Wat kunnen toezichthouders doen om hun gezag te vergroten?
De Universiteit Utrecht, Erasmus Universiteit Rotterdam en vijf toezichthoudende instanties gaan de komende vijf jaar onderzoek doen naar het gezag van inspectiediensten en toezichthouders. Hun autoriteit wordt steeds vaker betwist, mede als gevolg van media-aandacht en maatschappelijke polarisatie. Samen met de sector zal een wetenschapsteam onder leiding van Judith van Erp, hoogleraar Regulatory Governance, onderzoeken hoe toezichthouders niet alleen een reputatie in deskundigheid kunnen behouden maar ook gezag kunnen verwerven vanwege hun effectiviteit, empathie en rechtvaardigheid. De onderzoekers zullen daarbij ook (kritische) burgers en media-aandacht betrekken.
In het kader van het Nationale Wetenschapsagenda (NWA) programma ‘Vernieuwing van Toezicht’ stelde NWO een subsidie voor dit onderzoek beschikbaar van 1,16 miljoen euro voor dit vijf jaar durende onderzoek. Concrete adviezen, opleiding en training voor de sector moeten uiteindelijk bijdragen aan toenemend gezag en de – ook door de sector zelf gewenste – vernieuwing.
‘De inspecties wilden zelf wetenschappelijker opereren,’ zegt Judith van Erp. ‘Ze zijn de discussie met elkaar aangegaan en hebben ook een serie gesprekken gevoerd met wetenschappers uit verschillende sociaal-wetenschappelijke disciplines. Ik heb dat proces destijds samen met prof. Martijn van der Steen (EUR) begeleid. Wij hebben toen een wetenschapsagenda voor het toezicht opgesteld, en de NWA heeft daar een programma van gemaakt: Vernieuwing van toezicht. Daardoor is nu ruimte ontstaan om degelijk onderzoek te doen, samen met vijf inspecties: de Autoriteit Consument en Markt (ACM), de Nederlandse Voedsel- en Waren Autoriteit (NVWA), de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT), de Milieudienst Rijnmond (DCMR) en het Staatstoezicht op de Mijnen (SODM). Zij gaan cases aanleveren en we gaan in overleg met hen onderzoeksvragen uitzetten. Zo worden ze samenwerkingspartner én object van onderzoek. Dat is echt cocreatie, Open Science. Ik vind het ook heel mooi dat ik dit onderzoek mag gaan doen, samen met Meike Bokhorst, Stephan Grimmelikhuijsen, Lauren Fahy en natuurlijk de collega’s van de Erasmus Universiteit.’
Tegenwind, media-aandacht en gebrek aan vertrouwen
‘Toezichthouders worden steeds belangrijker. De wereld wordt onzekerder en zij moeten de knopen doorhakken. Zij kunnen zich daarvoor niet alleen op de wet beroepen maar moeten ook maatschappelijk gezien gezaghebbend zijn,’ zegt Judith van Erp. ‘Maar hoe moeten ze dat doen? Welke strategieën zijn er nodig om gezag te verwerven? Ze moeten communiceren met verschillende groepen, krijgen meer protest en tegenwind te verwerken, burgers gaan zelf op onderzoek uit en zoeken media op. Daartoe moeten zij zich verhouden. Hun deskundigheid wordt betwist, ze krijgen meer tegenspraak en ze moeten zich beter verantwoorden.
Dat zie je bijvoorbeeld in het geval van een van de partners in ons onderzoek, het Staatstoezicht op de Mijnen. Dat is zo’n inspectie die met heel veel verschillende belangen te maken heeft en waarvan de technische kennis (gaswinning in Groningen) kritisch gevolgd wordt door burgers en soms ook bestreden. Meerdere inspecties zijn tegelijkertijd vergunningverlening en handhaver. Sommige inspecties vallen onder een ministerie, andere (markttoezichthouders) zijn een onafhankelijke autoriteit. We gaan dus zeker ook kijken naar de institutionele positie en de invloed die dat heeft op gezag. Wie voert het woord in de media, is dat de Inspecteur-Generaal of de minister? Inspecties moeten enerzijds sectoren stimuleren om zelf verantwoordelijkheid te nemen, maar anderzijds vertrouwen wekken bij burgers. Ze moeten zowel streng, als begripvol zijn. De situatie in Wijk aan Zee, waar burgers zelf geld inzamelen om eigen onderzoek te doen naar gezondheidsschade omdat ze de GGD en het RIVM niet meer vertrouwen, vind ik echt een dieptepunt.'
Toezicht met gezag
Het projectteam verbonden aan ‘Toezicht met gezag’ gaat onderzoeken hoe inspectiediensten niet alleen reputaties kunnen ontwikkelen voor expertise, maar ook voor effectiviteit, empathie en rechtvaardigheid.
‘We gaan het onderzoek in vier delen uitvoeren,’ legt Van Erp uit. ‘Een analyse van mediaberichtgeving maken, een grote enquête doen onder burgers naar hun opvattingen over toezichthouders, en experimenten uitvoeren met verschillende boodschappen die de gezaghebbend en het vertrouwen in de toezichthouders moeten uitstralen. Willen burgers een strenge toezichthouder die hard kan straffen of een meer responsieve toezichthouder die rekening houdt met allerlei belangen? Ook dat gaan we bevragen. En tot slot kijken we naar de relatie tussen de reputatie van de toezichthouder, en naleving door ondernemingen. Dat is uniek en wetenschappelijk innovatief onderzoek.
Daarnaast willen we onze bevindingen natuurlijk ook graag met de praktijk delen. Dat doen we al door de intensieve samenwerking met de vijf toezichthouders, maar bij het NWA programma Vernieuwing van Toezicht zijn alle inspecties aangesloten. We kunnen onze aanbevelingen dus breder verspreiden. We gaan hen met bijvoorbeeld beleidsadvies, workshops en leergangen helpen strategieën te ontwikkelen om in contact te komen met verschillende doelgroepen en beter met hen te communiceren, middenin alle maatschappelijke turbulentie.’
Onderzoeksteam
Op dit moment bestaat het onderzoeksteam uit Judith van Erp (projectleider), Meike Bokhorst, Stephan Grimmelikhuijsen, Lauren Fahy van de Universiteit Utrecht en Martijn van der Steen en Erik Hans Klijn van de Erasmus Universiteit Rotterdam. Daarnaast is er in drie vacatures voor promovendi voorzien.
Meer informatie
Wilt u meer weten over dit onderzoeksproject? Neem dan contact op met projectleider prof. dr. Judith van Erp: j.g.vanerp@uu.nl.