Viruswerende verf stap dichterbij dankzij revolutie in materiaalwetenschap
Onderzoek komt steeds beter uit de verf
Onderzoekers van de Universiteit Utrecht werken aan nieuwe verf die met behulp van toegevoegde bestanddelen virussen kapot kan maken. Hoogleraar Bert Weckhuysen (Faculteit Bètawetenschappen) vertelt in het radioprogramma Nieuwe Feiten (VRT Radio 1) over de eerste beloftevolle onderzoeksresultaten.
Meer dan een beschermlaag
De keuze bij het verfschap van de gemiddelde bouwmarkt lijkt voor menig doe-het-zelver al bijna eindeloos. Toch biedt verf volgens Weckhuysen nu vaak enkel een beschermlaag aan de muren of het hout.
Om extra functies aan de verf toe te voegen, pogen onderzoekers van de Universiteit Utrecht materiaal in de verf te verwerken dat ervoor zorgt dat virus- of bacteriëndeeltjes worden afgebroken. De virusdeeltjes die binnenshuis rondvliegen, landen op de verf. De extra bestanddelen in de verf zullen ervoor zorgen dat die virusdeeltjes vervolgens afbreken,
aldus Weckhuysen.
Eerste beloftevolle stappen
In samenwerking met het Universitair Medisch Centrum Utrecht zijn de eerste beloftevolle stappen in het onderzoek volgens Weckhuysen gezet: We hebben de nieuwe verf getest door de toegevoegde bestanddelen te laten reageren met de virusdeeltjes en zijn nagegaan of ze in staat zijn om covid-deeltjes af te breken.
Deze toegevoegde bestanddelen bestaan uit zogeheten fotokatalytische deeltjes, waarbij (kunstmatig) licht een cruciale rol speelt: Mensen moeten ervoor zorgen dat ze hun ruimtes voorzien met lampen die op de verf schijnen, want als het donker is, werkt het niet. Je hebt dus geen zonlicht nodig, maar wel zichtbaar licht dat kleur geeft.
In een artikel van NEMO Kennislink stelde mede-onderzoeker Eline Hutter onlangs dat de keuze voor verf die reageert op kunstmatig licht, onder andere is ingegeven door de mogelijke gezondheidsrisico’s van titaniumdioxide dat vaak is verwerkt in verven die reageren op uv-licht. De verf die wordt ontwikkeld door de Universiteit Utrecht is dan ook nieuw in zijn soort: Dat zorgt ervoor dat de ontwikkeling langer duurt dan als je simpelweg iets toevoegt aan bestaande verf, maar we hopen zo wel betere controle te hebben over het totale mengsel en wat het allemaal doet,
aldus Hutter.
Gedeactiveerd virus
Nu de eerste resultaten op covid-19-deeltjes en e-colibacteriën bekend zijn, is het volgens Weckhuysen zaak om de stabiliteit van de verf te onderzoeken. De fotokatalytische deeltjes die we toevoegen moeten er niet voor zorgen dat de verf kapot gaat. Het kan niet zijn dat je elke keer na een paar weken opnieuw moet gaan schilderen,
vertelt Weckhuysen. Door in een kleine kamer verschillende lampen op de verf te richten, willen de onderzoekers daarom nagaan of bepaald licht het best werkt. Ten tweede moeten we ervoor zorgen dat er voldoende afbraak is,
stelt Weckhuysen. Als de virusdeeltjes eenmaal op de muur plakken, moeten ze volledig zijn afgebroken en daarmee minder ziekteverwekkend. We hebben nog niet helemaal in de gaten of we het virus helemaal kapot krijgen. Wel is er voldoende bewijs om te zeggen dat we het gedeactiveerd krijgen, maar voorlopig nog niet helemaal kapot.
Er gaan heel veel dingen gebeuren in de materiaalwetenschap waarbij je denkt van 'wow' het is dus meer dan alleen een kleur of een beschermlaag.
Voordat de doe-het-zelver de verf daadwerkelijk in het verfschap terugvindt is nog wel even geduld vereist. Ik denk dat we nog zo’n vijf à acht jaar moeten wachten,
stelt Weckhuysen. Zeker is volgens Weckhuysen dat door de huidige revolutie in materialen
er binnen tien jaar veel mogelijk gaat worden: Er gaan heel veel dingen gebeuren in de materiaalwetenschap waarbij je denkt van 'wow' het is dus meer dan alleen een kleur of een beschermlaag.