Studenten uit lagere sociale klassen beginnen in academische wereld nog altijd op grote achterstand

Studenten uit een lagere economische klasse beginnen met een achterstand aan de universiteit, blijkt uit het onlangs gepubliceerde onderzoek van het Class-Conscious Academics Network (CCAN). Universitair docent Mick Matthys sprak bij de lancering van dit nieuwe netwerk over zijn onderzoek naar dit probleem.

Ambitie en cultuur

Voor zijn boek ‘Doorzetters’ ondervroeg Matthys veertig academici over de invloed van hun achtergrond op hun levensloop. Hij ontdekte dat de ouders van studenten uit lagere klassen vaak minder ambitieus en stimulerend zijn en dat ze hun kinderen vaak aanmoedigen om zich te beperken tot bekende kringen. Ook zorgt afkomst voor een verschil in culturele ontwikkeling. Studenten uit de werkende klasse zijn bijvoorbeeld minder bekend met schilderkunst of literatuur, terwijl deze kennis vaak een grote rol speelt binnen de academische wereld.

“Een arts vertelde mij dat hij met een genootschap van artsen dineerde, als een soort sollicitatiegesprek. Daarbij werd veel gesproken over wijn, terwijl hijzelf niets van wijn wist. Veel van mijn gespreksgenoten vertelden iets soortgelijks, namelijk dat ze de codes niet kenden en niet wisten hoe ze zich moesten bewegen in die kringen”, legt Matthys uit.

Gebrek aan kapitaal

Het probleem is volgens Matthys een gebrek aan kapitaal. Studenten uit lagere klassen ontbreekt het aan sociaal kapitaal, oftewel het gebruik kunnen maken van een goed netwerk, maar dus ook aan cultureel kapitaal. Hij legt uit dat iemand uit een lagere klasse gebruik moet leren maken van ‘identiteitskapitaal’: “Dat is de vaardigheid om een tekort aan sociaal of cultureel kapitaal goed te maken.”

Studenten die hier moeite mee hebben kunnen terecht bij het nieuwe diversiteitsnetwerk CCAN, dat beoogt de vertegenwoordiging en de ervaring van studenten van de eerste generatie en uit de arbeidersklasse te verbeteren en hen op weg te helpen.