Waarom krijgt de een astma of allergie en de ander niet?

Wetenschappers onderzoeken al ruim 25 jaar astma en allergie in PIAMA-onderzoek

Wetenschappers volgen een groep van zo'n vierduizend jongeren al van voor hun geboorte voor onderzoek naar astma en allergie. Inmiddels zijn de jongeren rond de 25 jaar en komen zo'n duizend van hen weer langs bij de Universiteit Utrecht voor medisch onderzoek. Ulrike Gehring en Marieke Oldenwening zijn al lang betrokken bij dit onderzoek, de laatste vanaf de start in 1996. “We willen achterhalen welke factoren invloed hebben op het ontstaan van astma en allergie.”

Ulrike Gehring, een van de projectleiders van het PIAMA onderzoek, met een foto van zichzelf uit 2005 toen zij ging meewerken aan het onderzoek
Ulrike Gehring, een van de projectleiders van het PIAMA onderzoek, met een foto van zichzelf uit 2005 toen zij ging meewerken aan het onderzoek

“Welkom terug bij ons onderzoek!", zegt Marieke Oldenwening tegen deelnemer Mirte, die haar jas uitdoet en tegenover Oldenwening op een stoel gaat zitten. "We nemen eerst door wat we allemaal gaan doen.” Stap voor stap legt Oldenwening uit wat ze gaat opmeten: bloeddruk, gewicht, lengte, maat van de taille en heupen, handkracht, sprongkracht en longfunctie. Ook verzamelt ze met een wattenstaafje weefsel uit de neus en keel, "net als bij de coronatesten". “Is het allemaal duidelijk?”, checkt ze voortdurend.

Zorgen over astma en allergie

"We onderzoeken verschillen tussen mensen met en zonder allergie of astma", vertelt Oldenwening later. “In de jaren ‘90 waren er zorgen in de samenleving, omdat veel kinderen astma en allergie kregen in Nederland. Men wist niet hoe dat kwam. Doel van het PIAMA-onderzoek is om de oorzaken van astma en allergie op te sporen.” PIAMA staat voor Preventie en Incidentie van Astma en Mijt Allergie. Als de oorzaken bekend zijn, zijn er misschien preventieve maatregelen te bedenken die kunnen helpen om astma en allergie te voorkomen.

"Aanvankelijk wilden we kinderen acht jaar lang volgen, maar het onderzoek was zo succesvol en de deelnemers deden zo trouw mee, dat we besloten om door te gaan", vertelt Ulrike Gehring, een van de projectleiders en universitair hoofddocent bij de faculteit Diergeneeskunde (Institute for Risk Assessment Sciences). “Toen hebben we ook besloten om het onderzoek te verbreden naar andere chronische aandoeningen, zoals overgewicht, hart- en vaatziekten en diabetes. Mensen krijgen hart- en vaatziekten vaak pas op latere leeftijd, maar de eerste signalen zijn soms al zichtbaar bij jonge mensen. We kijken ook naar de leefomgeving van deelnemers, bijvoorbeeld waar wonen ze, hoe zit het met de luchtkwaliteit, wonen zij in een groene omgeving, wordt er op gas gekookt, wordt er gerookt, zit er schimmel in hun huizen?”

Ik heb het leukste baantje van de universiteit

Voorspeller van longziektes

“Rond de 25 jaar, de leeftijd van de deelnemers nu, bereikt onze longfunctie de maximale waarde”, vervolgt Gehring. “Tijdens het opgroeien worden onze longen steeds groter. We hebben de longfunctie van de deelnemers herhaaldelijk gemeten om die groei in kaart te brengen. Met de huidige metingen kijken wij waar de deelnemers uitkomen als jongvolwassenen. Wat is hun maximale longfunctie? En wat zijn factoren die dat beïnvloeden? Is dat de leefomgeving, zijn het de genen of een combinatie van beide? Dat willen we weten. Als je longen niet goed groeien, kan dit je beperken in je dagelijkse activiteiten. Ook is de maximale longfunctie een voorspeller voor longziektes op volwassen leeftijd, zoals COPD.”

Zwanger of kortademig?

Mirte, deelnemer aan het PIAMA onderzoek, met een babyfoto’s van zichzelf uit de tijd dat het onderzoek startte en Mirte al deelnemer was
Mirte, deelnemer aan het PIAMA onderzoek, met een babyfoto’s van zichzelf uit de tijd dat het onderzoek startte en Mirte al deelnemer was

Terug naar het medisch onderzoek van Mirte. “Rook je? Wanneer at je je laatste maaltijd? Wanneer heb je voor het laatst intensief bewogen?”, vraagt Oldenwening haar. “Zou je zwanger kunnen zijn? Gebruik je neusspray? Heb je last van kortademigheid?” Samen doorlopen ze een uitgebreide vragenlijst. Mirte, die zelf in de zorg werkt, is gewend aan dit soort vragen. Dan volgen de longfunctietesten, ze is zelf ook benieuwd wat eruit komt. "Spannend, ik hoop dat het een beetje normaal is.”

