Zoetwater Mekongdelta in gevaar door zandwinning en stuwdammen

Klimaatverandering krijgt de schuld maar meeste problemen worden door mens veroorzaakt

Door een afname in sedimentaanvoer krijgt de bevolking van de Mekongdelta te maken met verzilting van het rivierwater en een hoger getij. Dit heeft grote gevolgen voor oevererosie en overstromingen in de grote steden, waar tegelijkertijd bodemdaling optreedt. Onderzoekers van de Universiteit Utrecht publiceren deze bevindingen in Scientific Reports en concluderen dat zeespiegelstijging en klimaatverandering maar een klein aandeel leveren aan bovenstaande ontwikkelingen. De grootste oorzaken zijn bovenstroomse stuwdammen en zandwinning. In de afgelopen 15 jaar zijn rivieren hierdoor twee tot drie meter dieper geworden. Ook in andere deltagebieden over de hele wereld is dit causaal verband zichtbaar.

Grote bakken met zand worden verscheept in de Hau rivier, in Can Tho.

Gevangen sediment en grote vraag naar zand

Om aan de emissiedoelen te voldoen investeert China flink in waterkrachtcentrales. Laos op zijn beurt wil de batterij van Azië worden en investeert daarom ook deze hernieuwbare energiebron. Maar door de ingebruikname van de controversiële Xayaburidam kwam de Mekongrivier historisch laag te staan, waardoor er in het droogteseizoen aanzienlijk veel zoutwater het land binnen zal dringen. Naast deze grote dammen zijn er nog 350 kleinere stuwdammen, verspreid over het hele stroomgebied van de Mekong. Al deze dammen hebben niet alleen invloed op hoe de rivier stroomt maar houden elk ook sedimentstromen tegen.

Tegelijkertijd is er door de snelle verstedelijking in de benedenstroomse stedelijke gebieden veel vraag naar zand. Voor de bouw van wegen, gebouwen en infrastructuur. De onderzoekers tonen aan dat er vier tot acht keer meer zand nodig is dan eerder werd aangenomen. Dit impliceert dat in Vietnam alleen al, dus zonder rekening te houden met Cambodja en Laos, er meer zand wordt gewonnen dan door de Mekongrivier wordt aangevoerd.

Zoutwaterindringing, diepere rivierbedding en stijgende getijden

Onderzoekers van het Rise and Fall project van de Universiteit Utrecht leggen in hun publicatie het verband tussen de stijgende getijden en zoutwaterindringing en de afgenomen sedimentaanvoer. Door de verminderde sedimentaanvoer worden rivierbeddingen twee tot drie meter dieper. De getijden stijgen 2 centimeter per jaar, en het zoutgehalte van het water in de rivier is op sommige plekken al verdubbeld ten opzichte van 20 jaar geleden. De stijgende getijden hebben grote gevolgen voor overstromingen en rivieroevers in steden waar bodemdaling optreedt. Het onderzoek laat zien dat zeespiegelstijging en klimaatverandering in de afgelopen twintig jaar slechts een klein aandeel hebben gehad hierin. De rest is veroorzaakt door de mens zelf.

De bewoners aan de oevers van de rivier zijn het kwetsbaarst voor veranderingen in milie en klimaat.

Collectieve inspanning heeft meeste impact

De onderzoekers schrijven dat de zichtbare trends niet te verklaren zijn met zeespiegelstijging. Deze stijgt namelijk met 3 millimeter per jaar. Door grootverbruik van grondwater daalt de bodem in de Mekongdelta echter met 20-30 millimeter per jaar, en door zandwinning en bovenstroomse stuwdammen slijten de rivierbeddingen met twee tot drie meter per jaar.

Klimaatverandering heeft in de komende decennia verregaande gevolgen. Maar het kan ook de aandacht verleggen van de echte problemen, waardoor overheden en inwoners de vinger kunnen wijzen naar het klimaat en het probleem bestempelen als ‘te groot om op te lossen’. Maar wanneer inwoners en de overheid doorhebben dat ze het meeste bereiken door collectief te werk te gaan, is er nog kans voor juist beleid. Gezien de ernst van de situatie is het essentieel dat de overheden over hele stroomgebied van de Mekong grensoverschrijdend gaan samenwerken, voordat de schade aan de Mekongdelta en bevolking onomkeerbaar wordt.