Blog: Uitstel van het pensioenakkoord?

Twee ouderen die wandelen in de zon

Hans van Meerten, bijzonder hoogleraar Europees pensioenrecht aan de Universiteit Utrecht, zoomt in op het generatieconflict: wie betaalt nu wat voor wie?

Al eerder blogde ik over de verschillende aspecten van het pensioenakkoord. 
De bedoeling was dat de Tweede Kamer het voorstel voor de zomervakantie zou behandelen, zodat de wet op 1 januari 2023 in werking kon treden. Inmiddels is duidelijk dat die termijn niet gehaald wordt. 
Voor een nadere duiding zie mijn bijdrage in SEW, het Tijdschrift voor Europees en economisch recht, 6, 2022

Generatieconflict

In dit blog wil inzoomen op het generatieconflict. Sinds jaar en dag speelt in pensioenland de discussie jong tegen oud: wie betaalt nu wat voor wie. Ook de laatste weken is het weer raak op meerdere opiniepagina’s en  social media websites.
De jongeren menen – laag en hoogopgeleid – dat er voor hen niks meer in de pot zit. Ook mijn studenten zeggen dat aanvankelijk. Binnen de Universiteit Utrecht probeer ik de aandacht voor pensioenrecht te vergroten. Het is toch bijna ridicuul dat als studenten zo beginnen te werken, en een groot deel van hun salaris aan pensioen moeten betalen, dat men niet weet hoe het stelsel werkt. 
Dat wegvallende draagvlak is een serieus probleem waar de wetgever te weinig oog voor heeft.  

Boterzachte toezeggingen

Ouderen zeggen op hun beurt: ja, maar mij is dertig jaar lang is pensioen beloofd, en nu blijkt dat de toezeggingen niet waargemaakt kunnen worden. In koopkracht termen zijn deelnemers er al zo’n 25% op achteruit gegaan. Immers ons pensioen is nominaal, niet reëel .
In het TV programma Zwarte Zwanen werd berekend dat door – een volgens prof. Siegmann – een grote denkfout in de rekenrente, ouderen 55 miljard euro aan pensioen hebben misgelopen. 

Ik raad aan deze aflevering even terug te zien, al is het maar een beeld te krijgen van de enorme kloof die ontstaan is tussen de deelnemers en de pensioenfondsen. 
Ik heb altijd gemeend: als je harde toezeggingen doet, moet je die zo risicoloos mogelijk berekenen. Dat vind ik nog steeds. Maar als we kijken naar de toezeggingen van onze verplichtgestelde pensioenfondsen kunnen we nauwelijks anders concluderen dat die toezeggingen boterzacht zijn gebleken. Daarbij past dan geen risicoloze marktrente. 

U kunt zelf een simpele rekensom toepassen:

  •    Hoeveel heeft u betaald aan premie gedurende uw werkzame leven?
  •    Hoeveel krijgt u nu per maand?
  •    Pensioenregelingen bij verplichtgestelde pensioenfondsen (bijvoorbeeld het ABP) moeten 70% van het gemiddelde loon bedragen 

Ik vermoed maar zo dat de meeste regelingen dat niet halen.