Do's en don'ts van citizen science

Citizen Science, of ook wel burgerwetenschap, is wetenschappelijk onderzoek waarbij de onderzoekers een beroep doen op vrijwilligers om een actieve bijdrage te leveren. Bijvoorbeeld om data te verzamelen, manuscripten te transcriberen of dialecten in kaart te brengen. Overweeg je om samen te werken met vrijwilligers tijdens je onderzoek? Wij hebben wat tips verzameld van ervaringsdeskundigen.

Tips van een onderzoeker

Tine De Moor doet onderzoek naar burgercollectieven en heeft veel ervaring met projecten waarbij ze samenwerkte met vrijwilligers, zoals Ja, ik wil.

  1. Zorg voor continue ondersteuning van het project, ook tijdens vakantieperiodes, zodat het project niet stilvalt. Zorg ervoor dat eventuele controleprocedures van de data nauw opgevolgd worden en niet blijven liggen, in het bijzonder wanneer de reputatie-instrumenten (zoals punten ontvangen na controle van de data) achterop gaan lopen.Begin geen alleenstaand project als het ook op een goed draaiend  bestaand platform kan. Het kost veel energie om een nieuw platform én de community er omheen te bouwen.
  2. Lanceer het project niet zonder een degelijk communicatieplan dat beschrijft hoe, waar, wanneer en samen met welke doelgroep je het project zal uitrollen. Het lanceren van het project op een platform of een alleenstaand project is onderdeel van dat plan, en moet je niet doen vooraleer alles duidelijk is voor de meewerkende vrijwilliger. Je kan maar een keer een goede eerste indruk maken.
  3. Maak de opdrachten uniform, uitvoerbaar volgens een herhaalbare procedure die heel duidelijk wordt toegelicht. Wil je graag verschillende bronnen ingevoerd zien door vrijwilligers, maak er dan aparte projecten van.
  4. Toon respect voor de vrijwilligers door aan te geven dat hun werk waardevol is voor de wetenschap en geef regelmatig updates over de wetenschappelijke resultaten van het project.
  5. Waardeer het werk door kennis terug te geven en instrumenten voor reputation-building op te zetten. Ook burgerwetenschappers bouwen, net zoals wetenschappers, expertise op, en zien dat graag gehonoreerd. Dit hoeft niet in de vorm van allerlei goodies. Betrek de top-deelnemers in je project, bv. als controleurs van de data.
  6. Concentreer je niet op enkel de personen die door hun al bestaande expertise een grote activiteit ontwikkelen. Een groot project, met veel deelnemers, waarvan dan een deel minder actief is, werkt beter omdat dit meer inspeelt op het reputatie-effect en motiverend werkt voor actieve vrijwilligers.

Tips van een projectleider

Aniek Bax, projectleider bij het Centrum voor Wetenschap en Cultuur, heeft veel ervaring met het opzetten en uitvoeren van projecten waarbij vrijwilligers iets bijdragen aan een onderzoek. Een voorbeeld is het project Wereldfaam, schimmel op je naam.

  1. Houd rekening met de leeftijden, samenstellingen, het niveau en de motivaties van de burgerwetenschappers waar je mee samenwerkt. Families of schoolgroepen die meedoen aan een project hebben andere informatie en triggers nodig om enthousiast te worden en te willen en kunnen deelnemen aan een project.
  2. Neem de bijdrage van de deelnemers serieus. Citizen science projecten kunnen voor communicatie en een positieve uitstraling voor het onderzoek/instituut goed werken, maar als dat het enige doel is van je project noem het dan geen citizen science.
  3. Open communicatie is bij een citizen science traject heel belangrijk. Wanneer je een breed publiek laat bijdragen aan wetenschap in de vorm van het aanleveren van bijvoorbeeld grondmonsters, geef dan inzicht in de looptijd van een onderzoek en wanneer er feedback komt over de bijdrage.
  4. Doe bij voorkeur een kleine pilot om in te schatten hoeveel werk het proces (van inzamelen tot feedback geven) kost. Breng de hele reis van begin tot eind in kaart, formuleer waar contactmomenten zitten met de burgerwetenschappers, wat doorlooptijden zijn, wanneer er informatie over monsters vrijkomt, en hoe het project -wanneer het klaar is- wordt afgesloten met de deelnemers. Citizen Science projecten zijn arbeidsintensief.
  5. Ontmoetingen van wetenschappers met de deelnemers en uitwisseling over het project kunnen (mits het ook past bij de betrokken doelgroep) zeker van meerwaarde zijn. Dat levert trotse deelnemers en trotse wetenschappers op.
  6. Sluit aan bij grotere projecten (een themajaar bijvoorbeeld) om je project onder de aandacht te kunnen brengen bij mogelijke deelnemers, ga op zoek naar locaties waar je deelnemers komen, maak gebruik van bestaande netwerken.
  7. Met citizen science dragen deelnemers soms bij aan slechts een klein deel van het onderzoek. Denk aan manieren om  inzicht te geven in het hele proces. Wees je bewust dat er verschillende niveaus van citizen science zijn, hoe krijg je je project een niveau hoger?
  8. Financiering vraagt aandacht. Dit soort projecten vragen veel qua inzet, communicatie en materiele kosten. Sluit zo mogelijk aan bij grotere citizen science projecten.

Leestips

EOS - iedereen wetenschapper. Een platform voor uiteenlopende burgerwetenschapsprojecten

Citizen science. De betrokkenheid van burgers in het wetenschappelijke proces. Journalistiek verslag van het KNAW-symposium ‘Citizen Science’, 16 juni 2016