Reizen met behulp van handschriften

Deze blogpost werd geschreven door Anne Sieberichs en Imke Vet als onderdeel van een opdracht voor de mastercursus Medieval Writtten Culture in maart 2021, onder supervisie van prof. Marco Mostert en Bart Jaski, conservator handschriften van de Universiteitsbibliotheek Utrecht (redacteur).

Nu reizen naar het buitenland vanwege de heersende Covid-19 pandemie door overheden beperkt wordt, zijn mensen gedwongen om alternatieve manieren te vinden om hun horizon te verbreden. Naast het virtueel beleven van geannuleerde citytrips door eindeloos te ‘wandelen’ door de straten van Praag, Rome of Parijs op Google Street View, ontsnappen ook veel mensen aan de realiteit via film en literatuur. Hoewel het in het geval van boeken niet alleen de verhalen betreft, maar ook hun fysieke verschijningsvorm die ons naar andere plaatsen en tijden kan brengen. Dit gaat vooral op voor een opmerkelijk exemplaar van een zestiende-eeuwse editie van Plutarchus’ Moralia, die zich bevindt in de Universiteitsbibliotheek Utrecht (signatuur 318 B 13).

Binden na aankoop

Net zoals reizen ook niet altijd gladjes verloopt, heeft de reis van dit boek, vanaf de conceptie van Plutarchus’ Moralia in 100 na Chr. in het Romeinse Griekenland tot de uiteindelijke aankoop van dit werk door de Universiteitsbibliotheek Utrecht in 2018, vele omzwervingen gekend. Het boek is gedrukt in het Zwitserse Basel in 1542 door Hieronymus Froben (1501-1563) en Nicolaus Episcopus (1501-1565) en telt 900 pagina’s met meer dan zestig essays in het Grieks, en staat bekend als de Moralia.

Aangezien het inbinden van het boek doorgaans plaatsvond ná de aankoop van het boek door de nieuwe eigenaar en vaak op een andere plek dan waar het boek gedrukt werd, is het geen verrassing dat de losse katernen  van COKB 318 B 13 niet in Basel ingebonden werden, maar zeer waarschijnlijk naar Utrecht reisden waar boekbinder Michael Heynrickss in 1545 het boek van een band voorzag. Heynrickss’ werk is te herkennen aan het ontwerp van de stempels die voor de boekband werden gebruikt omdat deze overeenkomen met stempels die hij eerder gebruikte ter versiering van andere boekbanden. Deze werden gepubliceerd door M. Schretlen en A. Hulshof , De kunst der oude boekbinders, in 1921.

Nog verder terug in de tijd

Deze boekband zorgt ervoor dat we nog eens 300 jaar eerder in het verleden teruggeworpen worden, want Heynrickss hergebruikte bladen van een twaalfde-eeuws exemplaar van de Commentarius in Psalmos, geschreven door de theoloog en Parijse bisschop Peter Lombard (1096-1160) voor de schutbladen en dekbladen van de boekband. De fragmenten, geschreven in pregotisch schrift en verlucht met rood-zilveren initialen, bevatten de bijna complete sectie van Lombards commentaar op psalmen 20-21. De Commentarius werd door hem geschreven voor 1138, hoogst waarschijnlijk voor zijn overplaatsing van Reims naar Parijs. De fragmenten lijken de overblijfselen te zijn van een zeer vroeg exemplaar van zijn werk.

Wie was de eerste eigenaar?

Gezien de oorspronkelijke plaats waar het boek is ingebonden alsmede het veelvuldig noemen van Heynrickss in de verslagen van de Utrechtse kapittels, zou men ervanuit kunnen gaan dat deze editie van de Commentarius voor 1545 had toebehoord aan de collecties van de kapittels. Toen Protestantse denkbeelden zich vanaf 1520 begonnen te verspreiden in Utrecht, maakten de kapittels een begin met het verkopen van hun vele middeleeuwse handschriften en boeken, lang voor de Reformatie van de periode 1570-1590. Misschien kocht Heynrickss de Commentarius met het doel het perkament te gebruiken voor versteviging van zijn boekbanden.

