Steeds meer nadruk op voorkomen van dierziektes

Veehouderij-experts Ynte Schukken en Henk Hogeveen zien omslag in denken

Er zijn de laatste twintig jaar flinke stappen gezet in de preventieve zorg bij landbouwhuisdieren, concluderen Ynte Schukken, directeur bij Royal GD en Henk Hogeveen, persoonlijk hoogleraar Economie en management van diergezondheid bij Wageningen University & Research. Het antibioticagebruik is fors afgenomen, een aantal infectieziektes is (bijna) uitgebannen en er wordt goed gekeken naar en snel ingegrepen bij uitbraken van grote dierziektes, zoals de vogelgriep. “Helemaal voorkomen is moeilijk, want ecosystemen veranderen ook. Toch kan het nog beter, ook op veehouderijen zelf. Bewustwording is daarbij heel belangrijk.”

Beeld: Istock

Het spreekwoord ‘voorkomen is beter dan genezen’ gaat tegenwoordig zeker op in de landbouwhuisdierensector. Een mooi voorbeeld geeft Royal GD-directeur Ynte Schukken, die net als zijn vader als veearts heeft gewerkt. “We hebben de agenda’s wel eens naast elkaar gelegd. Waar mijn vader dertig bedrijven op een dag bezocht en elke zieke koe behandelde, deed ik drie bedrijfsbezoeken per dag. Ik zat bij elke veehouder twee uur aan tafel om samen een bedrijfsgezondheidsplan op te stellen.”

De veearts bood vroeger vooral zorg aan zieke dieren, er was weinig sprake van preventie. Dat is nu aardig omgedraaid, stelt Schukken. Henk Hogeveen maakt daarbij wel een kanttekening. “Preventieve zorg speelt inderdaad een grotere rol dan vroeger, maar die kan je ook uitstellen, terwijl de behandeling van zieke dieren noodzakelijk is. Daardoor gaan zaken soms nog wel langzamer dan ik had verwacht.”

Eerste vonkje blussen

Schukken meent dat zeker op het gebied van opsporen, bestrijden en uitbannen van ziektes grote sprongen zijn gemaakt. “We hebben een goed monitoringssysteem voor dierziektes en kunnen snel reageren als een ziekte opduikt. Dus niet wachten tot er brand uitbreekt, maar meteen dat eerste vonkje blussen. De huidige uitbraken van vogelgroep (aviaire influenza) zijn vervelend, maar de ziekte springt amper over tussen bedrijven. Zo worden grotere uitbraken voorkomen. Dat is in sommige landen wel anders.”

Volledig voorkomen dat ziektes zoals vogelgriep uitbreken, kan eigenlijk niet, meent Schukken. “Ecosystemen veranderen, je hebt ook te maken met wilde dieren die ziektes overbrengen. Daarop moeten we alert blijven, daarom is monitoring zo belangrijk.”

Ecosystemen veranderen, je hebt ook te maken met wilde dieren die ziektes overbrengen.

De veehouderijsector is er wel in geslaagd om een flink aantal infectieziektes terug te dringen. “Deze komen niet of nauwelijks meer voor in Nederland, denk aan herpesvirussen zoals salmonella en pseudovogelpest.” Sommige ziektes zijn overdraagbaar op mensen, dus hoe minder ze voorkomen, hoe veiliger het is voor de volksgezondheid.

Er zijn ook grote stappen gezet op het gebied van antibiotica. “Het doel om zeventig procent minder antibiotica te gebruiken bij alle landbouwhuisdieren, is gehaald. De meeste slachtkuikens krijgen geen antibiotica meer en het gebruik van antibiotica op melkveebedrijven is zelfs lager dan bij mensen.”

