goed waren in het kraken van codes. Dat vond ik heel cool.”