Verplicht beide ouders zien na scheiding? Beter van niet

Twee mensen van achteren gezien, eentje legt haar hoofd op schouder van ander.
Foto: Külli Kittus op Unsplash

Hard ingrijpen bij bij een haperende omgangsregeling? Nee, pak juist de problemen tussen de ouders aan, betogen Wendy Schrama, Inge van der Valk en Christina Jeppesen de Boer (Universiteit Utrecht) met Masha Antokolskaia en Geeske Ruitenberg (Vrije Universiteit Amsterdam). Ze schreven een opiniestuk in Trouw

De 14-jarige Kayra Büber protesteerde vorige maand bij het Amsterdamse gerechtsgebouw aan de Parnassusweg. Ze vindt dat de rechtbank niet goed naar haar geluisterd heeft. Ze had de rechter een brief geschreven dat ze na de scheiding van haar ouders niet bij haar vader wil wonen en met haar moeder naar Frankrijk wilde verhuizen, maar in een kort geding verbood de rechter de verhuizing.

Dit geval staat niet op zichzelf. Afgelopen weken brachten diverse media het bericht over nieuw onderzoek waaruit blijkt dat dwang om beide ouders te blijven zien na een scheiding kinderen kan beschadigen. Gedwongen omgang is dus geen goed idee. Uit het rapport komt naar voren dat omgangsproblemen na scheiding niet simpel op te lossen zijn. Dat bevestigt het grootschalig onderzoek dat wij als interdisciplinair onderzoeksteam in 2018 hebben verricht, net als het nieuwste onderzoek ook in opdracht van het ministerie van justitie en veiligheid.

Het debat is helaas sterk gepolitiseerd. Met de resultaten van ons onderzoek is destijds weinig gedaan, omdat ze niet in lijn waren met de door sommigen gewenste uitkomst. Zij vonden namelijk dat dit probleem met daadkrachtig optreden snel moest worden opgelost. Desnoods met de inzet van het strafrecht door een speciale strafbaarstelling voor het niet naleven van omgangsregelingen.

Genuanceerd tegengeluid

Het jongste onderzoek werd opgezet in de hoop dat het tot andere resultaten zou leiden, maar het heeft juist de eerdere uitkomsten bevestigd. Beide onderzoeken vormen een genuanceerd tegengeluid voor de oproepen om, in geval er geen omgang is na scheiding, snel en hard in te grijpen om ‘onwillige ouders’ te dwingen mee te werken. Zo simpel is het namelijk niet.

Ons onderzoek heeft laten zien dat er bij professionals, onderzoekers en beleidsmakers weinig kennis is over de processen en factoren die een rol spelen als er geen omgang is. Ook over zogenoemde ‘ouderverstoting’ is relatief weinig bekend. Zijn er problemen bij het nakomen van de afspraken over omgang, dan lijkt er veelal sprake van een wederkerig proces tussen ouders. Vandaar ook de aanbeveling dat het cruciaal is de problemen tussen ouders aan te pakken in plaats van het accent te leggen op gedwongen omgang tussen het kind en de ouder.

Er is geen evidence-based onderzoek waaruit blijkt wat wel en wat niet werkt. Maar uit beide onderzoeken komt duidelijk naar voren dat er voldoende instrumenten en middelen zijn die ingezet kunnen worden bij omgangsproblemen, bijvoorbeeld begeleide omgang en dwangsommen.

Serieus luisteren

Ook in andere landen worstelen ze met omgangsproblematiek na scheiding, en ook daar is het ei van Columbus niet gevonden. We weten wel dat er vrijwel geen direct verband is tussen het welbevinden en de ontwikkeling van kinderen, en de hoeveelheid contact met hun ouders. Veel belangrijker zijn opvoedkwaliteit, kwaliteit van de ouder-kindrelatie en het gezamenlijk ouderschap van ouders, waaronder samenwerking, respect en conflicthantering.

Kortere onderzoeken, zoals de meest recente en onze studie, leveren uiteindelijk onvoldoende inzicht op om dit complexe probleem goed te analyseren. Het levert ook te weinig op om met bruikbare handvaten te komen voor de juridische praktijk en (jeugd)hulp.

Nodig is langlopend, grootschalig onderzoek met voldoende financiële middelen om gezinnen langer te kunnen volgen, met name om de effecten op kinderen op langere termijn te onderzoeken. Bovendien moeten we ons niet blind blijven staren op gelijkheid van de ouders, maar beter naar de kinderen luisteren. Het gaat vaak over hen, maar wat ons betreft moet er gepraat worden mét hen. Dat wil niet zeggen dat hun mening klakkeloos gevolgd moet worden, maar wel dat er serieus geluisterd wordt naar wat kinderen zelf vinden.

We zullen moeten aanvaarden dat er geen wondermiddel is voor het ‘genezen’ van moeizame omgang na scheiding, en dat de mogelijkheden die het recht biedt beperkt zijn. De oplossing van onderliggende problemen tussen ouders is de kern. Er zijn geen makkelijke, kant-en-klare oplossingen en het is op voorhand niet duidelijk wat wel en niet werkt.

Tot slot: de oplossing van deze complexe problematiek tegen een sterk gepolitiseerde en gepolariseerde achtergrond vereist een evidence-based benadering. Hoog tijd dus dat de politiek de resultaten van degelijk wetenschappelijk en onafhankelijk onderzoek serieus neemt en zwaarder laat wegen.