Utrechtse onderzoeker ontdekt onbekende brief van Descartes

Brief werpt nieuw licht op filosofische werk Meditationes

Erik-Jan Bos, onderzoeker van de geschiedenis van de filosofie aan de Universiteit Utrecht, heeft in de bibliotheek van een Amerikaans college een tot op heden onbekende brief van de Franse wijsgeer René Descartes gevonden. De vier bladzijden tellende brief geeft een uniek inzicht in de ontstaansgeschiedenis van Descartes’ belangrijkste filosofische werk Meditationes de prima philosophia (1641). Zo blijkt dat Descartes de oorspronkelijke opzet van het werk ingrijpend heeft veranderd.

De brief, die op kasteel Endegeest bij Leiden op 27 mei 1641 geschreven werd, is gericht aan Marin Mersenne, een Franse wiskundige, theoloog en filosoof, aan wie Descartes het drukken Meditationes had toevertrouwd. De ingrijpende verandering in opzet van dit werk blijkt uit het slot van de brief. Descartes verzoekt Mersenne drie teksten te verwijderen, namelijk een Latijnse vertaling van het vierde deel van zijn Discours de la méthode (1637) die voorin afgedrukt zou worden, het voorwoord op de Meditationes zelf, en een inleiding op de eerste tegenwerpingen die hij ontving. Ter vervanging stuurt Descartes een nieuw voorwoord mee, en dat is het voorwoord van de Meditationes zoals we het nu kennen. Ook blijkt uit de brief de reden voor deze ingrijpende maatregelen: De Franse ingenieur Pierre Petit had zich uiterst kritisch uitgelaten over het vierde deel van het Discours de la méthode. Descartes diende Petit daarop in het oorspronkelijke voorwoord openlijk en heftig van repliek. Een bezoeker van Descartes uit Frankrijk wist zijn misnoegen tegenover Petit dusdanig te verzachten, dat Descartes hier van af zag.

Descartes positief over kritiek Gassendi

De brief werpt ook een nieuw licht op de relatie tussen Descartes en de bekende filosoof Pierre Gassendi. Ook Gassendi schreef tegenwerpingen op de Meditationes waarover Descartes zich in reeds bekende brieven laagdunkend uitliet. In de nu ontdekte brief, waaruit blijkt dat Descartes de tegenwerpingen voor het eerst zag, laat hij echter een ander geluid horen: de stijl en inhoud van de tegenwerpingen van Gassendi zouden het toekomstig lezerspubliek behagen, en Descartes in staat stellen zijn eigen ideeën nog beter te verwoorden. Waarom Descartes in latere brieven zo vijandig op Gassendi reageert, is nog onduidelijk.

Ontdekking

Dr. Erik-Jan Bos, verbonden aan het Departement Wijsbegeerte van de Universiteit Utrecht, trof een verwijzing naar de brief aan in een beknopte beschrijving van een handschriftenverzameling van de bibliotheek van Haverford College in Pennsylvania (VS). Dankzij de medewerking van John Anderies, Head of Special Collections of Haverford College, werd al snel duidelijk dat het ging om een authentieke en onbekende brief van Descartes. Ook in 2003 ontdekte Bos een brief van Descartes, toen in de Berlijnse Staatsbibliotheek.

Diefstal

Oorspronkelijk behoorde de brief toe aan de bibliotheek van het Institut de France te Parijs. In de eerste helft van de negentiende eeuw werd de brief, samen met een groot aantal andere brieven van Descartes, gestolen door Guglielmo Libri, een Italiaanse geleerde in Franse dienst. Deze bibliofiel en aartsdief van zeldzame manuscripten en boeken verkocht de brieven van Descartes en werd in 1850 voor deze diefstallen bij verstek veroordeeld. Hoewel vele brieven van Descartes in de loop van de tijd hun weg terug naar Parijs vonden, bleven verschillende brieven vooralsnog spoorloos. De brief van 27 mei 1641 kwam ten slotte terecht in de collectie van de brievenverzamelaar Charles Roberts, wiens weduwe in 1902 de collectie schonk aan Haverford College. Omdat dat de brief uiteindelijk geroofd bezit bleek, heeft het Haverford College besloten het handschrift van de Franse filosoof terug te schenken aan het Institut de France. Uit waardering voor het meer dan een eeuw zorgvuldig bewaren van de brief krijgt het Haverford College in juni 2010 een prijs van het Institut de France.

Publicatie

De publicatie van de brief later dit jaar in Archiv für Geschichte der Philosophie is in voorbereiding. Daarnaast werkt Erik-Jan Bos aan een nieuwe kritische uitgave van de gehele briefwisseling van Descartes, in het kader van het project ‘Descartes and his Network’, geleid door prof. Theo Verbeek. Dit onderzoek, dat plaatsvindt binnen het ZENO Instituut voor de Wijsbegeerte en haar Toepassingen, wordt gefinancierd door NWO.