Masterstudent Dian Pieters blikt terug op stage

Onderzoeksproject ‘Fighting COVID-19’

In opdracht van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) coördineert de faculteit Diergeneeskunde het onderzoeksproject ‘Fighting COVID-19 in animals and humans, a one health approach’. Masterstudent Gezelschapsdieren Dian Pieters liep stage bij dit project binnen haar minor One Health. Hoe kijkt ze terug op haar stage en wat heeft ze geleerd?

Portret van Dian Pieters, masterstudent Diergeneeskunde
Dian Pieters, masterstudent Gezelschapsdieren

Dian Pieters groeide op in Raalte tussen de konijnen, hamsters en vogels. Van jongs af aan weet zij al: ‘Ik word later dierenarts’. Maar tijdens haar studie begint ze te twijfelen. Geeft een carrière als praktiserend dierenarts haar genoeg voldoening, of doet ze toch liever iets met een grotere impact op de volksgezondheid? 

Waarom heb je voor de minor One Health gekozen?

‘Ik kwam er tijdens mijn studie steeds meer achter dat ik naast het behandelen van de kat van mevrouw Jansen ook de volksgezondheid en rol van dierenarts daarin interessant vind. De minor One Health sloot hierop aan. One Health is breed en gaat over de interdisciplinaire samenwerking tussen humane geneeskunde, diergeneeskunde en milieukunde. Het geeft mij voldoening op een breder niveau bezig te zijn.’ 

Hoe ben je daarachter gekomen?

‘Vooral tijdens mijn master is mijn focus gaan verschuiven. De coschappen maakten me bewust van mijn opvattingen over de praktiserende diergeneeskunde en hoe ver je in een behandeling moet gaan. Ik vind het mooi voor diereigenaren dat tegenwoordig vrijwel alles kan, maar soms is het lastig om volledig achter de vergaande behandelingen voor het individuele dier te staan. Je moet goed voor je dieren zorgen, maar dieren zijn voor mij echt dieren. Bovendien kan dat geld op veel andere manieren besteed worden, zoals aan volksgezondheidskwesties in ontwikkelingslanden. Daarvoor wil ik mijn veterinaire expertise graag inzetten.’ 

Je liep stage bij het Fighting COVID-19-project, actueel en met een directe link naar de volksgezondheid. Hoe vond je dat?

‘Fighting COVID-19 is met spoed opgezet vanwege de urgentie van de coronaproblematiek. Dit maakte het project extra interessant en uitdagend. Mijn stage startte in de opstartfase van het onderzoek, dus er was veel ruimte om mee te denken. Ook was er veel overleg tussen de onderzoekers en communicatie-experts bij wie ik me aansloot. En dat met enkel digitaal contact, een echte uitdaging. Ook indrukwekkend vond ik dat alle betrokkenen hun normale werkzaamheden en privélevens opzij hebben gezet voor dit project.’

Je moet nadenken over de exacte bewoordingen, zeker met zo’n gevoelig onderwerp als corona.

Wat was jouw rol?

‘Ik was betrokken bij de communicatie rondom het project. Zo heb ik een webpagina over het onderzoeksproject gemaakt en het communicatieplan geschreven met afspraken over communicatiemomenten, middelen, betrokken doelgroepen en hoe we op een efficiënte manier communiceren over het onderzoek. Ik was een schakel tussen de onderzoekers en communicatie-experts.’

Wat viel je op?

‘Onderzoekers willen de onderzoeksresultaten delen zoals ze zijn, maar communicatie-experts zijn vrij kritisch over hoe je die naar buiten brengt. Ze staan iets verder van het onderzoek af, hebben inzicht welke vragen de data oproepen en hoe we hiermee naar buiten moeten treden.’

Wat maakte deze stage interessant voor jou?

‘Communicatie is voor mij een totaal nieuw vakgebied. Het was dus leuk om te zien wat er achter de schermen gebeurt. Het klinkt heel makkelijk: er zijn onderzoeksresultaten, die zet je op papier en je belt een keer met de pers en dan komt het wel goed. Zo werkt het natuurlijk niet.’

Hoe dan wel?

‘Er gaat zoveel achter schuil. Je moet nadenken over de exacte bewoordingen, zeker met zo’n gevoelig onderwerp als corona. Je wilt alles op een duidelijke manier overbrengen en niet onnodig paniek zaaien in de samenleving.’

Als je nu terugblikt op je stage, wat heb je dan geleerd?

‘Hoe je in een korte tijd een groot interdisciplinair onderzoek opzet. Dat er zoveel partijen bij betrokken zijn die allemaal hun eigen mening hebben over de uitvoering en communicatie. Hoe belangrijk het dus is om hier vooraf afspraken over te maken. Dat je van te voren bedenkt wat onderzoeksresultaten betekenen, welke vragen ze oproepen en hoe je daarop kunt inspelen. Ik had vooraf niet bedacht dat zoveel mensen daarover nadenken. Dit is totaal anders dan praktiserende diergeneeskunde.’

Portret van alle aanwezigen tijdens een bezoek van de commissaris van de koning aan de faculteit Diergeneeskunde.
Werkbezoek commissaris van de koning aan de faculteit Diergeneeskunde.

En toen kwam het telefoontje dat de commissaris van de Koning langskwam. 

‘Ja, dat was echt de kers op de taart. De commissaris van de Koning bezocht de faculteit om te leren over ons werk rondom corona. Ik mocht vanuit mijn perspectief vertellen over het Fighting COVID-19-project. Dat was leuk, en ook spannend, tussen al die belangrijke mensen.’ Op de foto hierboven zijn te zien van links naar rechts: Renske Belt, marketing- & communicatieadviseur faculteit Diergeneeskunde, Jan Henk van der Velden, directeur-bestuurder Utrecht Science Park, Wouter Dhert, decaan faculteit Diergeneeskunde, Hans Oosters, commissaris van de koning, Dick Heederik, hoogleraar Gezondheidsrisicoanalyse  en voorzitter Netherlands Cente for One Health, Dian Pieters, masterstudent Gezelschapsdieren en Joost van Rooijen, dierverzorger en docent varken bij de faculteit Diergeneeskunde.

Hoe ziet de toekomst na je studie eruit?

‘Ik wil eerst aan de slag in een eerstelijns dierenartsenpraktijk. Na twee jaar wil ik dit mogelijk combineren met een aantal dagen bij het ministerie van LNV,  RIVM of als docent. Ik vind het persoonlijk contact met diereigenaren ontzettend leuk, maar haal denk ik meer voldoening uit bijdragen aan het grotere geheel. Met de tijd die ik heb, wil ik zoveel mogelijk mensen en dieren bereiken.’

Dit is een artikel uit Vetscience nr. 9

Vetscience