Waarom doet zij mee aan dit onderzoek? “Ik vind wetenschappelijk onderzoek belangrijk, ook als verpleegkundige. Bovendien geeft het inzicht in je eigen gezondheid. Het valt me op dat roken in mijn generatie steeds populairder wordt, er zijn veel gelegenheidsrokers en ik vraag me af wat de invloed is op je longfunctie. Hopelijk geeft dit onderzoek inzicht.” Haar eigen leefomgeving is redelijk gezond, denkt Mirte. “Ik woon wel in de stad, maar niet in de buurt van chemische fabrieken en de snelweg is twee kilometer verderop.”  

Deelnemers soms kwijtgeraakt

In hun zoektocht naar deelnemers in 1995/1996 kregen de onderzoekers hulp van verloskundigen. Uiteindelijk meldden bijna vierduizend moeders hun baby aan voor het onderzoek. Inmiddels is een deel van hen afgehaakt of kwijtgeraakt. “Sommigen zijn we letterlijk kwijtgeraakt”, vertelt Oldenwening. “Zeker in het begin van het onderzoek, toen we alle gegevens nog op papier hadden. Als iemand verhuisde en ons geen nieuw adres doorgaf, waren we diegene kwijt. Later kwamen er e-mailadressen en werd dat iets makkelijker.” Op dit moment doen nog zo'n 2700 deelnemers mee aan het PIAMA-onderzoek.

Ons doel is om de oorzaken van chronische aandoeningen op te sporen

Spuug of stukje nagel ook goed?

De wetenschappers onderzochten de kinderen jaarlijks met een vragenlijst tot de kinderen acht jaar waren. Daarna gebeurde dat om de drie à vier jaar. Toen de deelnemers één, vier, acht, twaalf en zestien jaar waren, werd een deel van hen uitgenodigd voor een medisch onderzoek. Onlangs werden zij weer benaderd voor het medisch onderzoek op de leeftijd van 25 tot 27 jaar. Een grote groep doet daaraan mee. Oldenwening vindt dat bijzonder. “Het is superleuk om dit onderzoek te doen, ik maak bijzondere dingen mee en heb het leukste baantje van de universiteit. Deze week kwam een jongeman langs die ons een briefje had gestuurd toen hij acht was. In de uitnodiging voor het medisch onderzoek stond dat we een beetje bloed van hem nodig hadden om zijn erfelijk materiaal te onderzoeken. Hij stuurde toen een briefje terug dat hij dit spannend vond. Hij vroeg of een beetje spuug of een stukje haar of nagel ook goed waren. Ik heb dat briefje opgezocht en aan hem meegegeven toen hij laatst hier was. Hij wist het niet meer, maar moest er vreselijk om lachen.”

Met gerust hart naar huis

Projectmedewerker Marieke Oldenwening met een foto van 25 jaar terug waarop ze metingen uitvoert bij een jonge deelnemer van het PIAMA-onderzoek
Projectmedewerker Marieke Oldenwening met een foto van 25 jaar terug waarop ze metingen uitvoert bij een jonge deelnemer van het PIAMA-onderzoek

“Jouw longvolume is 4,4 liter", zegt Oldenwening tegen Mirte na drie testen. “Voor iemand met jouw postuur is dat een beetje bovengemiddeld.” Mirte is zichtbaar opgelucht, zij kan met een gerust hart naar huis.

Oldenwening, Gehring en collega’s zijn zeker nog tot eind van het jaar bezig met het onderzoeken van deelnemers. Daarna gaan de onderzoekers samen met collega’s van de partnerinstituten RIVM en Universitair Medisch Centrum Groningen de gegevens analyseren. Gelukkig hebben ze nog lang geen genoeg van het onderzoek. “Jongvolwassenen zijn een interessante leeftijdsgroep naar wie over het algemeen weinig onderzoek wordt gedaan. We gaan graag nog een poosje door met PIAMA.”

Benieuwd naar enkele resultaten van het PIAMA-onderzoek? Lees er meer over in de drie kaders bij dit interview. 


Wil je meer weten over de resultaten van PIAMA? Bekijk dan de animatievideo's op de PIAMA-website.

Dit verhaal is uit:

Vetscience nr. 16