Insleep van ziektes voorkomen

Zowel sectorbreed als op individuele bedrijven is men zich steeds bewuster dat voorkomen van ziektes belangrijk is. Hogeveen: “Daarin hebben de grote uitbraken van mond-en-klauwzeer, varkenspest en vogelgriep rond de eeuwwisseling een belangrijke rol gespeeld. Daarna zijn veel zaken aangepakt door de veehouderijsector, soms in samenwerking met de overheid.” Er zijn geen veemarkten meer waar veel dieren bij elkaar komen en insleep van ziektes wordt zoveel mogelijk voorkomen. Schukken: “Je komt tegenwoordig bijna geen varkens- of pluimveebedrijf binnen zonder eerst te douchen.”

Veehouders willen liever geen zieke dieren in hun veestapel, weet Hogeveen. “Vanwege dierenwelzijn, maar ook omdat zieke dieren de bedrijfsvoering verstoren en geld kosten. Dierziektes zijn verantwoordelijk voor zo’n tien tot vijftien procent productieverlies”, rekent de bedrijfseconoom voor. Hij meldt dat preventieve zorg op veebedrijven inmiddels meer kost dan de behandeling van zieke dieren. De opbrengst van preventieve zorg is niet zo gemakkelijk in geld uit te drukken, maar bedrijfseconomisch resultaat is niet meer het enige dat telt voor boeren. “Er wordt inmiddels ook gekeken naar dierenwelzijn, impact op de omgeving, gebruik van grondstoffen en de vermindering van stikstof en methaan.”

Je komt tegenwoordig bijna geen varkens- of pluimveebedrijf binnen zonder eerst te douchen.

Evenwichtsbalk

Sowieso zijn de eisen aan de sector tegenwoordig anders dan voorheen, ook maatschappelijk. “Vaak staan die eisen haaks op elkaar”, weet Schukken. “Kippen moeten bij voorkeur buiten lopen, maar daar is meer contact met wilde dieren en dus risico op het oplopen van ziektes. Door minder antibiotica te gebruiken, kan het dierenwelzijn minder worden. Bijvoorbeeld bij oudere koeien, die gevoeliger zijn voor ziektes. Hogeveen: “De evenwichtsbalk waarop een veehouder loopt, wordt smaller. Juist daarom moeten we zorgen dat we er op tijd bij zijn als er problemen dreigen. Dat geldt voor iedere boer, maar dus ook voor de hele sector, als het gaat over uitbraken van dierziektes.”

“We kunnen veehouderijen helpen met de aanpak van bedrijfsgebonden aandoeningen als uierontsteking of luchtweginfecties, maar de boer staat uiteindelijk zelf aan het roer”, stelt Schukken. Hogeveen vult aan: “Veel veehouders zijn goed op weg, maar het kan altijd beter. Gelukkig zijn ze zich dat steeds meer bewust. Aan een spotje op de radio over kreupele koeien kun je je ergeren, maar je kunt je ook afvragen hoe de klauwen van jouw koeien erbij staan. Wat tien jaar geleden misschien normaal was, is dat nu niet altijd meer. Stimulans van buiten kan uitstekend werken.” “Zo gingen een paar jaar terug eigenlijk te veel jonge dieren dood. De sector is ermee aan de slag gegaan en nu is het sterftecijfer tot wel dertig procent gedaald. Dat is een mooi resultaat”, besluit Schukken.

Henk Hogeveen & Ynte Schukken

Ynte Schukken is directeur bij Royal GD. Hij is opgeleid als dierenarts en is hoogleraar Management of Farm Animal Health bij de Wageningen University & Research en hoogleraar Farm Animal Disease Control Programs bij de Universiteit Utrecht. Henk Hogeveen is van huis uit dierwetenschapper en promoveerde vervolgens aan de Universiteit Utrecht, bij de afdeling Bedrijfsdiergeneeskunde & Voortplanting. Hij is persoonlijk hoogleraar Economie en Management van Diergezondheid bij de Wageningen University & Research en ook verbonden aan de faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht.

Dit is een verhaal uit:

Vetscience nr. 15