“Vogelgriep is een onzichtbare vijand”

Hoe dringt vogelgriep telkens weer binnen bij pluimveebedrijven?

Waardoor krijgen veehouders steeds te maken met uitbraken van vogelgriep, ondanks alle voorzorgsmaatregelen? Over die vraag breekt onderzoeker Francisca Velkers zich dagelijks het hoofd. Samen met wetenschappers van Wageningen Bioveterinary Research en Royal GD onderzoekt zij hoe vogelgriep de stallen binnenkomt.

Pluimveespecialist Francisca Velkers doet onderzoek naar de insleep van vogelgriep met behulp van camera’s en fluorescerende stof
Pluimveespecialist Francisca Velkers doet onderzoek naar de insleep van vogelgriep met behulp van camera’s en fluorescerende stof.

Douchen, handen wassen, en laarzen wisselen. Ondanks de basishygiëneregels om verspreiding van infectieziektes te beperken, komt vogelgriep telkens weer de stal binnen. “Soms zijn er vermoedens over de oorzaak”, vertelt Francisca Velkers, pluimveeonderzoeker bij de faculteit Diergeneeskunde. “Bijvoorbeeld via de luchtinlaat, maar het blijft vaak gissen.” 
Om de oorzaak te achterhalen, doet Velkers onderzoek bij enkele getroffen pluimveehouders met camera’s en fluorescerende stof. “We bootsen een hoopje vogelpoep na met fluorescerende stof. Dat brengen we aan op verschillende plekken rondom pluimveestallen. Hierdoor kunnen we bijvoorbeeld volgen of plaagdieren het virus mee naar binnen nemen. Bij een test zagen we muizenpootjes oplichten op stellingkasten bij de voeropslag. Dan weten we dat plaagdieren een weg naar binnen vinden. Daarnaast testen we of veehouders het virus aan de wielen van een kruiwagen of via hun laarzen de stal inbrengen. Ook inspecteren we dakgoten. Poep van wilde vogels op het dak kan mogelijk een stal binnenkomen via regenspetters in de buurt van de luchtinlaat.”

Camera’s ophangen

Ook menselijke fouten kunnen een rol spelen bij de verspreiding van vogelgriep. “Daarom brengen we fluorescerende stoffen aan die alleen oplichten onder uv-licht en hangen we camera’s op in de hygiënesluis”, legt Velkers uit. “Stiekem camera’s ophangen mag niet, dus we geven dat natuurlijk aan. In het begin is iedereen zich bewust van de camera’s, maar uiteindelijk hopen we dat mensen hun normale gedrag oppakken. Dat laat zien in hoeverre zij de hygiëneprotocollen volgen.” Dat de protocollen veel van veehouders vragen, weet Velkers. “Ze moeten steeds wisselen van kleding en soms meerdere keren per dag douchen, dat is tijdrovend en intensief. Het is begrijpelijk dat mensen denken: ‘Ik sla een keertje over’, maar dat kan grote gevolgen hebben.” 

We moeten beter kijken naar de rol van insecten, zoals vliegen en kevers

Onzichtbare routes

Pluimveehouder Theo Bos kan over vogelgriep meepraten. Zijn bedrijf in Barneveld werd geruimd vanwege besmette kippen. “Het is verschrikkelijk. Ik heb kort de staldeur geopend, maar ik kon al die dode kippen niet aanzien.” Het virus kwam van wilde vogels die op het dak van de stal zaten. Hoe het virus de stal is binnengekomen, weet Bos niet. Dat geldt voor meer veehouders en juist daarom wil Velkers de onzichtbare routes zichtbaar maken. “Komt het virus vooral binnen via de hygiënesluis? Brengen muizen het virus mee die via een klein gaatje binnenkomen? Zijn er routes waaraan we nog niet hebben gedacht? We hopen met dit onderzoek een instrument te ontwikkelen waarmee de veehouder en de dierenarts zelf aan de slag kunnen.” 

Spanning blijft

“Wat we van dit onderzoek naar vogelgriep leren”, vervolgt Velkers, “kan bijdragen aan kennis over verspreiding van andere infectieziektes. Ook daar is vaak onduidelijk hoe de ziekte zich verspreidt. Nu vechten we tegen een onzichtbare vijand.” Pluimveehouder Bos juicht het onderzoek toe. “Alles wat helpt om deze ziekte tegen te gaan, is welkom. Vogelgriep is ongrijpbaar, je ziet het virus niet binnenkomen. Het ene moment is het aan de grens bij Maastricht en een week later duikt het ineens 150 kilometer verder op.” Inmiddels lopen er weer kippen in de stallen van Bos, maar de spanning blijft. “Ik schrik snel als een kip een dikke kop heeft en naar adem hapt. De schrik is pas verdwenen als de kip later weer lekker rondscharrelt. We doen alles wat we kunnen om vogelgriep te voorkomen. We gebruiken alleen de ingang via de hygiënesluis, wisselen laarzen en overalls, en niemand mag de stal in. Het vraagt veel, maar we willen absoluut voorkomen dat wij zelf een nieuwe uitbraak veroorzaken.”

Een pluimveeexpert doet onderzoek naar vogelgriep in een stal.

We doen alles om vogelgriep te voorkomen, zodat wij zelf geen nieuwe uitbraak veroorzaken

Vliegen en kevers

Velkers beaamt dat veehouders goed letten op hygiëne. “In het begin stond wel eens in de media dat de oorzaak van de uitbraken bij de veehouders zelf lag. Maar toen ik na een derde ruiming bij dezelfde veehouder aan tafel zat en hij vertelde alle eerdere adviezen te hebben opgevolgd, wist ik ook niet meer wat ze nog meer hadden kunnen doen om vogelgriep buiten de deur te houden. Veehouders zijn dan ten einde raad. Daarom wil ik achterhalen wat we missen. Laatst vroeg een veehouder of insecten een rol zouden kunnen spelen. Toen besefte ik dat we beter moeten kijken naar de rol van insecten, zoals vliegen en kevers. Dat gaan we nu samen met plaagdierenexperts onderzoeken. We moeten op zoek naar de ontbrekende schakel; pas dan kunnen we vogelgriep beter bestrijden.”

Biosecure: verbeteren van bioveiligheid bij landbouwhuisdieren

Het onderzoek is onderdeel van een publiek-private samenwerking met de pluimveesector en het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De aanpak wordt ook ingezet in het project ‘Biosecure’ dat de Europese Commissie financiert. Daarin doen meerdere Europese landen onderzoek naar het verbeteren van bioveiligheid bij landbouwhuisdieren.

Dit is een verhaal uit:

VETSCIENCE NR. 15