Interview met Elisabetta Manunza in Deal! – vakblad voor inkopers
In het vakblad van Nevi (kennisnetwerk voor inkoop, contract- en supply management) van december 2022 (pdf) staat een interview met Elisabetta Manunza, hoogleraar Europees en Internationaal aanbestedingsrecht verbonden aan het Utrecht University Centre for Public Procurement. Daarin maakt zij zich andermaal sterk voor verbetering van de markt voor overheidsaanbestedingen, die qua omvang (in Europese landen) goed is voor zo'n 14 tot 20 procent van het BNP. Toen zij begin deze eeuw vanuit Italië naar Nederland terug keerde, viel haar op dat de Europese aanbestedingsrichtlijnen bij ons als een gesloten systeem werden gezien. "Volgens die heersende mening was het bijvoorbeeld geen optie om inschrijvers uit te sluiten die zich schuldig hadden gemaakt aan corruptie. In 2001 heb ik in mijn proefschrift laten zien dat dit niet klopt."
"Aan de hand van een systemische methode, mede gebaseerd op hoe het Europese Hof het recht interpreteert, toonde ik aan dat mede op dit punt wel degelijke ruimte is voor nationaal beleid", zegt Manunza. Vertaald naar de huidige tijd, betekent dit dat er dus ook speelruimte bestaat om bepaalde inschrijvers te weren uit het oogpunt van (nationale) veiligheid. "Sommige overheden denken helaas dat ze verplicht zijn om bij een aanbesteding van bijvoorbeeld CCTV-camera’s met een leverancier uit China in zee te gaan, omdat prijs nu eenmaal een belangrijk criterium is. Bij UUCePP zijn we met een groter onderzoek bezig en we hebben al aangetoond dat er wel degelijk mogelijkheden zijn voor uitsluiting."
Manunza benadrukt dat de EU een waardengemeenschap is, die conform artikel 3 van het EU-verdrag tot doel heeft de vrede, de waarden en het welzijn van haar volkeren te bevorderen. "De interne markt, competitie en aanbesteden zijn niets meer dan middelen om die hogere doelen te dienen. De constitutionele kant van ons aanbestedingsrecht is veel te veel op de achtergrond gebleven... Ik denk dat het tijd is om radicaal anders naar de economie te kijken en radicaal anders naar het kostenaspect: het gaat niet om de prijs van 'een product' maar om de prijs van onze vrijheid, democratie, rechtsstaat. Wat me onmiddellijk opvalt als ik buiten de EU aan het werk ben, is dat naarmate het aanbestedingsrecht in landen beter is ontwikkeld, in die landen de rechtsstaat beter functioneert. Andersom geldt dat helaas ook."
Overheidsinkopers zouden zich er veel meer van bewust moeten zijn dat de maatschappij een derde belanghebbende is, die geen procedurele plaats heeft in de aanbestedingen. Het perspectief moet daarop gericht zijn.
We moeten volgens Manzunza dit grotere goed – de EU als waardengemeenschap – niet uit het oog verliezen. "Je kijkt dan niet naar de letter, maar naar de geest van de wet en de plaats die deze inneemt in het grotere juridische geheel: waarom hebben we überhaupt deze richtlijnen ooit ingevoerd? Waarom hebben we een interne markt? Waartoe dient de concurrentie?" In plaats van (nog meer) concurrentie op prijs, is het daarom belangrijk om ook maatschappelijke spelers met andere doelen dan winstmaximalisatie mee te laten dingen naar overheidsopdrachten. "Overheidsinkopers zouden zich er veel meer van bewust moeten zijn dat de maatschappij een derde belanghebbende is, die geen procedurele plaats heeft in de aanbestedingen. Het perspectief moet daarop gericht zijn."