Vanaf 1545 wisselde het boek in deze gecombineerde staat van eigenaar. Helaas is een doorgekrast, en dus onleesbaar, zestiende-eeuwse eigendomsteken bovenaan de eerste pagina van het boekblok alle informatie die we hebben over de identiteit van de eerste eigenaar van de Moralia, degene die Heynrickss opdracht gaf tot het binden van het boek. Informatie over een tweede eigenaar is net onder de eerste handtekening te vinden en leest ‘Jacobi Regij Cortracensis / Calendae Novembris 1576’, met daarboven een aantekening in het Grieks: ‘De zeer geleerde Plutarchus laat de nuttige gewoonten zien waardoor u een acceptabel en fatsoenlijk leven kunt leiden’ (vertaald door Thom van Leuveren)

Weer terug naar Utrecht

Jacobus Regius (Kortrijk,1545-1601), de verlatijnste naam van Jacob de Koninck, was dominee van de Nederlandse kerk voor Protestantse vluchtelingen in het Londense Austin Friars van 1572 tot 1578 en van 1585 tot zijn dood in 1601. Tussen 1578 en 1584 werd hij ‘uitgeleend’ aan Gent, tot de Hertog van Alva de stad belegerde en hij moest terugkeren. Aangezien Regius in 1576 niet in Utrecht was, of zich zelfs maar op het continent bevond, is het onduidelijk hoe de Moralia in zijn bezit kwam. Misschien heeft een lid van de Nederlandse Kerk in Londen, die hier zijn toevlucht had gezocht vanuit Utrecht of de noordelijke Lage Landen, het boek verkocht of geschonken aan Regius. Hoe het boek na de dood van Regius weer op het continent terechtkwam is evenmin duidelijk. Misschien nam zijn zoon Tobias de Moralia met zich mee toen hij in 1601 ging studeren aan de Universiteit van Leiden. Hij was dominee in Ellewoutsdijk  van 1612 tot 1617 en in ’s Gravenpolder van 1617 tot 1653.

Een label aan de binnenkant van de boekomslag, met daarop “Centrale Oud-Katholieke Bibliotheek” wijst naar het laatste deel van de reis van de Moralia. De bibliotheek van de Oud-Katholieke kerk van Nederland werd opgericht in 1919, en kocht boekcollecties van dominees. Toen het Oud-Katholieke Seminarie te klein werd om de collectie onderdak te bieden, gaf de bibliotheek de collectie in permanente bruikleen aan de Universiteitsbibliotheek Utrecht in 1920. Echter, onze Plutarchus was nog niet opgenomen in de catalogus van de bibliotheek in 1925. In 2018 kreeg de Universiteitsbibliotheek Utrecht de collectie in volledig eigendom, inclusief 318 B 13.

Zo zorgt een enkele zestiende-eeuwse uitgave van Plutarchus’ Moralia ervoor dat we van het Romeinse Griekenland naar Basel reisden, en voorts naar Utrecht, Reims, Parijs, Londen, Gent,  Leiden en weer terug naar Utrecht. Maar het was ook een tijdreis: van de eerste naar de zestiende eeuw, terug naar de twaalfde en weer naar de twintigste. Maar een reis maken via boeken is niet alleen voorbehouden aan degenen die het geluk hebben een bezoek te mogen brengen aan Bijzondere Collecties tijdens een pandemie, je kunt het ook vanaf thuis doen. Blader eens door de vele gedigitaliseerde handschriften, of kijk eens wat beter naar die ene goedkope paperback die je jaren geleden in een tweedehandswinkel kocht. Wie weet waar dat boek allemaal geweest is?

Wilt u meer weten wat Bijzondere Collecties kan betekenen voor uw onderwijs en onderzoek? Bekijk dan onze pagina over advies en ondersteuning.