Annemarie Bouma en Nick van Bentem

Student van toen en nu

Annemarie Bouma is senior beleidsmedewerker bij het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV). Nick van Bentem is masterstudent Landbouwhuisdieren en veterinaire volksgezondheid. Ze gaan in gesprek over de preventie van vogelgriep.

Annemarie Bouma, Senior beleidsmedewerker bij het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV)

Welke maatregelen gelden op dit moment om vogelgriep te voorkomen?

Bouma: “Ik ben al lang betrokken bij uitbraken van onder meer vogelgriep. De eerste uitbraak die ik heb meegemaakt, was in 2003. Daarna was het een tijd rustig. In 2011 ben ik bij LNV gaan werken. Vanaf 2014 hebben we te maken gehad met uitbraken van verschillende soorten vogelgriep. Er zijn allerlei maatregelen getroffen om besmetting op bedrijven te voorkomen. De belangrijkste zijn de ophokplicht [verplichting om alle pluimvee in hun hok te houden, red.] en hygiënemaatregelen. We denken dat dit effectieve maatregelen zijn, maar ze kunnen uitbraken niet altijd voorkomen. Op dit moment zoeken we naar aanvullende maatregelen om de kans op uitbraken nog verder terug te dringen.”

Nick, hoe kijk jij als student naar een probleem als vogelgriep?

“Het is ingewikkeld. Wij kunnen niet op bedrijfsbezoek gaan tijdens het onderwijs en er studeren nu dierenartsen af die nog nooit op een pluimveebedrijf zijn geweest. Natuurlijk denken we kritisch na over een probleem als vogelgriep en we hebben het ook over preventieve maatregelen. Zelf wil ik graag pluimveedierenarts worden. Soms maak ik me zorgen over de toekomst van de Nederlandse pluimveesector. Op dit moment is die redelijk onzeker. De sleutel ligt uiteindelijk bij preventie. Verspreiding van vogelgriep kunnen we niet tegengaan, maar we kunnen wel voorkomen dat onze veestapel ziek wordt.”  

Nick van Bentem, Masterstudent Landbouwhuisdieren en veterinaire volksgezondheid

Jouw masteronderzoek gaat over vaccins tegen vogelgriep. Welke bevinding is je bijgebleven?

“Dat deze vaccins goed werken. Mijn onderzoek ging over een vogelgriepvariant (H9N2) die met milde verschijnselen voorbij kan gaan. Maar dit virus richt grote economische schade aan. Hierdoor is H9N2 in Azië, het Midden-Oosten en Noord-Afrika een groot probleem. In sommige landen gebruiken ze daarom vaccins met dode virussen, maar dan blijven de kippen nog wel virus uitscheiden. Daardoor blijft het virus zich verspreiden. Wij onderzochten of een vaccin met een verzwakt maar levend virus dit probleem kan oplossen. Wat bleek? De kippen scheiden dan aanzienlijk minder virus uit.”  

Annemarie, hoe kijk jij naar het inzetten van vaccins?

“We hebben in 2022 een experiment laten uitvoeren om te onderzoeken of een aantal nieuwe vaccins bescherming biedt tegen de huidige vogelgriepvariant H5N1. Daarnaast gaan we veldproeven uitvoeren en een pilot doen. Zo kunnen we uiteindelijk een goed vaccinatie- en monitoringsprogramma opstellen om infecties te voorkomen die leiden tot een grote uitbraak. En als zo’n uitbraak toch plaatsvindt, deze snel op te sporen. Daar werken we hard aan, maar het traject duurt langer dan we zouden willen. Het kost tijd om een grote vaccinatiecampagne zorgvuldig op te stellen. We willen eerst weten welke vaccins echt helpen om vogelgriep te voorkomen.”

Nick, volgens jou is de toekomst van de pluimveesector onzeker. Zie jij nog een toekomst als pluimveedierenarts?

“Ik denk dat pluimveedierenartsen altijd nodig zijn. Ik ben alleen benieuwd hoe de sector over tien jaar eruitziet.”

Bouma knikt instemmend. “Ik denk ook dat er echt wel toekomst is voor pluimveedierenartsen.”

Dit is een verhaal uit:

VETSCIENCE NR. 15